Spel(l)enderwijs

Enkele jaren geleden had ik een zij-projectje, genaamd Spel(l)enderwijs. Op dit blog verschenen een heleboel schrijfsels over zaken die mijn leven op dat moment beheersten en die altijd gekoppeld waren aan spellen of iets dat met de spellenwereld te maken had. Misschien is dit het moment om al die schrijfsels eens terug op te halen en hier achter te laten. Enerzijds omdat mijn werk dan wat gebundeld staat, anderzijds kan ik de draad terug oppikken als ik tijd en zin heb (voor wat het waard is natuurlijk). Alleszins veel leesplezier voor diegenen die er interesse in hebben.

Schrijfsels uit 2011

Woensdag, 24 augustus 2011

Nog maar eens een blog over spellen !

Ik weet het, ik heb al een blog. Een vrij succesvolle blog trouwens, waar ik al héél wat uren heb ingestopt en waardoor al menig toetsenbord versleten is. Toch heb ik deze blog aangemaakt, omdat ik hier misschien iets kwijt kan, wat op de SpinLi-blog niet lukt. Bovendien wil ik deze twee blogs ook een beetje gescheiden houden.

SpinLi is één groot uit de hand gelopen project, een spellenclub die na vijf jaar nog steeds goed draait, een statische website die misschien beter op termijn zou verdwijnen, een blog waarop u al onze nieuwigheden kan bekijken en ons doen en laten kan volgen, enorm veel nieuwe en vooral leuke contacten in de bordspellenwereld. En niet te vergeten, veel plezier en vriendschap die ontstaan rond de speeltafel.

Op deze blog zullen waarschijnlijk niet zo erg veel berichten verschijnen, maar gaan we de kwaliteit proberen te laten primeren op de kwantiteit. Een leuze die ik overigens ook in onze spellencollectie wil doortrekken. Nu Spiel Essen weer stilaan voor de deur staat, worden we weer overspoeld door honderden nieuwe titels, wel ik kan u nu al vertellen, dat ik onze “wenslijst ofte wishlist” zo kort mogelijk ga houden.

In de loop van het jaar komen er ongetwijfeld ook nog Nederlandse vertalingen op de markt van deze spellen en dat speelt toch altijd dat tikkeltje vlotter, zeker voor onze bezoekers op de club. Daarnaast zijn de prijzen van nieuwe spellen in Essen soms toch een beetje bij de haren getrokken. Een maand na de beurs kan je ze vaak héél wat goedkoper aanschaffen bij je bordspellenspeciaalzaak. Bovendien staat ook Spel 2011 nog te trappelen een maandje later en ook daar zou er nog een zakcentje moeten over zijn.

Oké, ik geef ook grif toe dat Essen voor mij een beetje Sinterklaas is. Enkele uitgeverijen mogen dan ook een pre-order van ons verwachten. Maar dan gaat het toch ook wel vaak over gelimiteerde uitgaves, die als je ze niet aanschaft, voor het eerst waarschijnlijk niet beschikbaar zijn. Meer hierover zeker in een volgend bericht.

Ik hoop in ieder geval dat de lezers van deze blog, als die er al komen natuurlijk, genieten van mijn commentaar en belevenissen. Laat gerust ook een reactie achter als u al dan niet akkoord gaat met mijn gezever.

 

Vrijdag, 26 augustus 2011

Goodies of Boobies?

Laat me één ding al duidelijk stellen : ik ga het in dit berichtje niet over borsten hebben ! (dat is misschien eens voor een volgende keer)

Ik doelde op een boobytrap dat wikipedia beschrijft als volgt :  “Boobytraps zijn geïmproviseerde wapens die ergens geplaatst worden om door het slachtoffer te worden geactiveerd door middel van druk, trek, ontlast, ontspan, beweging, verstoring van de omgeving en dergelijk.”

Ik zal me even verduidelijken. Vanaf het moment dat er online lijsten verschijnen over al de nieuwigheden in Essen, zoals op Spielbox, Cliquenabend en andere BGG’s, vindt u vaak, naast de titel, auteur, uitgever, speelduur, aantal spelers, af en toe de prijs en standnummer van de beurs, een lijntje met extra info.

In deze extra info staat er vaak te lezen, dat wanneer u uw pre-order tijdig plaatst, u zal mogen rekenen op een speciale Essen-goodie. Een goodie is niets meer dan een extraatje dat u bij uw spel krijgt in de vorm van een kaartje, t-shirt, theetas, originele tekening, dobbelsteentje, fiche, chinese eetstokjes, … Je kan het eigenlijk zelf niet blijven bedenken wat er allemaal aan extra’s wordt meegegeven. Een goeie verkoopstechniek blijkt toch, want zeg nu zelf, als je een nieuw spel aankoopt, dan wil je toch dat het een “volledig” spel is, met goodie erbij en al.Vorig jaar bijvoorbeeld was het het jaar van de t-shirt, ééntje van Repos (7 wonders), ééntje van Funforge (Isla dorada) en ééntje van Ystari (Mousquetaires du Roy). In twee ervan zal u mij af en toe kunnen bewonderen als ik in de tuin aan het werken ben of aan het joggen sla (voor de keren dat dat nog eens gebeurt). Niemand, maar dan ook niemand op straat heeft me hierover ooit al aangesproken wat er nu eigenlijk op dat t-shirt staat. Laat staan dat ze de logo’s herkennen en me spontaan uitnodigen voor een gezellige spellenavond. Dat kan het opzet van die uitgeverijen dan toch niet geweest zijn.

Misschien wilden ze op die manier dan eerder naambekendheid verwerven, dat zou best kunnen. Het derde t-shirt draag ik steeds wanneer ik met de klas moet gaan zwemmen (aangezien de gemeente ons verplicht heeft mee om te kleden, loop ik daar in mijn zwembroek en Funforge t-shirt). En ik moet het bekennen, zowel de kinderen, collega zwemleerkracht als de badmeester hebben me reeds gevraagd waarvoor dat logootje stond. Ik heb het hen dan ook met brede glimlach, de nodige passie en enthousiasme uitgelegd, maar ik vrees ervoor dat er geen enkel extra exemplaar van Isla Dorada de deur zal zijn uitgegaan.

Waarom dan toch al die goodies? Ik denk dat ik het wel weet hoor. In mijn vorige bericht wist ik u al te vertellen dat de nieuwe spellen vaak in Essen duurder zijn dan erna, wel … dat is nu gerechtvaardigd, u krijgt er een goodie bij. Zelfs meer … als u op het juiste moment komt, u heeft wat geluk en geduld, dan kan u uw exemplaar zelfs nog laten handtekenen door de auteur of illustrator. Persoonlijk heb ik dit laatste nooit echt begrepen. Blijkbaar willen die auteurs steeds hun gekribbel op de voorkant van een doos zetten, waarom niet aan de binnenkant of op de spelregels? Daarvoor hebben de illustratoren dan wel respect, geen geklieder over hun prachtige cover, aan de binnenkant van de doos nog een pareltje achterlaten, met als mooiste voorbeeld Pierô (die je misschien kent van Mr. Jack).

Sommige goodies zijn ook volledig gratis te verkrijgen, ik denk maar aan de jaarlijkse extra tegel voor Zooloretto. Mooi is dat van Abacusspiele, maar hier is nog minder duidelijk waarom ze dat uitdelen, uit sympathie? Eerlijk gezegd vind ik het allemaal eerder storend, die goodies, als je nu een spelletje opzet na een tijd, dan zit je daar met een extra kaartje, tegel, … waarmee je bij God niet weet wat te doen. Spelregels voor de goodie zaten er ook bij, maar waar zit dat kleine papiertje nu weer? Het is zelfs zo erg dat we niet zo lang geleden een potje Ghost stories hebben verloren omdat de extra kaartjes het spelletje net enkele rondjes te lang hebben gerokken zodat we Wu-Feng niet konden verslaan. (ik wijt het liever daaraan dan aan onze onkunde weet u wel).

Ach ja, ik heb er een haat-liefde-verhouding mee, met die goodies. Natuurlijk steken ze de ogen uit en wil je graag die extraatjes bij je spel. En als ze toch maar mee te grabbelen zijn, dan zet je ze toch sowieso even op je lijst voor Essen. Een vriendelijk woord, een glimlach, een beetje van je tijd en je kan ze in je toch al overvolle spellenzak laten verdwijnen. De muilezel van dienst in de Duitse hallen zal er niet extra over klagen want qua inhoudelijk gewicht maken ze het verschil niet, maar of ze al dan niet een verschil maken in je portemonnee … daar kunnen we misschien na Essen eens over doorbomen.

 

Woensdag, 31 augustus 2011

To tune or not to tune … that’s the question!

Tot mijn grote ontzetting las ik deze week in de krant dat het tunen van wagens à la Fast and the furious-stijl compleet uit zou zijn. Gedaan dus met de belachelijk grote spoilers, gitzwarte getinte ruiten, knotsen en bonken van onderstellen die over onze ontelbare vluchtheuvels scharten. Geen voorbijflitsende fluoriserende lak meer over onze wegen. Nu stond er ook wel vermeld dat het tunen niet volledig weg is, maar dat het zich eerder verlegt. De tuners kopen tegenwoordig een klassevolle wagen (vaak dus met Duitse achtergrond) en brengen slechts enkele kleine details aan die het geheel afmaken … en weet u wat? Daar kan ik volledig achterstaan.

Persoonlijk zou ik geen honderden (lees duizenden) euro’s kunnen uitgeven aan het pimpen van mijn wagen, maar eerlijk is eerlijk : een mooie velg maakt het uitzicht van de auto, een mooie donkere lak met pareleffect is toch zo mooi mijnheer (alhoewel ik u hier al hoor klagen en zagen over het feit dat die toch zo snel vuil ziet).

Natuurlijk wil ik het hier op de blog niet zozeer hebben over auto’s en het tunen ervan, maar over de schoonheid van onze oh zo geliefde spellen. Je kan er niet meer naast de laatste jaren, artwork is steeds belangrijker in de branche. Een goed spel dat er niet uitziet raakt véél moeilijker verkocht, dan een gedrocht in een gouden kleedje. In een artikel dat ik schreef op de blog van SpinLi had ik het al over een Glory to Rome bijvoorbeeld, een spel dat van zo’n onzichtbare schoonheid is dat het een remake verdient. En die komt er ook, wil het toch niet dat ik die remake eigenlijk helemaal geen verbetering vind. Onlangs las ik een artikel met de visie die erachter zat en toen kon ik me er al meer in vinden, maar of ik me nu een nieuw exemplaar ga aanschaffen, dat blijft voorlopig toch nog een open vraag.

Net als een goed tuner is de spellenfreak ook goed voor z’n materiaal. Onze spellen zijn doorgaans beter georganiseerd dan de gemiddelde werkkoffer van een elektricien bij de NMBS (niet dat dat de referentie is, maar u begrijpt waar ik naartoe wil). De voorziene inlay van de doos wordt stante pede overboord gegooid, tenzij dat de uitgeverij kennis van zaken had (voorbeelden hiervan zijn Days of Wonder, Gameworks en met momenten Aleaspiele). Dan begint het knutselwerk, sommigen maken een eigen onderverdeling uit zo’n speciaal soort piepschuim, anderen zweren bij plastic doosjes. Maar als je collectie nogal groot is, kosten deze vishaakdoosjes je ogenschijnlijk meer dan het spel zelf en is het dus niet echt haalbaar. De ziplockzakjes zijn dan ook ongetwijfeld het best verkochte product in spellenland. Als iemand ondernemingsgezind is en er zich op wil toeleggen, ben ik ervan overtuigd dat hij een bloeiende zaak kan opstarten in zulke zakjes. Enkele tips die ik al kan meegeven : stevigheid is belangrijk, zorg dat de lucht eruit geperst kan worden als de zakjes dicht zijn, voorzie ze in diverse maten en groottes en ook verschillende kleuren zouden een leuk extraatje zijn. Zo kan je iedere speler z’n “eigen” ziplockzakje cadeau doen aan het begin van een spel. Dan kan je ook de juiste persoon het verwijt naar z’n hoofd slingeren als er materiaal ontbreekt of als dat verduivelde zakje weer nergens te vinden is (kijk dan even in de doos of onder het deksel).

Sommigen gaan nog een stapje verder en gaan al die prachtig geïllustreerde kaartjes in een beschermhoesje steken, in de vaktaal noemt dat “sleeven”. Ik kan me er persoonlijk weer niet echt mee bezighouden, vooral qua tijd en kwantiteit begrijpt u. Dominion, Thunderstone, alle living card games van FFG … dat is uren handenarbeid vooraleer u nota bene een eerste spelletje kan opzetten. Daarnaast vind ik het ook niet echt goed spelen, zo’n beschermde kaartjes schuiven vaak toch iets te veel naar mijn goesting (kan ook aan de kwaliteit van het hoesje liggen). Bwa een spel moet ook nog gespeeld worden vind ik en dan kan het niet anders dan dat er sleet komt op het materiaal … en ook hier geldt : “dat eerste krasje, dat is het ergste”!

Donderdag, 1 september 2011

One game to rule them all …

Meermaals krijg ik volgende vraag voorgeschoteld : Wat is het beste spel dat je in je collectie hebt? Wat vind jij nu echt het beste spel? Wel … ik heb nu reeds meer dan vijf jaar de tijd gehad om hierover na te denken en ben tot op heden nog steeds niet tot een pasklaar antwoord gekomen.

Natuurlijk zijn er altijd wel spellen die je meer liggen dan anderen, sommige spellen worden überhaupt uit ons collectieve geheugen gewist. En ja, daar zijn wel enkele klassiekers bij. Niet dat we hautain willen overkomen of dat deze spellen hun waarde niet hebben bewezen. Verre van zelfs, het feit dat ze zo vaak verkocht zijn en nog steeds worden, maakt hen uiteraard zeer interessant voor uitgevers.

Het beste spel? Wat is dat eigenlijk? Als je hierover rationeel gaat nadenken, dan besef je dat er verschillende factoren zijn die dit gaan bepalen. Het wordt echter wel problematisch als je gaat merken dat sommige van deze factoren elkaars uiterste zijn en dat ze niet met elkaar te rijmen vallen. Elk spel heeft wel z’n voor- en z’n nadelen, het perfecte spel, dat bestaat gewoon niet. Ik geloof eerder in “het perfecte spel op het perfecte moment”!

Als we hierover even doorbomen dan sta ik graag even bij volgende parameters stil :
– De speelduur : wat een onvergetelijk avontuur is, hun queeste over gans Middelaarde, hun levenswerk als het ware voor sommigen, is een langdurige en pijnlijke lijdensweg voor anderen. Puffend en zwetend rond de speeltafel, constant kijken op de horloge, hongerig naar een ander spel en in een gevorderd stadium naar “geen spel” meer. Erg pijnlijk als je met zo’n gevoel naar huis moet. Zeker als je de ganse nacht nog ligt te dromen over hoe het misschien toch iets had kunnen worden, maar uiteindelijk in slaap vallend, troostend met de gedachte dat je, wat dit spel betreft, je portefeuille toch een keertje kan dichthouden.
– Het thema : weer maar eens bouwen aan een middeleeuwse stad, of toch maar goederen inzamelen en verkopen voor overwinningspunten, voor een zoveelste keer kruipen in diepe kerkers waar er monsters moeten verslagen worden? Ook de zotste zaken kom je tegenwoordig tegen, taartjes verdelen, pannenkoeken bakken, ouwe rommel recycleren en herten de liefde laten bedrijven om er enkele te noemen. Af en toe sta je ook een keertje perplex van een exemplaar waar thema en spel perfect met elkaar doorweven zijn, op het juiste moment komen de elven ter hulp, net voor de dwergen kopje onder gaan en net voor alles verloren lijkt te zijn, dan is het echt genieten geblazen.
– De medespelers : the fellowship … deze maakt of kraakt een spel. Lekker luchtig spel met droogstoppels werkt niet echt, een loop-en-reageer-snel-spel is een onbegonnen taak voor de stuntelaar onder ons (krijg maar eens zo’n Jungle-speed-totem tegen je knikker). Elke speler heeft wel zo z’n eigen spellen, net als elke krijger een bepaald wapen het beste hanteert. Bieden, kaarten tellen, tactiek, strategie, dobbelen, opbouwen, … of een mix van allen, ieder z’n eigen ding. De ene zijn reikwijdte is al wat beperkter of uitgebreider dan de andere. Zelf reken ik me bij diegene die een breed veld hebben, maar waarvan de randen toch wispelturig kunnen zijn.
– Het moment : Ik weet maar al te goed wat ik wil spelen op een bepaald moment, alhoewel er ook momenten zijn dat je voor die enorme kast staat en het idee hebt dat er niets tussen zit, te veel keuze weet u wel. Soms is een leuk tussendoortje fantastisch, maar vaak heb ik toch eerder zin in een lijviger spel, 90 minuten, dat is zo een beetje een perfecte tijdsmaat, hoewel ik er eigenlijk niet graag getallen op kleef. Een slecht spel van 10 minuten kan langer duren dan een spannend en onderhoudend avondvullend spel.

Ik zou zeker nog tientallen andere zaken kunnen aanhalen die bepalen of je een spel al dan niet goed vind, maar de enige goede raad die ik éénieder kan geven is de volgende : probeer gewoon een spel. Ga een keertje langs bij je plaatselijke spellenclub of spreek af met jouw fellowship. Beleef samen een mooie reis, misschien met de nodige moeilijkheden, maar sta zeker open voor wat je voorgeschoteld krijgt. Is het niets voor jou? Des te beter, dan weet je dat je er je handjes af kan houden. Smaakt het naar meer? Dan weet je waar je je zuurverdiende centjes naartoe kan laten rollen.

Vrijdag, 9 september 2011

Op weg naar Mekka…

Sinds de uitvinding van het internet is de wereld in een stroomversnelling geraakt, mensen van onder de kerktoren, zoals mezelf, konden hun horizon deftig verruimen door slechts één enkele muisklik. Sites als google, yahoo en altavista leveren ons voldoende zoekmogelijkheden op om bij het juiste topic terecht te komen.

Maar misschien het meest frequent gebruikte, is wel Wikipedia, deze online encyclopedie is niet enkel een must voor chronische rugpatiënten, waarbij deel 12 van de klassieke encyclopedie reeks in de dressoir in uw living hen fataal werd, maar ook voor scholen, bollebozen en de simpele werkmens, zoals wederom mezelf.

In een verdiepende studie over de Islam vond ik dan ook volgend fragment terug :
“De Hadj is ( الحجّ) is de pelgrimstocht naar Mekka, een van de vijf zuilen van de islam. De hadj is verplicht voor alle gezonde, volwassen moslims die over voldoende geld beschikken. Voor mensen die om gezondheidsredenen niet kunnen gaan, of niet genoeg geld hebben, is het dus geen verplichting. Wel kan iemand die zelf de hadj al verricht heeft in naam van iemand gaan die daartoe niet in staat is.”

Nu moet ik eerlijk zeggen dat dit alles me bijzonder herkenbaar in de oren klonk. Ook wij, de spelers uit spellenland hebben onze eigenste Hadj. Het grootste voordeel voor ons is wel, dat we ons geen 4 494 km (in vogelvlucht) moeten verplaatsen, maar welgeteld 169,5 km (in werkelijke kilometers) vanaf ons huisje tot aan de messe in Essen.

Deze “batibouw”-hallen zijn het decor voor de grootste Europese spellenbeurs, een referentie in het de wereld zelfs, want naast enkele megaconventies in Amerika, is dit wel de place-to-be voor elke spellenliefhebber. Ik zou gerust durven stellen dat elke gezonde, volwassen (en niet zo volwassen) speler die vooral over voldoende geld beschikt deze reis moet ondernemen.

Voldoende geld heeft u nodig, niet enkel voor de inkom (die €11 uit uw portefeuille zal vergen), het parkeerticket (€5), een wegenvignet om in de Duitse steden te mogen rijden (alhoewel u dit netjes kan omzeilen door een afrit vroeger te kiezen en van buitenaf de stad de messe binnen te rijden), een drankje en broodje voor tijdens de middag en eventuele verblijfskosten voor de die-hards die meer dan één dag gaan of misschien zelfs de volledige vierdaagse overleven.

Daarnaast zal u uw budget goed moeten beheren, want u waant zich in luilekkerland, overal waar u maar kijkt spelletjes, spelletjes, spelletjes. Het ene al wat nieuwer en exclusiever dan het andere. Stapels met uitverkoop, koopjes allerhande en solden waarvan uw oren gaan flapperen. Pas nu goed op, beste speler, koop aub geen spel dat u anders toch niet gekocht zou hebben, enkel en alleen om de prijs. Neem van mij aan dat deze aankopen al snel stof zullen vergaren in uw spellenkast. Een handige tip van mijnentwege, neem uw budget aan cash mee, want dan geldt de alom bekende leuze : “op is op”.

Bereid u toch goed voor, ga niet lichtzinnig de drukte in. U leest het goed, adem zal u wel hebben in de hoge hallen van de messe (alhoewel?), maar een goedvoorbereid speler is er méér dan één waard. Zorg dat u een overzichtje van de hallen heeft en weet welke uitgeverij zich waar heeft geplaatst, ze hebben allemaal een booth-nummer, zoals u op de diverse sites over Spiel zal kunnen terugvinden. Zorg ervoor dat u een afdrukje heeft van voorbestellingen, eventueel met nummer, zodat u dit kan voorleggen aan de stand en u niet al te veel tijd verliest. Betaal desnoods uw bestelling al op voorhand als dit wordt aangeboden, dan heeft u ook weer een beter overzicht op het beheer van uw budget en loopt u in de messe niet verkrampt rond met uw ene hand constant op uw portefeuille en de andere angstvallig en stevig grijpend naar de trolley of te zware zak die u meezeult.

Voorzie ook aan uw primaire behoeften, neem boterhammetjes en een drankje mee. Dit kan in een rugzak, maar dan moet u daar weer mee zeulen, alhoewel hij misschien handig van pas komt, nadat uw alles erin heeft verorberd en het weer een extra opbergplaats blijkt te zijn. Ik persoonlijk geef de voorkeur aan een korte pauze, rond het uur van één, zet ik mezelf even buiten, op een bankje bij mooi weer om te genieten van de boterhammen, het drankje en de frisse lucht. Ondertussen kan u even een eerste lading spellen in uw koffer deponeren en dan heeft u terug de volle moed en energie om het tweede luik van uw bezoek aan te vatten.

Hé, ik heb nooit gezegd dat het een plezierreisje werd. Het is een uitstap die draait om zelfopoffering, in het reine komen met je zelf (en je portemonnee) en vooral het vinden van innerlijke rust, tevredenheid, trots en voldaanheid na deze trip. Nog een goede 40 dagen en dan staat de uittocht weer voor de deur, het zal nog even bekijken zijn of ik mezelf terug in het gewoel zal storten of ik een slachtoffer dien te zoeken die mijn hadj in mijn plaats verricht.

Zaterdag, 17 september 2011

Coopopkop ???

Het nieuwe schooljaar is nu echt goed en wel gestart. Het is toch steeds weer even er terug inkomen. Nieuwe leerlingen, nieuwe klas, nieuwe handleiding van taal ook. Eén van deze lessen taal was zonder meer de eerste memorabele les van het prille schooljaar. Het betrof het gebruik van leestekens in een zin.

Inleiding op het geheel : de leerlingen lezen een tekst waarin de leestekens, hoofdletters en alle mogelijke houvast om een correct leesritme en -melodie aan te houden verdwenen waren. U kan zich waarschijnlijk al voorstellen dat dit tot hilarische momenten leidt, waarop ik, slecht als ik ben, even de oudste kinderen van de school met hun neus op de feiten druk : “lieve kindjes, jullie zijn bijna 12 jaar en kunnen nog steeds niet lezen”

Na een kort lachmoment tussendoor, komen zij dan eigenlijk automatisch en van zijn eigens tot de eindtermen en leerplandoelen van deze les, nl. dat het gebruik van leestekens noodzakelijk is en dat deze het ons veel eenvoudiger maken voor het lezen van een doorlopende tekst. U had misschien ook de nodige problemen bij het lezen van de titel, dus geef ik u ook graag even de correcte weergave ervan : “Coöp op kop ???”

Het woord coöp is in de spellenwereld een afkorting voor een fenomeen dat pas de laatste jaren de kop heeft opgestoken, nl. coöperatieve spellen, spellen waarbij u met z’n allen samen gaat spelen. Gedaan met elkaar te pesten, competitief elkaar afmaken, vals spelen zo veel het kan … Gedaan met dit alles, nu gaat u de strijd aan met een hoop papier, karton, hout en als u geluk heeft nog wat plastiek miniaturen.

Laat mij alvast beginnen met het meest frustrerende van de hele zaak : u krijgt 9 op 10 op uw doos, een pak rammel van het spel. Fijn, zo samen verliezen, dat moet gezegd, maar de sfeer is pas opperbest als u er toch eens in slaagt om de queeste tot een goed einde te brengen. Ondertussen zijn de coöptitels al niet meer op twee handen te tellen. Aan een opsomming ga ik me dan ook niet echt wagen, want dan vergeet ik er toch, maar diegene die iets bij mij hebben losgemaakt en een mooi plaatsje in onze spellenkast hebben vergaard, wil ik u hier niet onthouden.

De eerste coöp, waarmee het allemaal begonnen is, is Shadows over Camelot. Dit prachtige spel van Days of Wonder was onmiddellijk een grote hit bij mijn vaste speelkring. We kenden dat fenomeen van samenspelen niet, en ondanks de vele nederlagen die wij als ridders van ronde tafel leden, bleven we het met veel goede moed telkens proberen. Ondertussen is de Merlijn-uitbreiding ook tot bij ons geraakt, maar hebben we het spel jammerlijk genoeg niet meer uit de kast kunnen halen.

Het kleinste coöperatieve spel is dan weer Red November van FFG. In dit spel gaat u uw petieterige gnomen op een klein speelbord bewegen, waarop zich een duikboot bevindt en een groot zeemonster. Het materiaal is zoals reeds vermeld nogal beperkt, zeker voor slechtzienden (er is trouwens een herwerkte versie voorradig nu), maar dit spel bracht zo’n heerlijke twist met zich mee, dat ik deze zeker het vermelden waard vond. U kan namelijk uw teamgenoten halverwege het spel gewoon in de steek laten. U neme hiervoor een duikerslong, opent het luik en zwemt naar de oppervlakte van de kolkende oceaan. U moet dan nog maar één ding hopen en dat is dat uw collega’s het niet redden en stilletjes verdrinken. U wint het spel lekker alleen!

De coöp-industrie kwam echter pas een jaartje later echt op gang, met Pandemie. Het spel dat in diverse talen is vertaald, zo ook het Nederlands, toen nog door QWG. Het spel schopte het erg ver, het haalde de eerste Gouden Ludo binnen en in één klap werd het genre door iedereen wel gesmaakt. Alhoewel je altijd wel voor- en tegenstanders hebt van het genre, kon er toch niemand aan weerstaan om het spel op tafel te leggen en te proberen om de wereld te redden van de ondergang. Het ene virus na het andere vloog je rond de oren, maar eens je een beetje training achter de rug had, merkte je al gauw dat het doenbaar was. Gelukkig werden er direct extra regels voorzien om het jezelf moeilijker te maken.

Het kon dan ook niet lang uitblijven of er verscheen nog een klein doosje van de auteur van Pandemie. In Forbidden Island probeert u vier schatten te gaan verzamelen voor het hele eiland zinkt met u incluis. Het had wel iets dit spel, voor het eerst zo’n blikken doosje in de kast, maar na enkele speelbeurten (en saai oh saai iets te makkelijke overwinningen, tot we het “legendary-niveau” testten) bleek het toch maar een flauw afkooksel van Pandemie. Waar ik wel een grote voorstander van ben, is het aspect waarop dit spel rekening houdt met de autist in mezelf, het spel ruimt zichzelf op! U start, u verliest tegels en kaarten, deze komen netjes terug in de doos en net voor u wint (of verliest) hoeft u eigenlijk enkel nog uw pionnetjes in het zakje te steken en … klaar is kees, op naar het volgende spel.

Dat coöps vaak uitlopen op een vernedering voor de spelers, bleek uit een hele rij fantastische spellen binnen het genre. In Ghost stories bijvoorbeeld, van onze Belgische vrienden van Repos, gaan we de strijd aan met aartsvijand Wu-Feng. Het in de hand houden van de problemen gaat vrij goed, tot deze smeerlap in het spel komt. U dient hem te verslaan, met de beperkte mogelijkheden die u heeft en moet dit bovendien ook nog eens doen binnen een beperkte tijd. Eerlijk is eerlijk, we maakten aanvankelijk foutjes tegen de regels en maakten het onszelf nog moeilijker. De laatste speelsessie werd dan ook voor de eerste keer eens verrassend gewonnen. De eerste uitbreiding White moon, voegt nog héél wat extra’s toe, maar de uitbreiding die in Essen in onze schoot wordt geworpen (waarvan er niet voor niets 666 exemplaren worden gemaakt), die gaat ons helemaal de daver op het lijf jagen. U krijgt bij deze variant wederom een mol in het spel die even het spel een handje gaat toesteken.

Defenders of the realm hebben we dan weer nooit tot een goed einde gebracht. We hebben in totaal toch al zo’n keer of vijf geprobeerd (dit is natuurlijk nog belachelijk weinig, maar we hebben ook zo véél spellen), maar veel dichter dan een verre ereplaats voor mezelf als master-slayer zat er nog niet in. Wat ben je met zo’n titel als je genadeloos wordt opgevreten door één af andere draak? We zullen maar blijven proberen zeker, het komt er misschien toch ooit een keertje van … en dan beste lezer … dan zal u dat hier in geuren en kleuren kunnen lezen.

Tot slot ook al graag even een kijkje vooruit, naar Essen meer bepaald. Daar verschijnt Panic station bij WGG, een spel van Belg David Ausloos (het mag gezegd, de Belgen zijn belachelijk goed bezig in spellenland). In Panic station komt er een essentieel deel terug van Battlestar Galactica the boardgame, waarover ik in dit bericht niet al te veel ga vertellen, buiten het feit misschien dat dit een coöp is :-).
In deze spellen draait alles om het gevoel dat u niemand kan vertrouwen. Hinkt hij of zij mee met de vijand of behoren ze nog tot de “goeie”? Wordt u ook aangetast door het schadelijke virus en veranderen uw doelstellingen plotsklaps van wit naar zwart? Doelstellingen die u, kostte wat het kost, gaat proberen te realiseren, zoals een goed leerkracht ook steeds probeert te doen. Want daar draait het uiteindelijk toch allemaal om : PUNT.

Zaterdag, 1 oktober 2011

De maandelijkse stoelendans …

Gisteren was het de laatste schooldag van de maand september. Die eerste maand is weer zo voorbij gevlogen. Dat is normaal, gezien de drukte van het begin van het schooljaar, hoor ik u denken. Zeker en vast, maar reken daar ook al maar de voorbereiding voor Spiel en andere Spel 2011-en bij. Dit zijn afspraken waarnaar we elk jaar uitkijken. Maar daarover wil ik het vandaag eigenlijk niet echt met u hebben.

Op de laatste dag van de maand mogen mijn kindjes in de klas een nieuw plaatsje uitkiezen. Vaak wordt deze traditie op gejuich onthaald, want het is altijd leuk om een nieuw plekje op te zoeken in de klas. Dan zit je eens naast iemand anders, zie je het bord vanuit een ander standpunt en kan je je trachten zo goed mogelijk te verbergen zodat je uit de line-of-sight van de meester blijft. Af en toe is er ook teleurstelling mee gemoeid. Je zat net naast je beste vriendinnetje, je mag pas als laatste kiezen (maar de volgende keer mag je dan als eerste kiezen), jij hebt net die bank die weer niet fatsoenlijk dichtgaat, je zit als linkshandige aan de verkeerde kant en stoot constant tegen je buur zodat het lijkt of je eigengemaakte geschrift (wat kinderen van 12 hebben) waar je zo trots op bent, te vergelijken is met dat van een drie-jarige en je alzo de hoon van de leerkracht over je nek krijgt. Zo ben ik dan ook weer : streng, maar rechtvaardig (euhum)! Wel, voor deze laatste categorie heb ik een goede tip.

Waar ik eigenlijk naar toe wil, is dat de gepaste plaats rond de spellentafel ook zeer belangrijk is. In welke mate beïnvloedt dit het spel? Stijgen je winst- of verlieskansen als je naast persoon X of Y plaats neemt? Hoe zit het eigenlijk met het startspelervoordeel bij sommige spellen en de volgorde waarin je aan de beurt komt? Is hier eigenlijk al eens wetenschappelijk onderzoek naar verricht? Waarschijnlijk zal er op de “geek” (boardgamegeek voor diegenen die het niet kennen, google maar eens even) wel een hele uiteenzetting zijn over dit fenomeen.

Gisteren was het bij ons ook weer zo ver, een gezellige spellenavond gepland, spelletje uitgekozen, enorm veel zin erin, maar dan … oh horror, waar gaat persoon X (elke gelijkenis met bestaande personen berust op toeval!) zich nestelen. Zorg vooral dat je er niet naast zit, want je bent gezien. Of het nu gaat over een meesterlijke zet of een flater van je welste, het draait waarschijnlijk weer volledig in jouw nadeel uit. Wie begint het spel? Wederom de jongste of toch maar de oudste? Wat als jij nu de middelste bent, zoek je dan toch maar een andere vriendenkring?

De spellenindustrie heeft hierop al een antwoord gevonden. Er is ondertussen een spel op de markt verschenen, “Startplayer”, die komaf maakt met al die belachelijke startspelerbepalingen die de standaardregels voorschrijven. Maar nu moet je eigenlijk dus al een spel gaan spelen vooraleer je het eigenlijke spel nog maar kan aanvangen. Ik vermeld er graag nog kort even bij, dat er binnenkort ook soortgelijk spel verschijnt waarbij gelijke spelen op het einde worden gebroken. U vindt dit spel onder de naam “Tie-breaker” terug.

Tja, het zal waarschijnlijk voer voor discussie blijven. Het is en blijft gewoon zo dat je in een gezelschapsspel vaak afhankelijk bent van hetgeen dat je tegenstrevers uitvreten … en dat maakt het juist zo interessant. Pas op, er zijn wel spellen waarbij je alles kan gaan uitrekenen, tactisch en strategisch gaan bepalen, zodat je al op voorhand weet dat je het spel zal winnen, maar zoiets is niet aan mij besteed, dan kan je beter achter de pc enkele spreadsheets openzetten en je kennis van excel even tentoonspreiden aan jezelf. Kicken geblazen!

Niets is trouwens erger dan samenspelen met voorbedachte rade, tenzij het gerechtvaardigd is en de verneukte persoon in kwestie het verdiende om gesjareld te worden. Sommige mensen spelen bijvoorbeeld in koppeltjes, ze kunnen het niet aanzien om hun geliefde partner te zien lijden (met lange ij) en zorgen er dan maar voor dat hij of zij het ganse spel kan leiden (met korte ei). Hatelijk vind ik dat, veel leuker is het tegenovergestelde, het voorbeeldkoppel dat elkaar na één kleine, belachelijke ZET totaal voor schut ZET. De sfeer zit er dan onmiddellijk in, de toon is gezet, de spellenavond kan dan al niet meer stuk. Toegegeven, ik zal er dan ook waarschijnlijk mijn voordeel wel mee doen, het gezegde “als twee honden vechten …” is vaak van toepassing in de wondere wereld van het spel. Maar, het is op die manier toch gewoon zo veel leuker. Dat bepaalt overigens ook een goeie spellengroep. Een groep mensen die er niets mee inzit om mekaar een mes in de rug te planten, een loer te draaien, een patat in het gezicht te geven, dat houdt het levendig en zorgt ervoor dat er vooral gespeeld wordt.

Dus liefste kindjes van mijn klas, lees dit artikeltje nog maar eens goed na. Zet u vooral ook eens naast een kindje waar je liever niet naast zit, want er is niets zo plezant als eens een goede loer te draaien. Laat ze gerust overschrijven tijdens de toets van Frans, maar zorg dan dat je per ongeluk net een foutje schreef op je eigen blad. U kan dit later nog rustig verbeteren. Babbel en prul op die manier ook stukken minder, want je hebt toch niets te zeggen, je resultaten zullen zienderogen stijgen. Denk dus bij de volgende maandelijkse stoelendans aan deze grote les “pedagogisch inzicht en sociale vaardigheden” en je zal zien dat je met spelend gemak een nieuwe interessante maand tegemoet gaat.

Woensdag, 5 oktober 2011

Polyetheen of polyethyleen?

Beide benamingen zijn correct, alleen is de tweede de iets oudere benaming. Deze stof wordt gemaakt door polymerisatie van etheen. Etheen wordt verkregen door het afbreken (kraken) van onder andere nafta, een licht derivaat van aardolie. Geschat wordt dat 1,2% van de ontgonnen aardolie gebruikt wordt om polyetheen te produceren. Tot zover onze deskundige uitleg over niets meer dan … plastiek.

Plastiek, plastiek en nog eens plastiek … Gisterenavond was het zo ver, de hel waar elke man waarschijnlijk wel één keer in z’n leven door moet, de ergste nachtmerrie van testosteron, maar toch allemaal zo handig, gebruiksvriendelijk en kwalitatief top mijnheer. Gisteren overleefde ik … een “tupperware”-avond. U kent het wel, een gezellige bende kakelende vrouwen op mijn dak, tv kijken is uit den boze, wat wel toegelaten is, is het schenken van dranken en het doen van de afwas.

Ondertussen weet ik dan ook alles over bewaardozen, invriespotjes, klein keukenmateriaal, de turbochef en andere ultra pro’s. Interessant, het moet gezegd, maar voor mij hoeft dit toch ook niet elke week te zijn. Het grootste geluk was het feit dat het geen Champions league was op tv, want dan had het kot waarschijnlijk te klein geweest en had ik, hoogstwaarschijnlijk, met de staart tussen de benen mogen afdruipen naar de eerste de beste kroeg met televisie of een kameraad die begripvol z’n deur voor mij zou openzetten.

Het is dit keer dus niet nodig geweest, maar deze avond heeft me wel aan het denken gezet en me ertoe aangezet om dit artikeltje hier te schrijven. Waarom zijn al die vrouwen zo zot van die plastieken pottekes en pannekes? Ligt er een soortgelijke link in de spellenwereld?
Hoe ver deze werelden misschien ook uit elkaar te lijken liggen, ik moet toegeven dat ik iets gevonden heb.

Polyetheen of polyethyleen is een stof die ook erg populair is bij enkele uitgeverijen. Zonder meer bij FFG (Fantasy Flight Games voor de leken onder u), die hebben volgens mij aandelen bij één of andere aardoliemaatschappij. Het zou zelfs best kunnen dat ze er zelf ééntje hebben staan ergens in het midden-oosten (of moet ik Middle Earth zeggen?). Ook wij, de modale spellenspeler is gek van plastiek. Niet zozeer de potjes of opbergdoosjes, hoewel we een mooie inlay altijd weten te appreciëren, maar vooral die fantastische figuurtjes. Ook wij zijn bereid om wat meer van onze zuurverdiende centjes neer te tellen voor dit opkomende speelmateriaal. Opkomend, dat zeker, want ook meer en meer eurogames geven hun spellen een meerwaarde hierdoor.

Laat het er ons in ieder geval op houden dat het meer dan een trend is. Enerzijds wel erg jammer, want ik weet me persoonlijk nog steeds goed te amuseren met mooi houten materiaal. Er is niets mis met een mooi geschilderd, maar vooral kwalitatief goed kubusje die aangeeft waar jij de meerderheid hebt op een speelbord. Een tiental jaren geleden verschenen er zelfs houten poppetjes, meeples genaamd, die ondertussen een ganse familie hebben, je hebt ze in alle vormen van dieren, groenten, fruit of aangepast aan het piraten-, romeinen-, racethema, …

De kartonnen fiches en de standaardpion, die periode lijkt me zo stilaan wat achterhaald te zijn, alhoewel de meeste spellen toch nog wel een mix van al het bovenstaande materiaal voorzien. We moeten er toch ook eerlijk in zijn, we worden op zich ook wel gepusht om die plastieken figuurtjes leuk te vinden. Bij elke videobespreking die je op het internet vindt, bij elke foto die van een spel wordt gepubliceerd, ze worden netjes “in de verf” gezet. Sommigen letterlijk, anderen figuurlijk. Ik heb er het geduld en de kunde niet voor om ze van zo’n kunstig laagje lakverf te voorzien, maar er zitten artiesten op deze wereldbol. Misschien moeten ze bij Tupperware eens aan die mensen hun deur kloppen, het zou hun producten alleszins exclusiever maken, want echt origineel ben je niet als je de bewaardozen van Tupperware hebt. Een ander kleurtje elk seizoen, dat kan er nog af, af en toe misschien zelfs een kleine wijziging in vorm of nog eens een extra gadget erop of eraan, maar zo’n gepersonaliseerde turbochef, dat moet toch de max zijn.

Of er nu echt een nakende samenwerking zit aan te komen, daar droom ik misschien toch nog net een brug te ver. Ik weet alleszins wel dat het “mijn” Tupperware-avonden aantrekkelijker zou maken en ik ken er zonder meer nog die in dat geval ook maar al te graag hun voetjes onder tafel zouden schuiven.

Maandag, 17 oktober 2011

You’ve got to do your homework!

Traditioneel is deze week één van de drukste weken in het schooljaar. Waarom? Wel, het is voor de eerste keer een echte toetsenperiode. Van examens spreken we nog niet in de lagere school, ah nee, want wij krijgen geen halve dag om te studeren voor de toetsen, wij doen het gewoonweg tussendoor, dagelijks werk heet dat in het middelbaar. Dat heb ik mijn leerlingen alvast wijs kunnen maken.

Maar hoe begin je nu aan zo’n overvolle agenda? Elke dag wel twee toetsen deze week en nog enkele in het vooruitzicht volgende week, maar deze staan niet meer op het rapport, die houden we tegoed voor het volgende rapport. Eén van de belangrijkste zaken in het zesde leerjaar is dan ook leren leren, plannen, hoe studeer ik?, wat moet ik wanneer doen?, hoe combineer ik dat met mijn zes hobby’s en vijftien andere activiteiten?

Want ja, ze hebben het toch zo druk die jeugd van tegenwoordig. Ik reken me dezer dagen dan ook nog erg graag bij de jeugd, want ook ik heb het de laatste tijd ook erg druk gehad met de voorbereiding voor Spiel Essen. Ook hier dient doordacht te werk worden gegaan, alles netjes tot in de puntjes plannen. En het moet gezegd, dat is niet eenvoudig, gezien de dikte van de cursus die dat spel in Essen met zich meebrengt.

De tussenstand van het aantal nieuwigheden staat volgens Spielbox op 737 op dit eigenste moment (maandag 17 oktober om 20.03 uur), maar daar komen nog constant spellen bij en niet alles wordt opgelijst waarschijnlijk. De eerlijkheid gebiedt mij wel te zeggen dat er véél zaken dubbel opstaan, spellen die in verschillende talen of bij diverse uitgevers verschijnen bijvoorbeeld. Hier en daar mag je nog een aantal remakes of een hoopje goodies (waarover u in een vorig artikel al het nodige kon lezen) bijtellen, maar die zijn volgens mij niet bij die 700-tal spellen gerekend. Deze laatsten krijgen we er allemaal gratis en voor niets bovenop. Alhoewel … de nieuwe trend is blijkbaar geld inzamelen voor het één of ander goed doel, dus verwacht men een bescheiden bijdrage voor het kleinood.

Zo veel nieuwe spellen, dat betekent ook zo veel nieuwe spelregels, netjes te lezen op het internet, via de gekende media of rechtstreeks in je mailbox als je je hebt aangemeld bij de uitgeverij. Het kaf van het koren scheiden dat is al een avondvullende bezigheid, maar daar lukken we mijns inzien elk jaar beter en beter in. We stellen een duidelijk wishlist op, een lijstje met de spellen die we echt in de spellenkast willen en in zoverre ons budget het dan nog toelaat natuurlijk. Sommige uitgeverijen zijn flexibel en kunnen ons het spel aan een prijsje bezorgen, voor de nodige previews, reviews en aankondigingen uiteraard in ruil, maar deze plaatsen we dan ook met de glimlach. De spelregels lezen is dit jaar voor mij echt een must geweest. Stonden ze mij niet aan, dan werd het spel onherroepelijk van de lijst geschrapt. Was het maar zo en zo, dan kon het spel misschien nog op wat gratie rekenen en komt het op de After-Essen-lijst te staan. Een lijstje van voorlopig ook maar één bladzijde lang (dat is in het verleden anders geweest). Hiermee gaan we in de maanden november en december wel aan de slag. Vorig jaar kwam er op die manier nog een K2 uit, die we aanschaften tijdens Spel 2010.

Na enkele weken voorbereidingen treffen, mails sturen naar bevriende uitgeverijen, contacten onderhouden met auteurs, uitgevers en andere speelgenoten, begint het leukste van de hele zaak … het speculeren. Is dat spel echt wel de moeite? Ik heb de regels gelezen en vergelijk het met … altijd wordt er wel vergeleken, een uniek spel, dat vind je dezer dagen niet meer. ’t Wordt ook elk jaar moeilijker natuurlijk als je ziet hoeveel er op de markt verschijnt. Door het praten over de spellen, wordt er soms wel eens ééntje opgevist en toch op de lijst gezet, maar even goed verdwijnen er dan weer.

De lijst … de lijst … de lijst … ’t is niet zomaar een blaadje papier. Het omvat ten eerste een opsomming van de spellen met bijhorende uitgeverij, contactpersoon en prijs, maar bovenal de booth-number. Wat is dat voor een beest hoor ik u denken? Wel dat is een nummer die de standplaats van de uitgeverij aangeeft, het bestaat uit twee delen, het voorste deel zegt u in welke hal u dient te zoeken, het tweede is het nummer van de stand. (Zo vindt u onze Nederlandse vrienden van WGG bijvoorbeeld op 5-01). Daarnaast vindt u in deze lijvige bundel ook nog een overzicht van de verschillende hallen, in fluo netjes aangeduid waar ik overal zeker eens moet passeren. En tenslotte zit er achter elk overzicht van de zaal de mails die ik in de afgelopen weken van de uitgeverijen heb ontvangen, altijd makkelijk als je die kan voorleggen, dan herinnert men de afspraken wat sneller, want na al twee superdrukke dagen op Essen zijn ze al bijna murw, die arme standhouders.

Mijn huiswerk is dus eigenlijk zo goed als klaar, en het geeft mij zelf alleszins een beter gevoel dan zomaar onvoorbereid naar Essen te trekken, want dan loop je zonder meer wat verloren. Een goede voorbereiding is een eerste stap naar succes zeg ik maar altijd. Bij sommige leerlingen blijft dit hangen, bij anderen gaat dit even vlug het ene oor in en het andere oor uit. Je zou haast vergeten om in al die drukte nog te genieten van de mooie tijd van het jaar. De blaadjes verkleuren, de ochtend is lekker fris, maar het zonnetje is voorlopig nog van de partij (hopelijk zaterdag ook), want wanneer je even uit de drukte van Essen vlucht, op zoek naar een auto om een zak met spellen te dumpen of naar een boterhammetje om de maag te vullen, dan kan het toch zo’n deugd doen mijnheer. Ik ben er zeker van dat u zal zien, indien u mij tegenkomt zaterdag, ergens buiten rond de Messe er een brede glimlach om mijn mond zal zijn, want eerlijk is eerlijk : Spiel is dan wel druk, erg erg druk, het is toch zo’n mooie toets voor mij.

Zondag, 23 oktober 2011

Grabbelen en graaien in de schaarste!

Spiel Essen, ik heb er altijd al een liefde-haat-verhouding mee gehad. Natuurlijk is dit voor ons als Sinterklaas, natuurlijk is dit evenement niet te missen, natuurlijk is elk zich-zelf-respecterende bordspelfanaat en spellenclub aanwezig in de hallen van Essen het voorlaatste weekend van oktober.

In een vorig artikel op de SpinLi-blog had ik het al eens over de voor- en nadelen van deze megabeurs. Ik kon toen al meer redenen geven om niet naar Essen te gaan als leek, dan voordelen. De drukte is één, als onderwijzer kan je niet zomaar op donderdag of vrijdag in Duitsland geraken natuurlijk, dus is zaterdag (de topdag bij uitstek) één van de weinige mogelijke alternatieven. Voor de middag valt het overigens best wel mee, maar eens je een boterhammetje achter de kiezen hebt, is het over met de pret. Je waant je zonder enig inbeeldingsvermogen als een lekker kippetje in één of andere -binnenkort verboden- legbatterij.

Uitgevers, standen, ze zijn er in overvloed. Dit jaar zat er zelfs een record in, zowel qua uitgevers, als vertegenwoordigde landen, als nieuwigheden die op de beurs werden voorgesteld. Alhoewel ik dit laatste in het vervolg van mijn schrijven in twijfel zal trekken. Wil u zeker te veel betalen voor uw nieuw spel? Ga dan zeker naar Essen, daar ronden ze de prijzen netjes voor u af, u weet wel, geen gedoe met klein, metalen geld, gewoon briefjes inleveren, dat is het handigste. Het jammerlijke is dat men blijkbaar jaar na jaar meer naar boven afrondt … en als u de eurobiljetten al eens hebt bestudeerd, dan weet u dat de prijzen dan sprongen maken van €5. De enige prijzen die ik dit jaar zien staan heb voor bordspellen is €35 – €40, tot een belachelijke € 190 voor een zelf-in-elkaar-geknutseld spel (dat zonder twijfel veel moeite en handvaardigheid van de auteur heeft gevergd), de kaartspellen deden eigenlijk al niet veel beter met €20-€25. Zo telt het redelijk vlotjes op!

Koopjes dan maar, in Essen zijn er altijd wel koopjes te doen! Wel lieve lezer, ik heb er niet echt specifiek op gelet, maar eerlijk gezegd zag ik belachelijk weinig koopjes dit jaar. ’t Is blijkbaar crisis voor iedereen, maar aan het aantal spellen dat ik de messe zag verlaten, was dit duidelijk niet te merken. Ook wij zondigden hier overigens tegen, dus wat zelfspot is hier zeker op z’n plaats. (het resultaat ziet u op de SpinLi-blog) Vorige jaren vond je in elke hal wel enkele stapels spellen aan dumpprijzen, een tweedehandswinkel of één of andere Kaufhaus die je zuurverdiende centjes ook graag in ontvangst nam. In hal 9 was er vroeger zelfs een hele gang met torenhoge stapels spellen aan dumpprijs. Wel, ik heb ze niet gezien, maar nogmaals, dat kan aan mij liggen, volledig verblind door mijn rush naar de “nieuwere” spellen.

Dit brengt me dan ook naadloos bij het probleem dat zich vooral sinds dit jaar stelt. Hetgene dat ik op zaterdag het meeste ben tegengekomen op de beurs is : “Sold out”, “Ausverkauft”, “Uitverkocht” of nog erger, “Not available”, “The game didn’t reach us in time, sorry … 😦
Het is inderdaad crisis voor iedereen, dus ook voor de uitgeverijen. Bestellen die dan te weinig exemplaren? Ik hoorde er met de glimlach vertellen dat ze blij waren dat alles was uitverkocht (na zes uur op dag één bijvoorbeeld), ze hadden het nooit verwacht dat ze alle 250 exemplaren van de hand zouden kunnen doen. 250 exemplaren dames en heren! Voor 150 000 bezoekers die passeren over vier dagen is dit toch niet echt een kunst me dunkt. Maar niet enkel de kleine oplages waren verdwenen. Fragor spande de kroon, 1000 exemplaren uitverkocht in pre-order, dit wil zeggen, op voorhand bestellen via mail. Op 11 dagen (een maand voor Essen nota bene) was alles al in kannen en kruiken, gelukkig waren we daar snel bij, want Poseidon’s kingdom wilden we zeker niet missen. Maar het schetst wel in het kort het stijgende probleem, meer spelers, meer mensen gepassioneerd door het karton, de stansramen, de meeples en de dobbelsteen … we horen het graag, maar we gaan zelf achter het net worden vissen.

Mij niet gelaten natuurlijk, maar ik vind dat ze hun exemplaren dan netjes moeten verdelen over vier dagen. Het is vier dagen beurs, zorg dan tenminste dat er elke dag spellen zijn. Volgend jaar kunnen ze de beurs beter afsluiten op vrijdagavond. En voor ons zal er niets anders opzitten dan stiekem op zoek te gaan naar een perskaart, zodat je woensdag de nieuwigheden kan gaan bekijken en op donderdag al een uurtje vroeger de rush naar spellen kan inzetten. Alle gekheid op een stokje natuurlijk, we gaan dit “waarschijnlijk niet” doen.

Zijn wij persoonlijk nu in paniek? Natuurlijk niet, de spellen komen wel terug hoor. Of ze nu bewust in kleine oplage op de beurs worden verkocht om het spel te hypen, het zou kunnen. Binnenkort gooien ze ermee naar je hoofd, of wil je het misschien al helemaal niet meer na het lezen van een dodelijke recensie. Een groot deel zal misschien ook in onze moedertaal worden getransfereerd en dat speelt altijd nog iets makkelijker, dus geduld is een schone deugd en zal zeker beloond worden.

Ik wil enkel dit nog even kwijt aan onze goede vrienden die daar in Brussel de parken onveilig maken met hun tentjes. Liefste Indignados, ge zit in de verkeerde stad, ge zit in het land met de slechte autostrades (nogmaals gemerkt als je een tripje maakt door Nederland en Duitsland), ’t is in Essen dat ge moet zijn!

Woensdag, 9 november 2011

Doe mij maar zonder epidurale …

Gisteren kregen mijn zwangere vriendin en ikzelf een rondleiding in het moederhuis van Herentals waar we binnen enkele weken te gast zullen zijn. We kregen de nodige info omtrent papierwerk, spannende autoritten naar de spoed en nagelbijtende momenten in de verloskamer. Ik heb me voorlopig sterk kunnen houden en hoop deze lijn zeker door te trekken, maar ik kan niets beloven.

Het is toch een hele verandering hoor ik langs alle kanten fluisteren en roepen. Andere gaan het fenomeen van een baby toch nuanceren en zeggen dat  “ééntje nog wel gaat, maar vanaf die tweede …”
Desalniettemin staan er ons spannende momenten te wachten. Hopelijk komt er wel geen telefoontje tijdens Spel 2011, dat is niet echt het moment en bovendien ietsje te vroeg naar onze zin.

Sprakeloos en met de nodige aandacht volgde ik dan maar de professionele uitleg over de epidurale verdoving, tot ik jammerlijk genoeg hoorde dat dit niet voor de papa is weggelegd en dat dit weer enkel voor de mama is. Ik heb de indruk dat mama’s echt wel bevoordeeld worden inzake de bevalling. Is het niet al erg genoeg dat een man zich 9 maanden moet wegcijferen vanwege een “ik ben wel zwanger hé!”? Ontstressen in het bad is ook een optie, maar ook hier mag de papa niet meegenieten van het lekkere warme badje, ja, u mag de sproeier ter hand nemen en in cirkelvormige bewegingen over de buik van uw vrouwtje sproeien. Een epidurale zou me ongetwijfeld meer op mijn gemak stellen en wees er maar zeker van dat ik dat knopje regelmatig zou indrukken, het zijn dan ook moeilijke en spannende momenten.

Misschien ga ik de anesthesist ineens vragen om die katheter te laten zitten voor één van de volgende spellenavonden. Op die avonden gaat het er soms ook spannend aan toe, en is het ook niet altijd even makkelijk. Om nu een spellenavond te gaan vergelijken met een bevalling (hoor ik u denken), dat is nu toch ook niet echt gepast. Wel, eigenlijk niet, maar de overeenkomsten zijn toch wel treffend volgens mij. (of is dat alleen maar in mijn zieke geest? gelieve hierop geen commentaren in te sturen 🙂 )

De laatste weken hielden we ons vaak bezig met de iets makkelijkere familiespellen die in Essen verschenen waren en die zonder enige twijfel in onze collectie passen. Maar daarnaast verschenen er toch ook enkele spellen die mij persoonlijk meer aanspreken, de brainburners zoals we zeggen (in de positieve zin van het woord, want er zijn ook spellen, waarvoor mijn hersenen te klein zijn). De spellen die na een eerste beurt een gezamenlijke “dit spel heeft nog een tweede beurt nodig”-reactie uitlokken.

Nog net voor Essen speelden we Trajan van Stefan Feld, een puntensprokkelspel, maar ééntje met zo veel mogelijkheden. Het bereiken van de actie die je graag uitvoert, dat was de uitdaging en ik ben er nog steeds niet uit hoe ik dit eigenlijk in de hand krijg. Een tweede speelbeurt dringt zich dan ook op en hopelijk komt het er op korte termijn dan ook zeker van.

Op de spellenavond van november was er dan weer Helvetia. Dit spel is van ene Matthias Cramer, die we al kenden van Glen More en Lancaster. Vooral in Glen More werden onze kleine hersentjes al oververhit door zowel het spelmechanisme als de mogelijkheden en in de Zwitserse Alpen zullen ze alleszins niet snel afkoelen. U dient met allerhande zaken rekening te houden. U wil arbeiders om ze te gebruiken om acties uit te voeren, let erop dat u zowel mannen als vrouwen produceert, want u heeft beiden nodig om nieuwe kindjes te maken die u nadien op school stuurt en een rondje later kan gaan gebruiken. U gaat gebouwen zetten waarvoor u grondstoffen nodig heeft, die u bij uzelf maar ook bij u buren kan gaan halen (zolang er maar een eigen arbeider opstaat). U wil grondstoffen inruilen voor punten, uw gebruikte arbeidskrachten terug actief maken, trouwen in de andere dorpen, uithuwelijken van kinderen die nog op school zitten, … Na elk rondje wordt er gekeken hoeveel punten u tot dan toe heeft gesprokkeld, maar u start steeds terug op nul, dus optellen hoeft u niet te kunnen (worden onze hersenen toch nog wat gespaard). Zonder dieper in te gaan op de spelregels voelt u ook al wel dat er héél wat gaande is in het spel en is het ook nodig om uw stappen te overdenken en ze in de juiste volgorde uit te voeren.

Ook de uitspraken die tijdens dit spel gebeuren zijn zonder meer dubbelzinnig te noemen. “Mag ik de mijne ook bij een ander rechtzetten?”, “Mag ik ook kinderen maken op een ander?”, “Mag ik mijn kindjes direct gebruiken?”, … het zijn er maar enkele in een lange reeks, waarbij we ons een kriek hebben gelachen. Het zou dan ook bijzonder jammer zijn om dit alles in een versufte toestand te moeten volgen, u moet ze goed op een rijtje houden, u moet bij de zaak blijven om er ten volle van te kunnen genieten, dus … doe mij maar zonder epidurale.

Dinsdag, 22 november 2011

Don’t shoot the messenger !

Beroepshalve en hobbygewijs kom ik met dezelfde zaken in contact, namelijk het overbrengen van informatie aan een welbepaalde doelgroep, die in zoverre mogelijk openstaat om de kennis die ik aanreik aan te nemen en zich eigen te maken. Vaak zie je in de oogjes van de kinderen dan ook een blik van verwondering en bewondering voor het alwetende orakel vooraan in de klas. Verbazing alom als je hen tracht duidelijk te maken dat Jezus een Jood is, dat ijsberen echt wel geen pinguïns verorberen of dat er een verhouding bestaat tussen de diameter en de omtrek van een cirkel die ongeveer 3,14 is en hieruit afleiden dat de omtrek van de cirkel op een héél eenvoudige manier, nl. twee maal straal maal pi, kan gevonden worden.

In de ogen van mijn collega-medespelers rond de spellentafel is het af en toe ook verwondering en bewondering, maar dat laat zich dan toch wel blijken op een héél andere manier. Terwijl jij de spelregels diezelfde dag nog hebt doorgenomen, gestructureerd in je hoofd hebt geprent om deze op een zo vloeiend mogelijke manier te demonstreren, zodat er méér speeltijd rest en er eventueel nog een tussendoortje op tafel kan verschijnen, kijken zij met grote, vragende ogen toe. Af en toe komt er dan een redelijk hatelijke vraag, waarop het antwoord slechts vijf seconden verwijderd was van uw lippen. U moet uw strakke uitlegschema even onderbreken en de flow is gebroken. Wat er rest, is nog een hele hoop gestommel en euhs die over de tafel rollen, nog meer vragen en vooral … tijdverlies.

Het spelregelboekje ter hand nemen, is zonder meer het hatelijkste wat er bestaat. Uiteraard niet ter controle van een eventueel obstakel of het volgen van een stappenplannetje om u door een speelbeurt te loodsen. Maar er is niets zo ergerlijk als de spelregels lezen terwijl er gezucht, gepuft, gekeuveld, gelachen en vooral … gespeculeerd wordt over hoe het spel wel in z’n werk zou gaan. En ik vind dit zowel in het geval van luisteraar, als lezer het geval.

Dus ik herhaal, een strakke voorbereiding, de regels in het hoofd prenten en gaan met die banaan.
Er is ook één erg groot nadeel aan deze strategie (of is het tactiek?). Wat in jouw ogen geldt als zijnde een vloeiende spelregeluitleg komt bij sommige tegenstrevers over als een alwetendheid omtrent die nieuwe spel, dat ook jij incluis nooit of slechts éénmalig hebt gespeeld. Een cordon sanitaire trekt zich dan ook al op vooraleer de eerste dobbelsteen over de tafel rolt, het eerste kaartje is uitgespeeld of de eerste actie is ondernomen. Met lede ogen ziet u het tafereel aan. Er wordt tegen de onbetwiste kenner van de spelregels gespeeld. Terwijl ze in alle goedheid die welbepaalde spelregel nog eens herhalen en u tegelijkertijd een dolk tussen de ribben planten. Uiteraard gaat er iemand anders met de overwinning lopen, is het hoongelach uw deel en blijft er bij u enkel een gevoel van machteloosheid achter, ondanks het feit dat u het nog steeds een fantastisch spel vindt.

Hetzelfde gevoel bekruipt me na het uitleggen van een lesje verhoudingen, breuken omzetten in procenten en omgekeerd of een ongelijke verdeling waarbij god weet waarom er viermaal zoveel beuken worden gepland dan eiken, die op hun beurt dubbel zo vaak aanwezig zijn als de kastanjes in het bos. Soms wil de frank, of op dit moment toch wel wankele euro niet vallen en dan rest er enkel een herhaling, een herhaling van de regels, ook al rolt er af en toe al een “waarom-moeten-we-dat-in-godsnaam-kennen” over de banken. En het is in die momenten, lieve lezers, dat een boodschapper ongestoord z’n taak naar behoren probeert uit te voeren. Met de glimlach en een gevoel van berusting gaat hij z’n volgende nederlaag tegemoet, wetende dat er sowieso ooit een mooie, zoete overwinning uit de bus zal komen. That keeps you going !

Zaterdag, 26 november 2011

Elementaire beleefdheid : duwen, trekken en voorsteken toegestaan!

Mocht ik de eindredacteur zijn geweest van de Gazet van Antwerpen, het Nieuwsblad of éénder welke andere sensatiekrant uit ons Vlaamse landsdeel, dan zou ik hoogstwaarschijnlijk een andere titel naar uw hoofd hebben geslingerd. “Monsterfile tussen E313 en E34” is een mogelijkheid, “Massahysterie bij spellenrantsoenering” is zonder twijfelen ook een deftige optie. U voelt me al komen, we zijn dit weekend te gast geweest in Broechem om deel te nemen aan de jaarlijkse spellenbeurs “Spel 2011”, ingericht door Forumfederatie.

“Spel” stond de afgelopen jaren garant voor gezellige drukte, veel spelen, mooie koopjes en vooral erg veel sfeer en een mogelijkheid om eens bij te praten met gelijkgezinden. Dit laatste is ons dit jaar zeker weer gelukt, sommigen onder u zullen dit ongetwijfeld kunnen bevestigen. Het was zonder meer weer gezellig. Want eerlijk is eerlijk … naast het spelen van spellen en het schrijven van belachelijke artikeltjes op blogjes van niemendal, is héérlijk leuteren en keuvelen over het reilen en zeilen in spellenland onze favoriete bezigheid.

De gezellige drukte van waar sprake, die was er ook weer. Spel is uitgegroeid tot een volwaardige beurs die twee dagen na elkaar knoertvol zit, geen tafeltje is nog vrij, ook gangen zijn goed gevuld (voorlopig nog zonder dat je een benauwd gevoel krijgt), maar het fiasco van de beurs heeft zich voltrokken in de winkel. De winkel die elk jaar toch het pronkstuk is van de beurs, met z’n talloze koopjes, zéér scherpe prijzen en die een aanslag is op uw rug en andere lijf en leden. Ik moet u eerlijk bekennen, lieve lezer, ik ben er zelfs niet geweest. Enerzijds had ik niet echt de nood aan nieuwe aankopen (lees : bestelling is reeds op vrijdagavond verwerkt) of koopjes, maar anderzijds had ik ook geen zin om twee uur kostbare speel- en keuveltijd te verdoen in de belachelijk lange rij wachtenden.

Ik denk ook dat de mensen van Forumfederatie de bui al voelden hangen. Het probleem met de kapotte handscanner werd alsnog vlug opgelost, dus dat mag geen excuus zijn. Maar die rij, die ellenlange rij van kuddedieren die zich gewillig naar de slacht’spellen’winkel lieten leiden, die loste allerminst op. Er moet dringend nagedacht worden over de organisatie en een praktische oplossing dringt zich op. Dubbele rijen, een extra verkoopstand voor de koopjes, een aparte vitrine waarin je alle spellen kan bekijken of op z’n minst een overzichtje van de koopjes op een affiche of op de powerpoint. Het zou misschien al het één en ander oplossen. Uitwijken naar een andere locatie, met alle gevolgen vandien zoals extra inkom en/of een verdere verplaatsing, wordt plotseling toch een optie. Dat dit oplossen niet eenvoudig is, daar ben ik me van bewust, maar dat deze situatie enkel leidt tot enorm veel frustratie en vooral afhakende bezoekers de komende jaren, verontrust ons allen.

Nog een reden waarom het allemaal wat in de soep draaide, is de eindeloze beleefdheid van het spellen-spelende volkje. Zelfs de meest vredelievende “hobbits” hadden deze horror niet op die manier verwerkt, zij hadden zich ongetwijfeld wel ergens tussen gewurmd. Beleefd en netjes in de rij, terwijl de mensen aan de kassa met hun vingers staan te draaien. Iedereen neemt toch oeverloos z’n tijd om naar al die spelletjes te kijken in de winkel. Op zich geen probleem, maar als je weet wat je gaat aanschaffen, zet je zelf dan toch een keer en gooi je gewicht in de strijd. Dit heb ik dan ook gedaan, of liever mijn stroman, aangezien deze meer gewicht in de schaal bleek te kunnen leggen (waarvoor dank D.C.). Een vechtpartij hoeft nu ook weer niet,  een potje Dobble om te beslissen wie voorrang krijgt, moet daarentegen wel kunnen. Survival of the fittest weet u wel? Voor één keer kan ik toch wel zeggen dat duwen, trekken en voorsteken pedagogisch WEL verantwoord is … en neen, lieve kindjes van mijn klas die hier misschien ook eens passeren, dit geldt  maandagmorgen op de speelplaats niet.

Woensdag, 7 december 2011

David vs. Goliath

Gezien de weken waarin we ons nu bevinden (de advent), leek deze nogal godsdienstige titel de correcte keuze voor dit schrijfsel. Vorig weekend waren we met onze club weer te gast in het Dimpnacenter, een speelgoed- en cadeauwinkel in het hartje van Geel. Om u even te verduidelijken wat dit alles inhoudt, graag even een kort resumé.

Toen we een dikke vijf jaar geleden onze spellenclub opstartten, waren we op zoek naar een winkel die ons aanvankelijk een beetje kon ondersteunen. We konden toen natuurlijk niet voorspellen dat het zo’n snelle vaart zou lopen en zochten naar consistentie in de vorm van een spellenwinkel. Aangezien er toen nog niet zoveel online-winkels bestonden, of we er nog niets van af wisten en er in de onmiddellijke omgeving van Lille niet echt veel spellenwinkels waren (en nog steeds niet overigens), klopten we aan bij deze vriendelijke mensen uit Geel. Sindsdien is het een jaarlijkse traditie om in het eerste (of tweede) weekend van december met de club eens te passeren in de winkel. Die dag demonstreren we de spellen die in de winkel verkocht worden en waarvan wij zelf ook een exemplaartje hebben, zodat we het spel eens kunnen openleggen voor de bezoekers.

Het is niet zo dat het een drukte van jewelste is en dat je over de koppen kan lopen, maar het is toch telkens een gezellige bedoening. Het ene jaar is het al wat drukker dan het andere. Deze keer was het bezoek dat we kregen redelijk gespreid zodat we toch continu in actie waren en dat kunnen we enkel toejuichen. We hebben héél wat spellen kunnen demoën, spelregels overlopen en uitgelegd en toch ook gewoon gezellig meegespeeld. Bovendien hebben we enkele mensen kooptips kunnen geven en zijn er toch enkele bordspellen verkocht die anders in de rekken waren gebleven.

Want elk jaar weer horen we hetzelfde liedje terugkeren. Het is een doorn in ons gespecialiseerde spellenoog dat de mensen effectief enkel spellen kennen die op de televisie worden getoond. Een monopoly, levensweg, yahtzee of poker zijn nog steeds veruit de populairste producten. Ook de spellen van University Games en Goliath kennen héél wat kinderen aangezien ze deze in de klas al wel een keertje gespeeld hebben. De Smart en Thinkfun spellen verkopen zichzelf ook zonder enige problemen, en al zeker na een duwtje in de rug of een korte speelsessie. De meeste mensen vinden het blijkbaar fijn dat zoon- of dochterlief rustig in z’n eentje kan spelen, dan hoeven ze er zichzelf niet mee bezig te houden natuurlijk.

Het blijft toch een ongelijke strijd, het betere bord- en kaartspel krijgt niet dezelfde kansen als de spellen van de grote merken. Deze kansarmoede bestrijden we al enkele jaren, maar des te langer we ermee bezig zijn, des te harder is de kaakslag als zelfs mensen in de omgeving nog nooit van een spellenclub hebben gehoord, laat staan dat ze het logo van de club kennen voor een klein quizje op het jaarlijkse Kerstfeestje. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat er voor elk wat wils is in onze business en dat we iedereen effectief wel aan het spelen kunnen krijgen. Het aanbod is zo gevarieerd en zo aantrekkelijk geworden de laatste jaren dat ik zonder problemen de nodige info kan bezorgen als mensen om iets speciaals vragen. Maar ook daar wringt vaak het schoentje … wat willen de mensen eigenlijk? Ze willen eens een moeilijker spel, zeggen ze dan. Oké, raad ik hen dan een twilight imperium III aan? Natuurlijk niet, met wat moet je gaan vergelijken, wat kennen ze al? Af en toe is er een lichtpuntje … we spelen graag Machiavelli en zoeken nog een cool spelletje. Maar wil je dan een soortgelijk spel met karakterkeuze, het betere familiespel, een deftig bordspel of toch liever een kaartspelletje met het nodige karakter?

Nog groter wordt de frustratie als je de unplugged spellen gaat vergelijken met de digitale versie van deze vorm van vertier. Tijdens één namiddagje in de winkel zagen we welgeteld vier (4!) exemplaren van Wii dance 3 over de toonbank gaan. Dat is dus een gemiddelde van één spel per uur ! Stel je voor dat we ditzelfde kunnen bereiken met een, laat-ons-zeggen-door-de-weekse-ticket-to-ride, dan zijn er per “winkel”dag acht topspellen aan de man gebracht. Het zou zeker een verrijking zijn voor elke huiskamer in Vlaanderen (en ver daarbuiten), maar deze strijd kunnen we jammerlijk genoeg niet strijden. Ongelijke middelen weet u wel? Maar zoals het verhaal gaat, kan zelfs de kleine, nietige tegenstander met een eenvoudig wapen het halen van de sterke, machtige kolos om het uiteindelijk te schoppen tot koning. Hopelijk komt ook het verkoopskroontje ooit op het juiste hoofd terecht, wij zullen er in ieder geval de god(en) voor aanroepen.

Vrijdag, 16 december 2011

Relativiteitstheorie

Het einde van het jaar komt stilaan in zicht, de hoogste tijd dus om een balans op te maken van het afgelopen speeljaar. Ik ga u dan ook enkele getallen naar het hoofd gooien, totaal overbodig, nietszeggend, maar misschien wel interessant om eens bij te reflecteren en na te denken over de toekomst.

Een toekomst die er sowieso héél anders gaat uitzien voor mij persoonlijk. Een aanstaand vaderschap, daar ga je niet al te licht over, life is more than a game, weet u wel. Ik sta er af en toe al een keertje bij stil, maar echt doordringen doet het nog niet. Maar net zoals de overvloedige neerslag die binnensluipt in de gemiddelde kelder in Vlaanderen dezer dagen, begint het bij mij toch ook stilaan te dagen. 24 december, die datum staat niet enkel in ons aller geheugen gegrift als zijnde de avond dat Maria en Jozef een stal zochten in Betlehem, maar ook het moment waarop mijn vriendin en ik samen een kribbe klaarmaken om een mooi geschenk te mogen ontvangen. Experten, gynaecologen hebben me echter al wel verteld dat bevallingen geen exacte wetenschap zijn en dat er toch rekening dient gehouden te worden met een afwijking van 3,2 % . U kan het dus gerust vergelijken met éénder welke Essen-release dit jaar. De beloofde 1000 exemplaren bleken er uiteindelijk 927 te zijn en wil het nu net lukken dat u bij die laatste 73 zit. Ach ja, dit alles is natuurlijk erg relatief. Een portie geduld, minder dan 2 maanden om precies te zijn en u kan het gewenste kleinood onder uw kerstboom leggen.

Of wij ons kleinood onder de boom zullen leggen, dat valt dus nog af te wachten. De kribbe staat alvast klaar, de kamer is ingericht, de lichtjes schitteren en een heleboel engeltjes (of zijn het vlindertjes?) kijken erop neer. Ze waarschuwden mij ook al dat de kerstballen ook niet echt veilig meer zullen zijn de komende jaren, maar dat nemen we er graag bij. Inleveren aan speeltijd, dat zou me lastiger vallen waarschijnlijk. Dit jaar staat de spellenteller op 334, waarvan vier spellen die meer dan 10 keer op tafel verschenen. Het zal u misschien niet verbazen dat dit King of Tokyo, 7 Wonders, Zombie dice en Perudo zijn, maar ook de rest van de lijst is impressionant. U kan hem ten allen tijde gaan bekijken op BGG, maar ik ga er u hier niet lastig mee vallen.

334 spellen, dat wil zeggen dat we bijna één spel per dag speelden, maar ook dit is natuurlijk weer erg relatief. Velen werden gebundeld in de talloze spellenavonden, speeldagen en gezellige samenkomsten met vrienden. Hiervoor ben ik in deze kerstperiode het meeste dankbaar. Een gezelschapsspel is enkel gezellig in goed gezelschap … en hiermee, beste lezer, ben ik mee begiftigd. Dank u wel, lieve speelvrienden, dank je wel dat jullie samen met mij op pad gaan, dank je wel dat jullie mij af en toe véél te vaak de overwinning cadeau doen, dank je wel voor elk fijn speelmoment in 2011 … ik hoop dat we op hetzelfde elan kunnen doorgaan in het nieuwe jaar.

Of er drie koningen geschenken zullen brengen, dat weet ik niet. Uwe, Wolfgang en Stefan zijn ook zo druk bezet de laatste maanden. De herders Matthias, Antoine, Bruno, Alf of Friedemann, die mogen ook zeker langskomen tijdens het feestdis. Een feestdis dat in alle relativiteit niet zo omvangrijk zal zijn. Plannen maken, is deze laatste dagen erg moeilijk, veel in huis halen is dan ook taboe. Een doosje “kinnekeskak” is dan weer wel op z’n plaats, dus hieraan mag u zich bij een bezoekje zeker verwachten … Het beloven alleszins drukke tijden te worden, druk … maar héél erg fijn. Voor ons zal de komende kerstperiode iets zeer speciaals zijn, wij kijken zonder meer uit naar 2012. En hopelijk droomt u allen met ons mee … want af en toe is relativiteit niet te relativeren … als u me begrijpt wat ik bedoel.

Prettige feestdagen en een fantastisch en speels 2012 gewenst !

Woensdag, 21 december 2011

Ai Se Eu Te Pego

Misschien zegt bovenstaande titel u totaal niets … wel, goed voor u. Ik ben er jammerlijk genoeg al helemaal van in de ban, erger dan van die éne ring zelfs. Ter verduidelijking geef ik u graag even mee dat het hier draait om de titel van een liedje dat op dit moment de Big Hit is bij MNM. Het kreeg de nodige media-aandacht doordat de bijpassende danspasjes vakkundig werden uitgevoerd door Ronaldo en Neymar (geen pannenkoeken in de voetbalwereld voor de leken). Aan een vertaling zou ik me beter niet wagen, maar de vloeiende heupzwiep met arm-trek-sleur-beweging laat weinig aan de verbeelding over. Ik heb me er persoonlijk al aan gewaagd, gelukkig voor iedereen die dit leest, is dit dan ook geen videoblog. ’t Zou echt geen zicht zijn.

“Ai se eu te pego” ofte “Ik ga u pakken”, wel het heeft me volledig gepakt moet ik zeggen. Een ganse dag met dat deuntje in je hoofd, ’t is om er groen met purper bollekes van te worden. En als het even lijkt verdwenen … wat doet een mens dan als hij thuis komt? De radio opzetten en het eerste wat je hoort … jawel! Leuk liedje, laat daar geen twijfel over bestaan, anders zou het ook geen big hit worden natuurlijk. Maar het brengt me wel naadloos bij een fenomeen dat ons allen wel eens treft. Wat zijn zoal zaken die jou weten te pakken, wat blijft er maar in je hoofd rondspoken, uren nadat je de openbaring hebt mogen beleven?

Op filmgebied begin ik alvast te dromen, want er komt stilaan schot in de zaak bij Peter Jackson’s “The Hobbit”. Een voorafgaand verhaal van dat kleine, nietige, driedelige verhaal over dat éne ringetje, waarover ik het al had. Die beelden blijven voor eeuwig op ons aller netvlies gebrand en dat zal met deze nieuwe prent zeker niet anders zijn. Alleen dat trilogie-gedoe, daar kon ik mij aan storen. Een jaar wachten op het vervolg, ’t was veel erger dan de gemiddelde seizoensfinale van pakweg Thuis of Familie, want die gaan na de vakantie gewoon door. Nachten heb ik wakker gelegen over hoe het Sam en Frodo zou vergaan, daar zo ver van huis. Dagen heb ik rondgedwaald in de Katholieke Hogeschool Kempen, me in Middle Earth wanend. ’t Kroop gewoon in’t koppeke mijnheer.

Ook in spellenland is het al niet veel anders. Pas enkele uren na het gestoei met kartonnen fiches, houten meeples en blokjes, miniatuurtjes uit poly-ethyleen, … dan dringt het tot me door. Alea iacta est … de teerling is geworpen, vaak een roemloze nederlaag … af en toe een klinkende overwinning, maar dat is bijkomstig. Het gaat al lang niet meer over winst of verlies in mijn cortex, het gaat om de beleving. Een beleving die je aanzet om over iets wakker te liggen, die je pusht om een positieve recensie te schrijven op een totaal onbelangrijke spellenblog, die je oproept om het fenomeen zo snel mogelijk nog eens over te doen.

Vaak loopt deze herkansing af op een sisser, liefde op het eerste gezicht eindigt ook niet altijd met rozengeur en maneschijn. Misschien was het toch niet exact wat je ervan verwachtte, maar zorgden de omstandigheden en de flow van het moment voor zo’n “breinkietelaar”. (bij deze solliciteer ik dan ook al maar voor het woord van 2012, want als torenpoepen en stoeproken het kunnen halen, dan kan deze het zeker).

Maar af en toe, als de maan en de sterren juist staan en de neuronen een vlekkeloze verbinding hebben, dan weet je dat het goed zit, dan heb je een pareltje in je handen. Een encefalogram zou misschien een concrete, wetenschappelijk uitleg kunnen geven aan het fenomeen dat ik hier probeer te beschrijven, maar ik twijfel eraan. Een gevoel kan je dan ook niet wetenschappelijk onderbouwen, je kan het enkel kracht bijzetten met een ondersteunend deuntje. Wat dacht u van “Ai se eu te pego”?

Zaterdag, 31 december 2011

De wondere wereld van Kamiel

Vandaag, exact een week geleden heeft er een ingrijpende gebeurtenis ons leven totaal overhoop gegooid. De aankoop van een klein wonder dat sindsdien op deze grote wereld rondloopt onder de naam “Kamiel”. Na het bekomen van de eerste emoties, het stilaan dichtgroeien van de fontanellen en het heen-en-weer-gerij naar het moederhuis, hebben we ons rustig kunnen settelen in ons eigen huisje.

Toegegeven, de eerste dagen was het een mesthoop, je moet voor alles terug een nieuwe plaats gaan zoeken. Een verzorgingskussen hier, een park daar, de kinderkamer nog snel van alle details voorzien. Leuk werk allemaal, dat is zeker waar, maar het mooiste zijn die momenten van rust : net na een verse pamper en een topgerechtje uit de mooist mogelijke verpakking, een moment van gelukzaligheid, een windje in de pamper en een geeuw er bovenop.

Qua recensent moet ik bij deze aankoop toch wel enkele kritische bedenkingen formuleren. Laat ons beginnen met een pluim voor het uitzicht. Het artwork ziet er werkelijk fantastisch uit, de uitgevers hebben kosten noch moeite gespaard om het product van alle toeters en bellen te voorzien. Het is zonder méér één van de mooiste hebbedingetjes die dit jaar op de markt verschenen is (maar ja, eigen kind schoon kind zeker). Daarnaast ervaren we ook een vlotte, redelijk eenvoudige omgang en verzorging, waarbij alles zichzelf wel zo’n beetje uitwijst. Het feit dat er geen handleiding is voorzien, wegens te veel personalisatie-mogelijkheden met alle mogelijke opties, stoort inzake dit kindje totaal niet.

Qua inzicht en doorzettingsvermogen wordt er wel wat verwacht van de eigenaars. Het verschonen der pamper of de nachtelijke versnaperingen die in het contract van de baby zijn opgenomen, neem je er met de nodige kleine oogjes met plezier bij (voorlopig toch nog 🙂 ). Of er enige tactiek of strategie bestaat om alles naar je hand te zetten, daarvoor is het nu nog wat te vroeg. Dit zal nog moeten blijken, nadat we meer ervaring hebben opgedaan. Zeker is al wel, dat dit onmogelijk de stempel “broken” zal dragen. Er is geen éénduidige en ultieme manier om zeker te zijn van een overwinning. Over het einde van deze onderneming wordt er ook niet gesproken, waarschijnlijk eindigt dit avontuur nooit, daarom zou ik ook graag willen afsluiten met een quote uit spellenland die zéér toepasselijk is : “When playing a game, the goal is to win, but it is the goal that is important, not the winning.” (met dank aan Reiner Knizia)

Schrijfsels uit 2012
Woensdag, 4 januari 2012

De prijs der prijzen!

Een heel jaar door worden we overstelpt door allerhande spellenprijzen. Spiel des Jahres, Speelgoed en Spel van het jaar (in alle mogelijke leeftijdscategorieën), Jogo do Ano, As d’Or, Deutscher Spiele Preis, Spiel der Spiele, De Gouden Ludo, de Golden Geek Awards, … en mijn oprechte excuses als ik er hier nog enkele (ongetwijfeld) vergeet.

Vaak trekt éénzelfde spel het laken naar zich toe. Af en toe is de stemming eerder politiek of nationaal getint of getuigt het gewoon van slechte smaak, maar desalniettemin staan de vaste waarden steevast in de top 5. Het zal u niet verbazen dat 7 Wonders de grote slokop was dit jaar. Zonder meer het spel dat zowel als familiespel en als “kenners”-spel goed uit de verf komt. Of ik me tot deze laatste categorie, die van de kenners, mag rekenen, daar ga ik me nog van distantiëren. Feit is wel dat ik héél wat spellen speel en op die manier toch een redelijk zicht krijg op de spellen die algemeen aanslaan in clubverband en daarbuiten.

In Nederland ging de prijs dan weer, niet onverwacht naar een (Nederlands) spel, Hanzesteden. Hoewel het eigenlijk Duits is en al een jaartje oud, maar dit jaar uitgegeven door 999 games, kwam het toch als een redelijke verrassing uit de bus. Zeker geen slecht spel, verre van, maar onze (Belgische) trots 7 Wonders schat ik persoonlijk toch nog net even ietsje hoger in. Na een vol jaar wachten is er ook eindelijk een Nederlandstalige versie van dit al-bij-al taalonafhankelijke spel verschenen. U krijgt met andere woorden nu ook standaard de Nederlandstalige spelregels bij in uw doos gestopt. Thumbs up voor Repos en Asmodée. Als ook Pearl games deze weg nu wil inslaan, dan zijn we goed bezig.

Ik zou u ook nog een ellenlang overzicht kunnen geven van alle mogelijke awards die het afgelopen jaar zijn uitgedeeld, maar hiermee ga ik u zeker niet vervelen. Ik wil wel even uw aandacht vestigen op de eerste “awards” van het nieuwe jaar. Deze prijzen schat ik véél hoger in dan alle voorgaande samen. Reken daar nog bij dat er steeds een kritische en zeer goed gefundeerde mening achter elke prijs schuil gaat en dit alles gekruid is met sierlijke woorden uit een vloeiende pen, dan kan u niet anders dan zitten te watertanden op het moment suprême.

Waar gaat u als de bliksem naartoe surfen, nadat u een bezoekje bracht aan onze spellenderwijs-blog de komende dagen? Wel, u mag voor mijn part de bezoekersteller van de de tafel plakt!-blog laten ontploffen. Aan deze fantastische reeks van awards gaat u uw hartje kunnen ophalen, snel gelezen, net voldoende als tussendoortje … en steeds met een glimlach op uw gezicht. Al hetgene dat ik probeer te bereiken met dit nietig blogje wordt daar dag na dag te grabbel gegooid voor de ganse digitale wereld. Op de knieën, diepe buiging en tonnen van respect voor de grootmeester-der-spelend-toetsenbord hemzelve. Of we zelf een award halen dit jaar, dat wordt nog koffiedik kijken, maar hoop doet leven of in ons geval … spelen.

Yours truly,
ADC

Woensdag, 18 januari 2012

De koninklijke dotaties

Elke zichzelfrespecterende spelauteur gaat op zoek naar zijn Heilige Graal : het ongebruikte, onaangetaste en nieuwe spelmechanisme. Vaak worden spelmechanismen naar hartelust gekopieerd, gecombineerd, af en toe zelfs gevarieerd … maar uiterst zelden is er nog een “Eureka-gevoel” onder de auteurs te melden. Sommigen beweren dan weer wel dat ze het heet water hebben uitgevonden … en die eer, dames en heren, is mij nu te beurt gevallen. Op het moment dat je er het minst over nadenkt en je gewoon kijkt naar wat er om je heen gebeurt, dan kom je tot diepere inzichten, dan heb je best pen en papier naast je bed liggen om je hersenspinsels te noteren of sta je als een gek in het midden van de nacht op om een artikel op je blog te schrijven.

Een tijdje geleden zag ik op het nieuws de cijfers van onze koninklijke dotaties. Na enkele keren diep geslikt te hebben waren ze weeral uit mijn gedachten verdwenen, maar blijkbaar toch nog ergens achteraan in mijn geheugen blijven steken. Zeker in deze tijden van crisis, inleveren, langer werken, belastingen op de belastingen … leek me dit allemaal zo onwezenlijk. De ludonaut in mezelf ging natuurlijk een stapje verder en begon eens na te denken over het speelse karakter dat er in dit systeem misschien toch in zit.

Stel nu eens dat we de koninklijke dotaties als spelmechanisme zouden gaan gebruiken. Een resem van ideeën en losse gedachten schoten me onmiddellijk door het hoofd en ik geef ze u hier dan ook graag even mee. Het spelprincipe is opgebouwd rond karakterkeuzes. Deze keuze aan het begin van het spel zal uw tactiek voor de rest van het spel bepalen en er ook voor zorgen dat u andere overwinningscondities nastreeft.
Uw startdotatie zal dan ook afhangen van uw karakterkeuze, zoals hieronder beschreven :

1) de koning : u krijgt de grootste dotatie en zonder ongelukken en grote uitgaven zal u het spel dan ook winnen op hoeveelheid geld. Uitgaven zal u behendig weten om te zetten in voordelen in nature en uitspelen van uw koninklijke rol. Giften en geschenken dient u telkens in dank aan te nemen en met de glimlach bij uw kapitaal te voegen. Daar uw voorvaderen hun centen nog moesten steken in landsverdediging, oorlogvoering en uitbreiding en uitbouw van het koninkrijk, kan u op uw lauweren rusten. Wegens een recente variant gaat u echter wel de mogelijkheid krijgen om uw persoonlijke eigendommen en domeinen te onderhouden (dit gebeurde in vorige versies nog met overheidsgeld). Vraag is natuurlijk wel of u dit op uw oude dag nog ziet zitten, of u dit liever aan uw opvolgers overlaat … als die er nog komen.

2) de koningin : een iets kleinere dotatie als de koning, maar u ontsnapt wel aan enkele plichtplegingen die bovenstaande wel dient te vervullen. Drie maal tijdens het spel een boodschap aan het volk richten is u misschien niet gegeven. U gaat veel leper te werk moeten gaan. Als sterke vrouw achter de koning probeert u hem op een slinkse manier elk jaar een folieke te laten doen, zoals daar bijvoorbeeld zijn, de aankoop van een jacht, een Harley Davidson of één of andere villa in Toscane. Ongetwijfeld dient u ook een deel van uw budget te spenderen aan liquide middelen zodat u deze toch kan recupereren naar het einde van het spel toe, want u heeft natuurlijk wel een gat in uw hand als het aankomt op kledij, schoenen en accessoires.

3) de oud-koningin : de grootste verrassing in het spel, u krijgt een belachelijk hoge dotatie voor … wel … niets te doen eigenlijk. Een deel hiervan gaat u moeten spenderen aan haarlak, maar het overige deel staat redelijk safe op uw bankrekening. Deze rol houdt wel wat risico’s in, want telkens u aan de beurt komt, dient u een waarzeggerskaart te trekken. Deze zal u vertellen wanneer u dit spel weer zal sterven. Het is dan ook aan u om te blijven ademen zolang het spel duurt. Slaagt u hierin, dan bent u ongetwijfeld de winnaar.

4) de grote prins : het kneusje van de bende, met toch nog een mooie startdotatie. U zal een creatieve manier moeten vinden om uw weg naar de troon te vinden. Samenspannen met de koningin of oud-koningin lijkt me een optie, maar is ook gevaarlijk daar zij waarschijnlijk nog veel slinkser zijn dan uw karakter. De bedoelingen en intenties zijn meestal goed, maar het komt allemaal niet echt over. Er zal dan ook een persiflagekarakter in het spel aanwezig zijn, zodat u ten allen tijde het officiële karakter kan afleggen en doorspelen met de ludieke versie van je persoon, kwestie dat je toch nog plezier beleeft aan het spel.

5) de prinses : de grote bedragen zijn ondertussen de deur uit, u moet het met héél wat minder stellen en gaat dan ook best de emotionele toer op. U probeert de harten van het volk te veroveren en charmant te wezen, waarin u ook meestal wel slaagt. Vrijwilligerswerk en aandacht voor levensbelangrijke organisaties zorgen dat u verdienstelijk zal eindigen in dit spel. Maar om een gooi naar de overwinning te doen, kan u enkel proberen te zorgen voor een hele hoop kindergeld en bijhorende aftroggeling van geld bij bovenstaande karakters door middel van verjaardagen, nieuwjaarsbrieven, kerstcadeautjes, … .

6) de kleine prins : dit karakter wordt met het spel meegeleverd als goodie, een extraatje. Het spel is perfect speelbaar zonder dit personage, maar indien u het gebruikt, zal uw spel zeker meer kleur krijgen. Snelle wagens, rake klappen, het mondaine leven ten top. Het brengt dat extra pigment met zich mee, maar diegene die dit karakter kiest, zal waarschijnlijk een vogel voor de kat zijn qua zelf overwinnen. Als “kingmaker” lijkt me deze rol wel zeer interessant, want u kan echt iedereen van de koninklijke familie laten wankelen en van zijn troon doen donderen (als u niet oppast ook jezelf).

Of dit spelsysteem nu echt slaagkansen zal gaan hebben, daar heb ik nog wel mijn bedenkingen bij. Wat als men bepaalde dotaties bevriest? Dan lijkt het me erg moeilijk om zelfs nog maar van start te gaan. Misschien moet ik er maar eens mee bij een uitgever gaan aankloppen, je weet nooit of het aanslaat. Uiteraard staan we steeds open voor bedenkingen en vormen van opbouwende kritiek om dit systeem te verfijnen.

ps : Elke gelijkenis uit de realiteit met bovenstaande personages en situaties berusten op louter toeval.

Woensdag, 25 januari 2012

Mundus vult decipi

“De mensen laten zich, vaak tegen beter weten in, steeds opnieuw beetnemen” ofte “De wereld wil bedrogen worden”. Ik start dit artikel bewust op z’n Bart de Wever’s, want onrechtstreeks zullen de onderhandelaars van de huidige regering en oppositie tot in de eeuwen der eeuwen (of zolang de aarde nog zal bestaan) worden aanzien als diegene die er het langste hebben over gedaan om tot een overeenkomst te komen, maar anderzijds ook diegene die ons keer op keer voor een blok zetten. Beslissingen worden gemaakt vanuit het niets, besparingen worden doorgevoerd om tegemoet te komen aan de enorme druk die Europa ons oplegt.

Als u het mij vraagt, hebben we het gewoon te ver laten komen. Zijn we al niet jaren aan een stuk boven onze stand aan het leven? Hebben we niet gegooid met premies, tegemoetkomingen en andere voordelen … waarbij wij ons allen vragen stelden … en waar we nu de tol van betalen? We kunnen ons bij alles en nog wat vragen gaan stellen, één ding staat als een paal boven water … we zijn allemaal de dupe van wat er gaande is, het jammerlijke is alleen dat de kleine man het harder zal voelen dan de grote.

We zullen met z’n allen moeten opdraaien voor de schulden, met z’n allen diep in onze buidel moeten tasten om onze energiefacturen te financieren, benzine en diesel zullen enkel nog toegankelijk zijn voor de beau monde en Peugeot (met alle respect) wordt misschien wel de Bentley van de toekomst. Vragen zijn er genoeg … concrete en haalbare oplossingen véél te weinig. Wat kunnen wij structureel dan doen aan al dit falen? Als u het weet, mag u mij zeker van antwoord dienen.

Vandaag lag er in het personeelslokaal bij ons op school de uitnodiging van het COV om op maandag 30 januari over te gaan tot staking. “Uit protest tegen het misprijzen van het sociaal overleg en de asociale maatregelen”, zo staat het mooi vermeld. Ik hoef u hier niet alle bekommernissen en beslommeringen op te sommen waarmee we heden ten dage te maken krijgen. Ook ik kijk met afgrijzen toe als er voor de zoveelste keer een besparing wordt aangekondigd of extra belasting wordt ingevoerd. Hoofdschuddend telken male er een rode strik en brede glimlach op de buis verschijnt.

We krijgen nu dan ook de kans om onze stem te laten horen volgende week, scholen zullen worden gesloten of op halve kracht draaien, opvang zal soms worden voorzien. Maar ik ben er eigenlijk helemaal niet uit of dit alles wel een oplossing is. We zullen langer moeten werken, we zullen moeten besparen … en of het werk neerleggen en op die manier de staatsschuld nog maar eens een beetje opdrijven de correcte manier is, dat blijft voor mij een vraagteken. Het is als kiezen tussen cholera en de pest. Ik wil uiteraard sociaal meelevend zijn en zal mijn collega’s niet in de steek laten. Ik zal hen dan ook ridderlijk volgen in hun beslissing.

Wat ik wel zeker weet, is dat ik nog werk te over heb en dat ik me eigenlijk geen stakingsdag kan permitteren. Véél mensen nemen hun job serieus en willen dan ook graag vooruit. Als je dan nog in rekening brengt dat uitstel geen afstel is en je de dagen nadien een tandje bij moet steken om alles terug op orde te krijgen, dan zegt mijn gezond verstand me welke keuze ik moet maken. We laten sowieso met ons voeten (had ook een ander woord kunnen gebruiken) spelen, of we dat nu willen of niet.

Laat deze klaagzang hier op dit nietige blogje dan maar mijn stem zijn in dit hele verhaal, zodat ik me op die manier terug kan concentreren op wat ik wel leuk vind. Een sessie “Lord of the rings – the cardgame” of een “Defenders of the Realm” bijvoorbeeld. Zelfde scenario als hierboven : strijdvaardig ga je er tegenaan, elke keer opnieuw, vol overgave om de wereld te redden van alle narigheid, te streven naar vrede en gelijkheid, voldoende voedsel en liefde voor iedereen, … Maar elke keer weer loop je in de val, wordt je gemanipuleerd en vakkundig buitenspel gezet door een stapel papieren kaarten. Het leven kan erg hard zijn, maar als ik dan toch moet kiezen, ga ik liever strijdend te onder.

Zondag, 29 januari 2012

7 Wonders

Zeven! Met z’n zeven waren ze op zondag 29 januari in het zand van Koksijde. Om 15 uur stipt lieten ze de paarden los, sterke paarden, de pk’s die je nodig hebt om door het zand te klieven. Een uur aan een stuk zwoegen en zweten voor alle andere nationaliteiten. In schril contrast met het genieten en gas geven van de coureurs met de mooiste retro-truitjes die door het veld flitsen. De Belgen met een grote overmacht, de wapperende driekleuren op de achtergrond, frieten en bier, Vlaamse kermis ten top. Een beetje chauvinisme is op z’n plaats. Het moet een machtig gevoel geweest zijn voor onze helden van het veld, 61.000 toeschouwers die je naar voren stuwen. Albert, Peeters, Pauwels, Meeusen, Aernouts, Vantornhout en Nys. In die volgorde zouden ze uiteindelijk onder luid applaus over de eindstreep bollen. De éne overgelukkig met de winst of eremetaal, de andere teleurgesteld omwille van een gemiste kans. Nog anderen gooien er onmiddellijk een straffe uitspraak bovenop, maar tijd zal waarschijnlijk wel raad brengen inzake deze eerste emoties.

Als Belgische kijker was het gewoon genieten, een uurtje relaxed veldrijden kijken, wetende dat de wereldkampioen één van de onzen zou worden. Die fantastische regenboogtrui om de schouders van een kerel van bij ons. Ik kan u alvast vertellen dat hij die trui alle eer aan zal doen, we krijgen hem alleszins volgend jaar in het veld te zien, want dat was aanvankelijk onze grootste angst. Waar u hem ook te zien krijgt, dat is in het zand volgende week, het zand van Lille. En laat dat nu toch wel toevallig in mijn achtertuin zijn zekers. Ik roep dan ook iedereen op onze jongens als helden te ontvangen in het provinciaal domein “De Lilse Bergen”.

Zeven! Zoveel wereldwonderen zijn er in de basisdoos van het gelijknamige spel “7 Wonders”. Een spel van Belgische makelij, dat zowat alle prijzen wegkaapte het afgelopen jaar. Een beetje chauvinisme is op z’n plaats, blij dat de Belgische spellen naambekendheid winnen over de ganse wereld. Repos productions deed er een gouden zaak aan om dit spel van Antoine Bauza in huis te halen. Zeven kaarten krijg je elke ronde om aan je wonder te gaan bouwen en een wereldrijk uit te bouwen. Zeven lijkt dan ook hét getal te worden voor ons Belgenland. Het lijkt me dan ook gepast om dit artikeltje te publiceren om zeven over zeven vanavond.

Dinsdag, 7 februari 2012

Ook last van hypermetropie?

Graag wilde ik nog eens een alledaags spellenprobleem aankaarten. Maar vooraleer me hier op te storten geef ik u nog graag deze pedagogisch verantwoorde introductie. Dit wetenschappelijke stukje bevat de meer gangbare en menselijke uitleg die de hypermetropia met zich meebrengt en verhoogt zonder enige twijfel de kwaliteit van deze blog.

“Verziendheid ofte hypermetropie wordt veroorzaakt door een te korte oogas of een te geringe sterkte van het brekend stelsel van het oog (hoornvlies plus ooglens), waardoor het beeld van voorwerpen ‘achter het netvlies’ gevormd wordt. Om voorwerpen scherp op het netvlies te krijgen, zal de ooglens voortdurend moeten accommoderen, wat vermoeiend is en hoofdpijn kan geven alsmede branderige ogen en concentratieproblemen; met name in de avond. Dit heeft wel zijn grenzen, bij hoge positieve sterktes en voorbij de leeftijd van 40 jaar kan ook in de verte niet scherp gezien worden.”

Ik moet eerlijk toegeven dat ik de 40 vooralsnog niet aan het benaderen ben en dat ik nog maar net een jaartje op tram 3 ben gestapt, maar als ik de realiteit onder ogen durf zien, dan moet ik toch concluderen dat er stilaan meer en meer informatie ergens “in process” verloren gaat en dat de lettertjes in mijn spelregelboekjes soms beginnen te dansen. Gelukkig is deze dans nog beperkt en is misselijkheid niet aan de orde. Dit zou een regelrechte ramp zijn en mij passie-ongeschikt maken. Neen, fysiek is er vooralsnog geen probleem, misschien situeert zich dat eerder op het psychologische vlak. Begint de grote kwantiteit aan regels mij parten te spelen of is het eerder het vluchtig diagonaal doorlezen van deze lectuur die me tot fouten laat overgaan?

Het was me al enkele keren opgevallen dat wanneer je spellen speelt met verschillende mensen of speelgroepen, op diverse locaties, dat elk spel toch weer z’n eigen leven gaat leiden. Meningen kunnen en moeten verschillen, maar als er echt complete uitersten van kritiek op een spel verschijnen, dan moet je op je hoede zijn. Zo kon ik mensen al meermaals geruststellen toen bleek dat ze de hele tijd fout hadden gespeeld.
Sommige fouten kunnen verstrekkende gevolgen hebben, zo bleek de afgelopen weken.

Op mijn SpinLi-blog en via andere kanalen vertelde ik al over het spel Eminent Domain, een kaartspel dat alles in zich heeft om een toppertje te zijn. (Indien u geïnteresseerd zou zijn in meer concrete info omtrent dit spel, dan verwijs ik u daar ook graag naar toe) Toch ervoeren we steeds een gevoel van teleurstelling, wegens te snel afgelopen. Een knagend gevoel dat ons niet losliet. Zou een uitbreiding zich opdringen om het spel “af” te maken? Of zaten we zelf een keertje fout? Na het nogmaals doornemen van de spelregels en het bekijken van de verklarende spelregelfilmpjes die alom tegenwoordig zijn op het internet, werd al snel duidelijk dat we een cruciale spelregel over het hoofd hadden gezien. Nooit gedacht dat zo’n “klein” detail, zo’n verstrekkende gevolgen zou kunnen hebben. Het mogen nemen van een extra handkaart van je persoonlijke voorraad na het niet meespelen met een rol, was de grote boosdoener. Plotsklaps sluipt dit spel zomaar ineens mijn persoonlijke top tien binnen, en dat wil toch al wel wat zeggen.

Hoogstwaarschijnlijk kent u allen wel zo’n voorbeeld van “de kleine lettertjes onvoldoende gelezen”. Wel … af en toe worden zelfs de grote letters fout gelezen of anders geïnterpreteerd. Ik zou dan ook een pluim willen geven aan uitgeverijen die tijd en kunde investeren in een duidelijk spelregelboek, zowel op volledigheid als op lettergrootte en -type. Deze “oude” man z’n ogen danken u van harte.

Zaterdag, 11 februari 2012

Verwachtingspatronen

Hoge verwachtingen leiden vaak tot serieuze tegenvallers. Vaak is dit terecht, maar af en toe gebiedt de eerlijkheid ons toch te zeggen dat de kritiek overdreven is en eigenlijk kant nog wal raakt. Ieder z’n verwachtingspatroon is natuurlijk anders en dat maakt het er allemaal niet makkelijker op.

Wat doe je als je op jonge leeftijd al de top hebt bereikt? Wat als je je meesterwerk eigenlijk al hebt afgeleverd? Is alles wat nadien dan nog van jou verschijnt, elke stap die je doet, elke zucht die je slaakt onvoldoende voor deze harde wereld? Kan je wel appelen en peren gaan vergelijken? Vaak wordt een geschreven recensie of punten van kritiek overigens gegeven na een gevoelsmatige ervaring die je omtrent het bepaalde product ervaren hebt. Waar blijft dan de objectiviteit? Waarop kan je verder gaan en wie verdient je vertrouwen?

Hierbij kan ik je enkel de tip geven om recensenten te zoeken waarmee je het in de meerderheid van de gevallen eens bent, zonder zelf een kritische blik op het geheel te verliezen. Wat voor persoon A voldoet, blijft voor persoon B jammerlijk genoeg onder de verwachtingen. Een verwachtingspatroon dat vaak al op voorhand wordt opgehangen ergens achteraan in je hoofd. Het zal wel zus en zo moeten zijn om top te zijn, anders is het een flop. De realiteit leert me echter dat er nooit echt wit of zwart mag gekeken worden. Ikzelf daarentegen ben een specialist geworden in de tinten van grijs. En als u me niet gelooft, dan nodig ik u vriendelijk uit om ons interieur thuis eens van naderbij te komen bekijken.

Vaak is het bij mij wel lichtgrijs, dus als bij jou het glas ook vaker halfvol is, dan halfleeg, dan ben je bij mij misschien aan het juiste adres. Graag had ik deze theorie even gestaafd aan een voorbeeld waarover al veel (virtuele) inkt gevloeid is. Kingdom builder van Queen Games meerbepaald. Dit spel is van auteur Donald X. Vaccarino. Misschien zegt deze naam u totaal niets, maar weet dan dat hij met z’n vorige spel Dominion een spelmechanisme volledig op de (letterlijke) kaart heeft gezet. Deckbuilding, het optimaliseren van je kaartenvoorraad, bestond al wel, maar was toch wel wat in de vergetelheid geraakt. Nu verscheen er echter de éne na de andere Dominion-clone en werd het deckbuilding-principe opgevist in allerhande mogelijke spellen, met verdeeld succes wel te verstaan.

De spanning was dan ook te snijden wanneer de voortgang van de ontwikkeling van z’n nieuwste product druppelsgewijs op de “geek” verscheen. Met een titel als “Kingdom builder” werden de verwachtingen enkel hoger bij de Vaccarino-fans. Dit zou en moest een expertenspel pur sang worden. Maar waarom werd er ineens een Queen games-logo opgeplakt? Staan die niet garant voor het betere familiespel, met éénduidige en éénvoudige spelregels, niet te veel poespas en een typische eurostijl? Er wordt al geschoten op de pianist alvorens er een zwarte toets werd aangeraakt. Na het lezen van de spelregels heb ik echter zonder twijfelen het spel aangeschaft. Ik heb het al zéér vaak op tafel kunnen brengen en zal u dan ook graag een snoeiharde recensie voorschotelen.

Kingdom builder is voor mij wat een spel moet zijn : plezant en spannend van begin tot eind! U dient slechts met drie spelregels rekening te houden : kaartje uitspelen, 3 huisjes op het speelbord plaatsen en tenslotte een nieuw kaartje trekken. Het kaartje spelen is overigens zéér eenvoudig, u heeft er maar één, dus u moet zelfs niet nadenken. Nadien dient u 3 eigen huisjes op het speelbord te brengen. Enige voorwaarde is dat u ze plaatst op het landschapstype dat uw kaartje aantoont en indien mogelijk aangrenzend aan uw vorige bouwsels. Tenslotte trekt u een nieuw kaartje zodat u de volgende ronde ook kan meespelen. Zo gauw iemand z’n 40 huisjes op het bord heeft staan, worden de punten verdeeld. Veel makkelijker kan het niet, het hoeft dan ook niet moeilijk te zijn om geniaal te zijn.

De kracht van het spel bevindt zich vooral in de grote variëteit en diversiteit. Je speelt met 4 van de 8 speelborden en kan ze plaatsen in de richting zoals u dat wenst, een modulair speelbord dus (wat erg in is sinds Kolonisten van Catan de wereld veroverde). Daarnaast zijn er bij elk speelbord specifieke gebouwen die je van een extraatje voorzien als je ernaast gebouwen hebt. Deze extraatjes zorgen dat je een beetje tegen de basisregels kan gaan zondigen … of ze op z’n minst een beetje meer in jouw voordeel kan doen uitdraaien. En tenslotte zijn er 10 opdrachtkaarten, waarvan er slechts 3 worden gebruikt in elk spel. Deze zorgen ervoor dat je in elk spel naar een ander doel zal streven, want deze opdrachten leveren je uiteindelijk de punten op. Elke combinatie van deze opdrachtkaarten met de gebouwen op het speelbord zorgen dan ook weer voor een andere tactiek of keuzes, zonder dat je er echt je hoofd over moet breken. Kortom, als ik dit spel op tafel leg, dan raak ik enkel de witte toetsen van mijn piano aan. En ondanks het feit dat mijn muzikale capaciteit nul komma nul is, weerklinkt er telkens een heerlijke symfonie.

Woensdag, 15 februari 2012

Dol op de Schacht ?!?

Voetbalminnend België zal morgenavond ongetwijfeld aan z’n televisietoestel gekluisterd zitten. Dan vinden namelijk de heenwedstrijden in de Europa League plaats. Met niet minder dan drie ploegen is België eindelijk terug vertegenwoordigd in Europa. In deze knock-out-fase wordt het alles of niets voor Anderlecht, Brugge en Standard. De tegenstanders, respectievelijk AZ, Hannover en Wisla Krakow, zijn niet meteen de meest tot de verbeelding sprekende ploegen, maar dat is dan ook weer de verdienste van de groepswinnaar uit de poules.

Persoonlijk vind ik deze loting vooral erg dubbel. Je hebt een “grotere” kans om je te plaatsen voor de volgende ronde, maar zo’n underdogs zijn erg gevaarlijke klanten. Je hebt niets te winnen, enkel erg véél te verliezen. Loot je een confrontatie tegen een ploegje als … laat ons zeggen … Manchester United zijn de verwachtingen op z’n minst gezegd toch anders dan tegen concurrenten van dit allooi. Het duel dat zonder meer het meest in het oog springt van deze drie is die van Anderlecht tegen AZ, op papier ploegen die elkaar waarschijnlijk waard zullen zijn. Anderlecht is ook de ploeg die tot nog toe hoge ogen gooide in Europa, door vlotjes de maat te nemen van iedereen in hun poule. De paars-witten steken met kop en nek boven de tegenstrevers uit in de vaderlandse competitie op dit moment en kunnen, na hun zege tegen Standard, vol vertrouwen afzakken naar Alkmaar.

In de 20-koppige selectie van coach Ariël Jacobs vinden we Anderlecht boegbeeld Olivier Deschacht terug. Het is wel onzeker of hij zal spelen, want na z’n blessure en gepalaver over de aanvoerdersband hebben we hem niet veel meer in actie gezien. Op deze solide verdediger komen er dan ook vaak golven van kritiek, soms terecht, soms ook onterecht … maar over de sportieve prestaties van deze Deschacht heb ik het liever niet (tenzij deze betrekking hebben op z’n knappe vrouw).

Ik wilde graag even de aandacht vestigen op een andere naamgenoot (of toch deels) De “Schacht” die z’n sport op dit ogenblik totaal domineert. De bordspel-ontwikkel-sport wordt aangevoerd door deze sympathieke Duitser (jaja, die zijn er echt wel degelijk) Michael Schacht. Op de jaarlijkse speelgoedbeurs in Nürnberg kon je er niet naast kijken. Z’n naam prijkte op diverse kaartjes bij de desbetreffende nieuwigheden in spellenland. Africana, Zooloretto Würfelspiel, 5 vor 12, Crazy creatures of dr. Doom, Mondo Sapiens en Zooloretto XXL. Dit is het lijstje van spellen die hij klaarstoomde voor de kleinere broer van Spiel (hoewel je dit eigenlijk zo niet mag zeggen, voor de Duitse markt is Nürnberg ongetwijfeld erg belangrijk, vandaar ook dat vooral de Duitse uitgeverijen daar met nieuwe spellen verschijnen).

Michael Schacht staat voor mij persoonlijk voor : een minimum aan spelregels, voor een maximum aan speelplezier. Bovendien is hij ook erg mee met z’n tijd, sociale media worden uitgebuit om z’n product aan de man te brengen. Diverse smartphone en tablet-applicaties verschijnen van z’n spellen en zorgen zo voor een nog breder publiek. Z’n website is netjes opgebouwd en neemt je bijvoorbeeld mee achter de schermen, zodat je z’n volgende projecten netjes kan volgen. Breng hem zeker eens een bezoekje op michaelschacht.net

We moeten echter ook een kritische noot durven stellen. Is zo’n overvloed aan kwantiteit niet nefast voor de kwaliteit? Het antwoord hierop zal ongetwijfeld naar de positieve, of in Schacht z’n geval, de negatieve kant uitdraaien. Het komt er dan gewoon op neer om als consument het kaf van het koren te scheiden veronderstel ik. Wat als uitgeverijen niet meer kijken naar spelconcept, maar enkel selecteren op een grote naam van de auteur? Is een contract onmiddellijk getekend, ook al levert men waardeloze brol af? Misschien dat er dan toch nog ooit een bod zal komen van FC Barcelona als Puyol er de brui aan geeft. Conclusie van het verhaal : voetbal of spelletjes, het is één pot nat. Of u nu een fan bent van de Schacht of niet … hij laat niemand onberoerd!

Zaterdag, 18 februari 2012

Recycleerwoede

Sorteren, sorteren, sorteren en recycleren … dat is de groene boodschap die één ieder van ons nu toch stilaan zou moeten snappen. De opwarming van de aarde is blijkbaar een feit, ook al hebben we de afgelopen weken in een ijskelder geleefd in ons Belgenland. De afvalberg wordt groter en groter en de consumptiemaatschappij eist z’n tol op alle mogelijke domeinen. In tijden van crisis moet je niet al te veel inspanningen leveren om deze toekomstgerichte boodschap uit te dragen … er wordt sowieso beter gelet op de centen, dus laat ons de groene utopie nog maar even achterwege laten.

Erg moeilijk wel dat sorteren, elke gemeente heeft wel z’n voorwaarden voor een goed sorteer- en recycleerbeleid. Papier en karton strikt en netjes gescheiden houden is geen enkel probleem. Dit wordt maandelijks bij elkaar gezameld en ik moet zeggen dat ik met al m’n stansramen (voor de leken : dit zijn de overblijfselen van karton na het uitpunchen ofte uitdrukken van het kartonnen speelmateriaal) een goede klant ben. Gelukkig verzamel ik af en toe dozen van ietwat grotere bestellingen om dit netjes te verpakken en de ophalers een onbetaalbare dienst te bewijzen. De blauwe zak omvat bij ons het PMD afval, dus plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons verdwijnen allemaal in de mooist ogende zak van allemaal. Met enkel wat bussen van fruitsap of melk, een blikje van oh zo lekker, ongezonde Zwanworstjes en een lege ketchup-flacon om het halfjaar is dit de zak die het minst in ons straatbeeld verschijnt echter.

De groencontainer (of GFT-bak) is dan weer een héél andere zaak. Die zit geregeld knoertvol, zeker na de talloze maaibeurten van het gras in lente en zomer, het scheren van de hagen en snoeien van de knotwilgen. Een tweewekelijkse ophaalbeurt lijkt af en toe een onoverbrugbare kloof. Zeker na het afknippen van de grassen in onze voortuin (met de nodige bleinen als resultaat), wordt er geopteerd voor de proptechniek, het bij elkaar stompen van het organische goedje. Dit leidt in tijden van vrieskou echter tot het niet volledig legen der groene bak, ergernis bij ophaler en klant, en dit desondanks het op voorhand binnenplaatsen van de bak ter ontdooiing. Maar we zijn en blijven plichtbewust en omarmen het sorteer- en recycleeridee.

Dit recycleren zet zich zonder meer ook door in onze spellenhobby. Ook hier wordt er volop gesorteerd en gerecycleerd. In deze moeilijke tijden worden niet alleen speelmateriaal, spelconcepten en thema’s, maar zelfs hele spellen hergebruikt. De meeple is bijvoorbeeld in de afgelopen tien jaar uitgegroeid tot het speelmateriaal bij uitstek. Elke goede worker-placement omvat standaard één of meerdere setjes van deze houten figuurtjes, die hun naambekendheid ongetwijfeld wonnen met Carcassonne. Ondertussen zijn er héél wat soorten, zo zijn er vegimeeples, animeeples, camomeeples en nog talloze anderen. Veel uitgeverijen lijken deals afgesloten te hebben over het samengebruiken van bepaalde materialen. Zo is elk spel dat iets van een ruimte-thema uitademt voorzien van ruimteschepen van hetzelfde allooi. Of u nu een Eclipse of Eminent domain aanschaft, u kan de figuurtjes bij beiden terugvinden. En ik zou zo nog wel een tijdje kunnen doorgaan.

Wat misschien nog wel het meeste opvalt de laatste tijd, is het verschijnen van een heleboel herwerkte versies van een ouder spel. Het moet gezegd, in de meeste gevallen worden ze opgewaardeerd. Een nieuwe opsmuk, leuker en toepasselijker speelmateriaal en lichtjes aangepaste spelregels zijn heden ten dage de sleutel tot succes. Dit is recyclage ten top, maar in mijn ogen is ook dit een erg goede zaak. Liever een kwalitatief goed herwerkt product, dan een volledig nieuw (lees flauw afkooksel of samenraapsel) gegeven. Enige nadeel in héél deze zaak van recyclage zijn dan echter weer de centen. De releases volgen elkaar in sneltempo op en ze spreken ons en onze portemonnee allemaal wel aan. Er verschijnen limited editions of speciale jubileumuitgaves met nog straffer materiaal … en bijhorende straffe prijs uiteraard. Ik kan u en mezelf dan ook enkel een tip geven door de woorden te gebruiken waarmee ik dit artikel ben gestart : sorteren, sorteren, sorteren … en reclycleren.

Maandag, 27 februari 2012

Alea iacta est

Ik wil er zeker geen gewoonte van maken om telkens met een Latijnse spreuk te starten hier op de blog, maar inzake dit artikeltje is het echt wel een must. De teerling is nogmaals geworpen dus, maar hij is nog lang niet uitgedobbeld. Het jaar des Heren twee duizend en twaalf lijkt eens te meer hét jaar van de dobbelsteen te worden. Ik heb ooit eerder al eens vermeld dat elk zichzelf respecterend spel wel een dobbel-variant heeft en deze trend zet zich onverbeterlijk voort.

Enerzijds zijn er dus deze “snelle” gooi-versies van hun grote broer, die verschijnen bij alle mogelijke uitgeverijen en in alle geuren en kleuren. Erg fijn allemaal, die unieke, aangepaste dobbelsteentjes, want de traditionele gekende D6 wordt maar zelden opgevoerd. Om even nostalgisch te doen, post ik toch graag even dit : kwestie dat u alvast in de stemming geraakt voor het vervolg. (ook hiervan wil ik zeker geen gewoonte maken, maar hij is echt wel goed)

Anderzijds verschijnen er ook spellen die volledig worden opgebouwd rond het kubusvormige spelmateriaal. Let wel, dit hoeven daarom helemaal geen geluk-spellen te zijn. Al te vaak wordt een dobbelsteen nog blindelings geassocieerd met toeval en geluk. Ik ga nu zeker niet verkondigen dat ik een specialist ter zake ben en dat ik de kunde en het talent heb om een teerling te gooien zoals ik dat voorzie. Neen, de spellen worden voorzien van diverse mogelijkheden bij het gooien van het één of andere resultaat. Het meeste of het minste gooien is niet meer van toepassing. U zal bepaalde kaarten moeten activeren met de één of de andere worp, u zal uw worp misschien kunnen beïnvloeden door het uitspelen van fiches. Hier en daar mag u zelfs gebruik maken van het resultaat dat uw tegenstrevers vakkundig bij elkaar hebben gerold en dan wordt het pas echt venijnig (indien interesse in deze laatste, ga op zoek naar het Belgische spel Troyes).

En om echt te illustreren dat ons besproken kleinood  echt wel in de lift zit, is de uitgeverij met de dobbelsteen in hun naam “Alea” zich met hun nieuwste aanwinst “Vegas” volledig in de dobbelstenen aan het gooien. Dit terwijl deze uitgeverij de dobbelsteen in hun ganse gamma eigenlijk halsstarrig heeft proberen te laten verdwijnen. Zo was “Alea iacta est” een spel waarin ze ook al eens dobbelstenen gebruikten en dit was geen onverdeeld succes. Iedereen heeft er waarschijnlijk z’n mening over, maar ook ik begrijp de keuze van de uitgeverij niet om zich in deze richting te storten. Hoogstwaarschijnlijk zit moederbedrijf Ravensburger er voor iets tussen, maar het fijne zullen we er misschien nooit van weten.

Let wel, ik ben absoluut geen tegenstander van de teerling in het algemeen. Een spel waarbij er op een creatieve manier gebruik wordt van gemaakt, kan ik enkel toejuichen. En de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat dit laatste de laatste tijd meermaals het geval is. Met tussendoortjes als Zombie dice of Martian dice doe je weinig of niets fout, lekker dom dobbelen, wie kan er iets op tegen hebben? Spellen die niet al te veel tijd in beslag nemen en waarbij één enkele rol niet het verschil maakt tussen winst en verlies zullen weinig weerstand ondervinden. Niets is echter frustrerender dan een volledig spel opbouwen, zo goed als onoverwinnelijk zijn en dan zo’n ellendige worp afleveren dat u liever onder de tafel kruipt. Hout vasthouden, maar mij overkomt het niet al te vaak, maar voor diegenen die wel last hebben van het fenomeen, veel sterkte in ieder geval. Raar maar waar zijn het deze mensen echter die echt wel een haat-liefde-verhouding hebben met hun dobbelsteen.

Nog een frustratie die me van het hart moet, is de worp zelf. Wat is er in godsnaam mis met het gewoon gooien van een teerling? Waarom zijn er altijd van die specialisten die hun resultaat ergens op de grond moeten gaan aflezen? Of die na vijf minuten zoeken de belachelijke vraag stellen of ze opnieuw mogen gooien. Nee, je mag niet meer gooien, je verliest het ganse spel en moet de speeltafel verlaten ! Of nog erger, de zogenaamde dobbelsteenfluisteraars die blijkbaar de gave hebben om ze een resultaat aan te praten, ze nadien ergerlijk tegen elkaar zitten te wrijven in hun handpalmen, zodat de eigenaar van het spel de talloze krasjes die dan gemaakt worden al in gedachten zit te verdringen.

U merkt het al, het laatste woord is er zeker nog niet over gezegd, maar ik heb in dit artikel alvast mijn Rubicon overgestoken.

Zaterdag, 3 maart 2012

Roll the drums !!!

Roll the drums !!!

Nadat de pensioenhervorming een feit was, zijn onze regeringen niet stilgevallen. De éne besparing na de andere, de miljoenen worden gevonden op alle mogelijke plaatsen, niet in het minst onder matrassen en in sokken in ons Vlaanderen-land. Ook de Vlaamse regering doet een duit in het al-veel-te-lege zakje door het onderwijs op stelten te zetten. Het ontnemen van enkele verworven rechten en voordelen zorgt voor de volgende storm aan reacties en mogelijke stakingsacties.

Roll the drums !!!

Dat iedereen zal moeten inleveren, dat iedereen langer zal moeten werken, dat beseffen we allemaal. Problemen hebben we er dan ook niet mee (?), zo lang ze maar van ons eigen voordelen afblijven. Iedereen moet langer werken en inleveren behalve ik, want mijn werk is belangrijker, zwaarder, vermoeiender, … dan dat van andere!
Deze houding van beroepsernst en liefde voor het eigen vak valt natuurlijk enkel toe te juichen, maar deze houding is hetgeen dat mij het meeste stoort in dit verhaal van verbittering en verzuring. De maatschappij gaat naar de haaien door het egoïsme van elk van ons. Een volk is sterk in z’n eenheid, we zullen er met z’n allen uit moeten komen, maar op deze manier wordt het wel zeer moeilijk. Er is geen respect meer mijnheer, respect voor elkanders werk, gaande van de groen-ophaaldienst tot een ministerpost. Waarom zou beroep X dit voordeel krijgen en beroep Y niet? Waarom mogen de zogenaamd fysiek zware beroepen toch compensaties terwijl iedereen weet dat mentaal uitgebluste werknemers een groter probleem zijn?

Roll the drums !!!

Persoonlijk kan ik natuurlijk enkel praten vanuit mijn onderwijslandschap. Al te vaak krijgen wij de nijdige opmerking dat wij toch véél vakantie hebben, dat wij mooie uren hebben en luxe-paardjes zijn. Meestal reageer ik daar dan ook zéér kort op : “Kom erbij!” Iedereen heeft de kans en mogelijkheid om in het onderwijs aan de slag te gaan. Volg een D-cursus, een jaartje avondonderwijs en u mag de volgende generatie naar de bommen doen. En als die mensen met al hun vrije tijd en vakantie dan zouden gaan staken, oei, dan is het land te klein. Lieve medemensen, staken is een recht, net zo goed voor de leerkrachten als voor iedereen. “Dat ze twee weken staken tijdens de paasvakantie!”, dat is hetgeen we horen op de radio. Ik vind dit zéér kort door de bocht en getuigen van weinig respect voor ons vak. Ik begrijp maar al te goed dat de impact van een algemene staking in het onderwijs vele malen groter is dan bij de staking van de plaatselijke koekjesfabriek, dat mensen hun goedkope “kinderopvang” niet kunnen gebruiken, dat sommigen nu zelf de vrucht van hun lendenen een dagje zullen moeten bezighouden en opvoeden.

Roll the drums !!!

Ik gooi een knuppel in het hoenderhok door te zeggen dat bepaalde zaken van het communistische gedachtegoed misschien nog zo slecht niet waren. Iedereen gelijk voor de wet, geen uitzonderingen, geen buitensporige inkomens (hoewel hier natuurlijk in dit toch niet zo ideale systeem serieus misbruik van wordt gemaakt). We zijn dan ook hypocriet door al onze commentaar op onze politici. Die mensen moeten nu éénmaal zeer onpopulaire maatregelen treffen om het schip boven water te houden. Dat ze dit soms op verdachte manieren doen en misschien niet altijd op de juiste plaats besparen, dat laat ik nog in het midden. Die mensen kunnen er ook niet aan doen dat ze tewerkgesteld worden in een domein waar ze echt geen fluit van kennen. Het lijkt wel een voorwaarde om totaal geen voeling te hebben met de werkvloer om minister te worden van een bepaald departement. Je kan je toch rustig inwerken in zo’n ministerpost zeker … het duurt ongeveer zo’n kleine vier jaar … en dan mag je je plaats terug afstaan. Al te vaak klagen wij over de ministers hun royale loon. Wel … ook inzake deze … “kom erbij”. Niemand houdt u tegen om ook in de politiek te gaan en zo’n loontje te gaan opstrijken. Of nog beter, u voorziet dat u een tiental postjes bezet, dan grabbelt u overal nog wat eurootjes mee. Als ik minister zou zijn … neen, we moeten niet hypocriet zijn. Als ik minister zou zijn, dan zou ik ook niet inleveren, dan verdien ik dat loon, want dan heb ik het zo ver geschopt, zei het dan dankzij de onvoorwaardelijke steun van vaderlief of de bekrompen en politiek incorrecte werking van de partijpolitiek.

Drum roll !!!

We moeten even stoom aflaten en dat kan in mijn geval het best met een goed spel. Een euro ligt me altijd wel en als het thematisch plaatje dan ook nog helemaal klopt, stemt mij dat zéér gelukkig. Dit gelukzalige gevoel mocht ik gisterenavond nog eens ervaren tijdens de spellenavond van SpinLi. Toen stond het eerste partijtje Drum roll op het programma. In dit spel, van Griekse afkomst nota bene, bent u wat u altijd al had willen zijn, circusdirecteur. Want op een dag vind je de job van je leven … en dan ben je weg. Je reist met je circus van de éne naar de andere wereldstad om welgeteld drie grote shows op te voeren. U huurt personeel in, stelt artiesten te werk en probeert hen tot topprestaties te bewegen. Voldoen ze niet aan uw verwachtingen, dan stuurt u ze toch gewoon de laan uit. Jammerlijk genoeg moet u hiervoor wel een ontslagpremie neertellen en verliest u een zo waardevol overwinningspunt. In tegenstelling tot onze nieuwe pensioenregeling, kan u hier een artiest al gauw op rust sturen. Eén uitmuntend optreden is voldoende om in de geschiedenisboeken te komen en rustig op uw lauweren te gaan rusten. Zo lang u ze van brood en water voorziet, reizen deze levende trofeeën met uw circus mee. Drum roll is een management-spel, u zal een goed beleid moeten hanteren om al dat personeel in het gareel te houden en vooral uw budget in het oog te houden. Diegene die daarin slaagt zal succes ervaren … misschien een tip om eens in Brussel te spelen, in plaats van met ons voeten te spelen.

Woensdag, 7 maart 2012

Ge mut ‘m in gank stampen m’nheer !

Misschien krijgen bovenstaande woorden voor u een nostalgische bijklank :

Misschien herinneren zij u aan de talloze oudercontacten, in een verduft ruikend oud-jongenscollege ter lande waar “Ic poghe om ’t Hoge” nog in fijne letters op het spreekgestoelte stond gegrift. Telken male met knikkende knieën afzakken naar het fenomeen dat steeds plaatsvond nét voor de vakantie, het ophalen der punten. Hoe vaak heeft u toen niet moeten horen dat er potentieel was? Een ruwe diamant, een talent dat nog moest ontbolsteren, een gave die niet werd gebruikt zoals het hoorde? “Ge mut ‘m in gank stampen m’nheer”!

Misschien herinneren ze u aan uw pubertijd, vettig haar, witte sokken, een broek met water-in-de-kelder, een nog ietwat afgetraind lichaam in vergelijking met heden ten dage, waarin u het stalen ros uit die tijd, de Camino tracht in gang te zetten. Geen eigen gemotoriseerd voertuig natuurlijk, wegens véél te gevaarlijk voor zoonlief. Neen, ééntje van het mooiste meisje van de klas. Zij mocht me altijd wel eens meenemen voor een tochtje langs de Nete, door de bossen en de velden … en langs de purperen hei. Jammerlijk genoeg is dit niet al te vaak gebeurd, één keer kan ik me nog herinneren, maar de andere momenten gaf ons nobel ros er de brui aan. Maar ja, “Ge mut ‘m in gank stampen m’nheer”!

Misschien heeft u deze toch wel Fixkesgewijze gedachten totaal niet en leeft u in de moderne wereld, de wereld van vandaag. Een wereld in crisis, waarin toch iedereen zijn idee tracht te verkopen. Zelfs elke gerenommeerde auteur heeft het moeilijk om z’n product aan de man te brengen. En dan komt iemand op dat fantastische idee om net die mensen te helpen : “Ge mut ‘m in gank stampen m’nheer”!
Aangezien dit begrip niet zou aanslaan omdat het niet echt mondiaal klinkt, is deze niet weerhouden. Veel strakker klinkt dan weer “KICKSTARTER”, ondertussen een fenomeen op het internet. Kickstarter is een website waarop iedereen, zelfs u en ik, z’n ideeën kan publiceren. Wat heb jij uitgevonden en zou je graag op de markt brengen? Nu … zo éénvoudig is het ook weer niet. U dient uiteraard een deftig voorstel in te dienen, vergezeld van voldoende achtergrondinformatie, een blits filmpje met de nodige uitleg en vooral een businessplan. Wat gaat het kosten om uw droom te realiseren? Welk bedrag is het nagestreefde doel? Zo gauw dit alles in orde is, zal uw geesteskind verschijnen op de site.

Dan ligt de toekomst (of deze nu succesvol zal zijn of niet) volledig in handen van het grote publiek. Het plebs mag dan beoordelen of het hier draait om een “hot” of een “not”. Via paypal kan u uw bijdrage storten aan het project. U kan verschillende bedragen storten en aan elk bedrag zal iets vasthangen, gaande van een “dank je wel”, over een exemplaartje van het product tot aan het aan huis leveren van de luxe-editie door de auteur. Binnen een vooropgestelde tijdslimiet moet er echter voldaan worden aan het eindtotaal. Lukt het niet, dan wordt het totale project afgeschoten en krijgt elke donateur z’n inbreng netjes terug. In de meeste gevallen, in onze spellenwereld toch, draait het echter uit op een succes. Binnen de kortste keren is het volledige plaatje gefinancierd en worden er stretch-goals opgesteld. Bij deze extra doelen wordt er gegoocheld met véél grotere bedragen. Elk doel dat wordt bereikt, zal een extraatje met zich meebrengen, nieuwe kaartjes, plastic figuurtjes en andere goodies (die u waarschijnlijk nog wel uit een eerder artikel herinnert). Of dit kleine surplusje nu zo’n grote bedragen vereist, dat is me nog steeds een raadsel, maar zoals zo vaak wordt het ijzer gesmeed als het heet is. Vanaf het moment dat de motor draait, vanaf dat ge’m in gank hebt gestampt, geef je best gas moeten ze daar allemaal denken.

Héél dit gedoe heeft in mijn ogen enkele grote nadelen. Ten eerste is dit een volledig Amerikaans gegeven (ook al heb je wel kleinere Europese tegenhangers) en dit zorgt ervoor dat je sowieso nog een hoop verzendingskosten moet toevoegen als je je spelletje wil laten afkomen. Daarnaast heb je eigenlijk totaal geen goed zicht op wat het product eigenlijk inhoudt. Je gaat vaak af op een gevoel, een uitleg van de auteur, het lezen van de spelregels … en dit zou wel eens tot een miskoop kunnen leiden. De prijs is zeker ook een reden om argwanend naar dit alles te kijken. Met een beetje geduld zal je een goedkopere versie bij je plaatselijke spellenboer kunnen aanschaffen … en is het succes zo miniem dat het niet tot daar geraakt, dan heb je er volgens mij niet veel aan gemist. Akkoord, u zal waarschijnlijk moeten wachten op een tweede druk. Akkoord, u zal die kleine goodies en extraatjes niet bij deze tweede versie terugvinden (alhoewel) en dit is een doorn in het oog van een speler-verzamelaar. Akkoord, u heeft de uitgeverij geen psychologisch schouderklopje kunnen geven op voorhand, u had hen graag een hart onder de riem gestoken en een blijk van appreciatie voor hun werk getoond.

En ik begrijp zeker ook de uitgeverijen. Zij willen in deze moeilijke tijden zo weinig mogelijk risico lopen. En hoe kun je nog minder risico nemen dan met het produceren van een product dat op voorhand al volledig is gefinancierd? Is het een succes, dan kan je misschien een grotere oplage voorzien en zo extra centjes verdienen. In se is dit systeem nog altijd positief, spellen die nooit een kans zouden gekregen hebben, komen nu op de markt en zijn echt wel de moeite. Er verschijnen ook véél meer spellen en er wordt nog meer aandacht besteed aan uitzicht, artwork, omkadering, kwaliteit van het product, … en dat kunnen we enkel toejuichen. We zullen enkel zelf een zeer streng oog moeten hanteren om het kaf van het koren te scheiden zodat onze portemonnee niet volledig uitgeput raakt. Al geen geluk dat ik geen “paypal” heb, want als er één ding is dat je jammerlijk genoeg niet in gang kan stampen, dan is het ons betaalvriendje wel.

Donderdag, 29 maart 2012

Volgens de regels van het spel

Vaak vraagt men mij wat ik het beste spel vind. Even vaak moet ik hen dan jammerlijk genoeg het antwoord schuldig blijven en hen met een standaardantwoord bedienen. Of en spel al dan niet goed is, hangt af van verschillende factoren : het spelconcept, het thema, het verloop, het materiaal, de speelduur, het aantal spelers, de spelers waarmee je het spel speelt (dit vooral), enz. Je kan op het internet van elk spel talrijke besprekingen terugvinden, geschreven en in filmvorm. Het enige waar men zéér weinig aandacht aan besteed over het algemeen, zijn de spelregels … en laat dit nou net het onderwerp zijn van deze korte gedachtegang.

Nochtans zijn de spelregels zowat het meest bijzondere dat u in uw prachtig geïllustreerde speeldoos zal terugvinden. Zonder de regels heeft al dat mooie glinsterende materiaal, die fantastische miniaturen, de overvloed aan dobbelstenen, kartonnen fiches en houten blokjes totaal geen waarde. In principe zouden de spelregels dan ook voor elk auteur het geesteskind moeten zijn waar ze het meeste werk en liefde in hebben gestopt. De spelregels, mijne dames en heren, die maken het spel!

Ik mag na mijn jaren van ervaringen en het lezen van toch al meer dan duizend spelregelboekjes met recht en rede verklaren dat het hart van een spel, dat dat de spelregels zijn. Al te vaak valt of staat een spel met het al dan niet fout interpreteren van bepaalde regels. Ik zou bij deze de (toekomstige) spelauteurs dan ook de volgende tip willen meegeven. Als je je spelregels schrijft, hou dan steeds in je achterhoofd dat een leek na het lezen van de regels het spel moet interpreteren, aanvoelen en begrijpen zoal jij dat bedoelt. Vele spelregels voldoen jammerlijk genoeg niet aan deze (toch wel) eenvoudige eis. Bij het lezen van sommige spelregels heb ik medelijden met de doorsnee particulier die jaarlijks met Kerst, Pasen of de zomervakantie hun énige aankoop qua bordspellen doen. Laat het nu net dat spel zijn dat ze op de kop tikken, sjonge jonge, dat komt gewoon nooit uit de kast. Laat staan dat men verder raakt dan bladzijde 2 van de 18 pagina’s dikke spelregelboek.

Spelregels mogen naar mijn bescheiden mening “autistisch” worden opgesteld. Ze moeten een duidelijke en overzichtelijke structuur hebben. Het overdadig gebruik van kleuren, lettertypes en letterdiktes zijn erg mooi en efficiënt als ze correct gebruikt worden, maar al te vaak is dit niet het geval. Gevolg is een kakafonie van loshangende regels die kant nog wal raken en waar jij als lezer maar uit wijs geraken. De perfect geschreven spelregels geven je een virtueel bezoek doorheen je nieuwste aankoop. Je hebt het gevoel dat je het spel al een keertje gespeeld hebt en dat je het zonder problemen stapsgewijs kan uitleggen aan je speelkameraden. Een pluim inzake het schrijven van spelregels gaat dan ook naar Queengames. Oké, deze spellen zijn nu wel een stapje makkelijker dan de meeste spellen voor veelspelers, dus neem ik er in één adem Aleaspiele bij. En zonder twijfel mag ook FFG mee op het podium dankzij hun allerlaatste werken. Bij FFG is de symbolische euro (of is het daar een dollar?) ook gevallen en heeft men gemerkt dat de flow-of-play, het spelverloop niet ten koste mag gaan van een overvloed aan kleine regeltjes en uitzonderingen op een uitzondering.

Andere uitgeverijen zoals GMT, die zwaardere wargames op de markt brengen houden zich halsstarrig vast aan de numerieke ordening die Microsoft Word zo fantastisch aanbiedt. Dit zorgt ervoor dat u situatie x mag gaan opzoeken in paragraaf 5.3.2.6 om daarna een nieuw euvel te mogen verhelpen in paragraaf 4.7.2.1. Op zich zijn deze spelregels volledig en zéér goed geschreven, maar ik kan me er echt niet meer mee bezighouden, sorry, maar er zijn ook zo veel spellen op de markt hé.

Dat slechtgeschreven spelregels echt wel een negatieve tendens op een spel kunnen hebben, bewees “Panic Station” (WGG) nog recent. Het spel op zich zou best wel leuk kunnen zijn, maar als je na het lezen van de spelregels niet verder geraakt dan de startopstelling (bij wijze van spreken), dan is dat toch een afknapper. Het moet wel gezegd dat er niet lang na Essen (dus steek alles maar weer op die deadline) er een herziene versie online verscheen. Eigenlijk zou WGG deze versie moeten laten drukken en naar al hun klanten sturen, want dit zorgt wel voor een wereld van verschil.

Tenslotte nog een kleine frustratie van mijnentwege inzake de spelregels van uitbreidingetjes, goodies, promokaartjes, … Na een tijdje open je dan een spel en vindt hierin dit prachtige extra materiaal, maar waarvoor in godsnaam dient dat weer? Spielbox, een Duits magazine (verschijnt ook in het Engels nu) voegt af en toe extra materiaal toe, maar het boekje gaan verknippen, dat doe je dan weer niet, dus … geen spelregels. De vriendelijke Tsjechen van CGE voorzagen een extraatje in Essen bij hun Last Will en al gelukkig ken ik BoardGameGeek of ik had nooit geweten waarvoor die extra kartonnen fiches zouden dienen. Dus, heren en dames van de uitgeverijen … duidelijke en volledige spelregels graag.

Bedankt, jullie nederige klant.

Maandag, 2 april 2012

Aprilvissen en zondebokken

Tom Boonen wint de Ronde van Vlaanderen voor de derde keer in z’n carrière, grootspraak of een aprilvis?

Oh wat een mooie dag was het gisteren, op die 1ste april. Zonder al te veel kleerscheuren op te lopen ging deze jaarlijks-wederkerende-ellendige-domme-mopjes-dag voorbij. En dat het een zéér bijzondere eerste april zou worden … dat wisten we al op voorhand.

Op de eerste plaats natuurlijk omdat het een Vlaams volksfeest zou worden, de hoogmis van het Belgische wielrennen, de natte droom van elke wielerliefhebbende vlaming … de Ronde van Vlaanderen. Het beloofde een spannend strijdtoneel te worden : een nieuw parcours, aangekondigde boycotten (die er gelukkig niet gekomen zijn), een tweestrijd op leven en dood tussen Spartacus en z’n rivaal Boonen. Jammerlijk genoeg besliste een valpartij erover dat deze laatste niet kon plaatsvinden, maar dit mag de pret zeker niet bederven. Het was alleszins een bijzondere Ronde. Ik was genoodzaakt om een deel van de koers te volgen in de auto op weg naar een babyborrel. Net op dat moment valt Cancelara weg uit de wedstrijd en het moet gezegd … op de radio is het nog zoveel spannender en sensationeler dan op televisie.

De finale volgen op een provisoir groot scherm was méér dan ik durfde dromen. Ook al viel de commentaar dit jaar een keertje weg, het bleef een spannende en zenuwachtige bedoening. Een demarrage op de Paterberg zorgde voor de definitieve afscheiding. Als je met twee linkeballen, die dan ook nog Italianen zijn, op pad bent, dan weet je dat je het erg slim zal moeten aanpakken. De spanning in het propvolle zaaltje steeg dan ook ten top die laatste kilometers. Een spontaan applaus en gejuich toont dat medeleven en chauvinisme toch wel in ons Vlamingen zit, misschien wel véél meer dan we durven en willen toegeven. Wat uiteindelijk het beeld van de Ronde zou worden, een jongetje neergeknield in een veld omdat zijn idool een wedstrijd wint, heeft ons allemaal naar de keel gegrepen … want het is misschien wel ieders droom om zo’n glorieus moment als het winnen van de Ronde van Vlaanderen in z’n leven te mogen ervaren.

Daarnaast waren er enkele andere gebeurtenissen die het ook tot een topdag maakten. Zo was er bijvoorbeeld het ontbijt voor Kamiel. Een traditionele gokpartij bij de geboorte van elk kindje in onze vriendenkring en bijhorend ontbijt stond ook op deze mooie zondag gepland. Een fiere papa mag dan ook melden dat het erg lekker en gezellig was en het voorspelde “mindere” weer is ook uitgebleven … wat wil een mens nog meer?

Wel, wat denk je van een overwinning bij een leuk bordspel? Het gebeurde allemaal in de aanloop naar die eerste april. Op zaterdag 31 maart organiseerden we onze jaarlijkse lentespellendag. Een gezellig dagje spelen op een unieke locatie waarbij iedereen welkom is. Er werd weer duchtig gespeeld en om een geslaagde dag af te ronden hebben we nog eens een Pools spel op tafel gegooid, meer bepaald Alcatraz – the scapegoat.

Het unieke spelconcept van dit spel bestaat erin dat je samen probeert te ontsnappen uit de wereldberoemde gevangenis, maar dat er op het einde van de rit wel (minstens) ééntje zal achterblijven. Wie niet van dienst kan zijn in het magistrale ontsnappingsplan wordt onherroepelijk overboord gegooid. Het beloofde dan ook een spannend strijdtoneel te worden : een nieuwe opbouw van de gevangenis, aangekondigde boycotten (die er gelukkig ook gekomen zijn), een strijd op leven en dood tussen de ontsnapten en de … pineut. Jammerlijk genoeg besliste een foute keuze van en voor één van de medespelers een verlies en was ik met alle geluk van de wereld diegene die mee mocht op uitstap buiten de gevangenismuren. Want weet je … als je met drie linkeballen, zeker als die dan nog van Broechem of Heist-op-den-Berg zijn, op pad bent, dan weet je dat je het erg slim zal moeten aanpakken. Zoals gewoonlijk deed mijn impulsieve zelf weer een foute zet, maar werd ik dus door een hogere kracht geholpen. Uiteindelijke draaide het dus uit op één grote gokpartij (vergelijk het gerust met het gokken op het geslacht en geboortedatum van een baby), maar deze fiere speler vond het erg leuk en bijzonder gezellig … wat wil een mens nog meer?

Vrijdag, 6 april 2012

Dou(maar langzaam)a(a)n(h)e

Als u enigszins katholiek bent opgevoed en zich de cirkel van het kerkelijk jaar nog voor de geest kan halen, dan weet u misschien dat het vandaag Goede Vrijdag is. De dag na Witte Donderdag, waarop Jezus het laatste avondmaal had met z’n leerlingen. Nadien werd hij opgepakt op de olijfberg, na het verraden door onze goede vriend Judas (die achteraf niet meer kon leven met het feit dat hij Jezus had uitgeleverd en zelfmoord pleegde), de tot-de-verbeelding-sprekende-ik-hak-je-oor-af-Romein-actie van Petrus en de ontsteltenis en teleurstelling bij de andere apostelen.

Waarom het een “goede” vrijdag zou moeten zijn, daar hebben wij allen nog steeds het raden naar. Goed, zo zou ik het niet echt kunnen noemen : een kroon met doorns op je hoofd, stukken vel die uit je rug zijn losgeslagen met talloze zweepslagen, een vol eikenhouten kruis talloze kilometers moeten verder sleuren, geen druppel water om de dorstige en zilte lippen enigszins te verfrissen, vastgenageld worden met roestige nagels door handen en voeten (en het waren geen kopspeldjes, dat kan ik u verzekeren). Om drie uur stipt zou het licht uitgaan, letterlijk en figuurlijk. Jezus sterft, met nog een venijnige lanssteek in zijn zij ter controle en het land werd donker. Een zonsverduistering zeggen sommigen, een dreigend antwoord van God volgens anderen.

Misschien is deze “Goede” Vrijdag dan ook hét moment bij uitstek om nog eens goed van leer te geven hier op de blog. Een brok frustratie proberen van je af te schrijven, een aanklacht tegen onrechtmatigheden in onze maatschappij, iets waar iedereen het ongetwijfeld met mij eens is. Het is de hoogste tijd om wat kritiek te spuien op het “goede” werk van : de DOUANE !!! (Hitchcock’s-douche-scène-geluidje op de achtergrond)

Voor de eerste keer in mijn leven heb ik eens een pakketje met spellen besteld uit Amerika. Uiteraard is het niet de bedoeling dat dit een gewoonte wordt. Uiteraard besef ik maar al te goed dat de verzendingskosten serieus hoog kunnen oplopen. Uiteraard besef ik dat dit ecologisch-onverantwoord is … maar het was gewoon een mooie aanbieding, dus na het zoeken van een Paypal-vriendje (die u misschien nog kent uit een eerder bericht), kon het pakketje verstuurd worden.

Twee weken heb ik moeten wachten vooraleer het pakketje vanochtend aan mijn deur werd aangeboden. Op zich had ik geen idee hoe lang dit in beslag zou nemen, dus kan ik er best mee leven. Maar dan heeft u nog de fantastische uitvinding van het Track-and-follow-systeem. Op die manier kan je je pakketje virtueel volgen en heb je een zicht op waar je zending zich op welk moment bevindt. Ik geef u een korte samenvatting : vertrek in de omgeving van Chicago 23 maart –> aankomst in België 26 maart –> douane afgehandeld 5 april –> levering door de post 6 april. Als we dit even netjes analyseren blijkt mijn pakket dus effectief 4 dagen gereisd te hebben en maar liefst 10 dagen bij de douane te hebben gestaan.

Wat doen die mannen in godsnaam 10 dagen lang met één pakketje? Ik kan begrijpen dat het belangrijk is dat pakketjes gecontroleerd worden : drugs, bommen, wapens en andere illegale producten moeten het land niet in natuurlijk. Maar zijn er bij God geen gespecialiseerde technieken om dit op een efficiënte en snelle manier te controleren? Gaat men alle pakjes openen, de inhoud nakijken, alles terug netjes verpakken zonder dat er beschadigingen worden aangebracht? Gebeurt dit wel altijd even grondig? Ik heb er mijn vragen bij zoals u merkt. En het ergste moet dan nog komen …

Bij aflevering van het pakket, waarvoor u dus al wel wat euro’s verzendingskosten heeft neergeteld, dient u nog even vrolijk “douanekosten” te betalen. Het juiste bedrag ga ik u besparen, maar voor dat geld kan ik héél wat pakketjes openen en nakijken. Met de glimlach vertelde de postbode me dan ook “dat zij daar natuurlijk op moeten verdienen hé”. Ik denk dat de business in pakketjes enkel groter zal worden de komende jaren, dus ik hoop dat de politiek hierin ook duidelijke regels en communicatie zal opleggen aan de douane. Of is dit ook van de overheid, want dan zal het hoogstwaarschijnlijk één pot nat blijven.

Kritiek geven is natuurlijk makkelijk hoor ik u denken. Het is toch bijna Pasen, een tijd van vrede en het vieren van de verrijzenis van Jezus. Moet het dan zo agressief op deze “goede” vrijdag? Neen, u heeft gelijk, mijn excuses. Maar daarom trek ik het blik over Proximus, Mobistar, Base, Belgacom, Telenet, Electrabel en andere energiemaatschappijen, bonussen voor topmannen en het laatste velletje toiletpapier bij hoge nood vandaag nog niet open.

Woensdag, 25 april 2012

Slachtoffer van het eigen succes

In tijden van economische crisis zijn er altijd wel witte raven in het spel. Domeinen waarop de huidige situatie geen vat heeft. De bordspellenwereld is zonder enige twijfel één van deze uitzonderingen. Nog nooit werden er zoveel spellen ontwikkeld, geproduceerd en verkocht als heden-ten-dage. Bovendien wordt op deze situatie dan nog eens handig ingespeeld door vraag en aanbod uit te spelen en de standaardprijzen te verhogen … omwille van een stijging van de grondstofkosten misschien???. Het lijkt wel een trend om creatief om te springen met truukjes van de foor om sommige, belachelijke prijzen te verantwoorden.

Opgepast, er wordt de laatste tijd veel aandacht besteed aan artwork, prachtig speelmateriaal en de deftige kwaliteit ervan en dat kunnen we enkel toejuichen. Je komt er niet meer met de alom gekende pionnen, de ouderwetse dobbelsteen, papieren geld in muffe kleurtjes en een ietwat hulpeloos in elkaar geflanst speelbord waarop de tekeningen lijken gemaakt door een drie-jarige kleuter met een weinig vast hand of een wanna-be-illustrator met weinig inspiratie en fantasie. (tot zover onze beschrijving van het spel “mens erger je niet” met een vleugje Monopoly). Maar als je mee wil gaan in deze onstopbare flow van “nieuwe” kopieën en herwerkte “klassiekers”, dan krijgt onze toch al te dunne spellen-aanschaf-portemonnee het bijzonder moeilijk. Het komt er meer en meer op neer om de verborgen pareltjes te gaan onderscheiden van de middelmaat en dat is niet evident, zeker niet als je weet welke pr-machine er achter sommige spellen zit.

Elk voordeel heb z’n nadeel, zei ooit een Nederlands voetbalinternational en een groot nadeel van dit succes is … verzadiging. Op alle gebied treedt deze toch ietwat onderschatte kwaal op. Een toevloed aan spellenclubs bijvoorbeeld, wat op zich positief nieuws is, want dit verhoogt de kans op spelen op verschillende momenten. Ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat ik me beperk tot twee clubs (zijnde Pallieter en m’n eigenste SpinLi) en af en toe een bezoekje aan de collega’s van de andere clubs. Aanwezigheid daar uit interesse, steun en een tikkeltje beleefdheid en vooral héél véél goesting (hier vooralsnog geen verzadiging), afwezigheid door tijdsgebrek en vooral het verdelen van de aandacht over zaken die “echt” belangrijk zijn in het leven zoals mijn gezin.

Een overrompeling aan blogs (zoals deze), die elk wel hun nut hebben (behalve deze), maar telkens hetzelfde publiek zouden moeten aanspreken … en dan kan er wel eens verzadiging optreden, wat dan weer een beperkte stroom aan lezers met zich meebrengt. Een toevloed aan nieuwsbrieven van uitgeverijen, spellenmagazines, facebook-uitnodigingen, extra informatie op Boardgamegeek, enzovoort zijn ongetwijfeld een meerwaarde voor de spellengemeenschap, maar kunnen we al die info nog wel fatsoenlijk verwerken?

Recensies, vertalingen, aankondigingen op het internet of in zelf gepubliceerde maandbladen. Ik heb me er al meermaals aan schuldig gemaakt, net zoals mijn concullega’s. De uitgeverijen krijgen ongetwijfeld dezelfde zondvloed te verwerken als de spelers en spellenclubs, maar dan in de andere richting. Zien zij door het bos de bomen nog? Wie geef je een recensie-exemplaar, wie mag er een vertaling maken en wie niet? Leuk natuurlijk die immense aandacht, maar de keerzijde van de medaille is dat je mensen, ongetwijfeld allen met goede bedoelingen, moet teleurstellen.

De immense snelheid waarmee sommige uitgeverijen hun lekkernijen op ons afvuren zorgt voor stress en rusteloosheid bij de verzamelaars. Als je fan bent van FFG en je wil je collectie up-to-date houden, dan breekt het angstzweet je al uit als ze hun nieuwe releases aankondigen twee-wekelijks. Als je alle interessante kickstarters de nodige ondersteuning wil bieden, zal je betaalvriendje snel van zijn tak beginnen maken omdat het saldo ontoereikend zal zijn. Uiteraard wil je je spellencollectie vervolledigen met recente spellen, maar trop is te veel.

Zelfs de groten der aarde uit onze toch wel kleine spellenwereld hebben ditzelfde gevoel. Ik las recent nog reacties van alom bekende en gewaardeerde collega’s die het toch nog enkele stapjes verder hebben geschopt dan ikzelf. Als mensen als Faidutti, Salinas en andere Nicholson’s het nut er niet echt meer van inzien om spellen te bespreken, hun professionele licht te laten schijnen op de zaak … dan gaat de verzadiging de verkeerde kant op. Dichter bij huis zit ik al een tijdje op mijn honger wat “de tafel plakt!”-blog betreft. Ook daar lijkt het wat stilgevallen om de één of andere reden. Met alle respect natuurlijk, want ook ik moet af en toe diep graven om inspiratie te vinden en het overkomt ons allen wel op een gegeven moment, verzadiging, schwung of panache die even ontbreekt.

Maar vrees niet lieve lezer, goesting voor je passie komt altijd terug. Kwaliteit komt altijd bovendrijven, dus ik ben er zeker van dat ik binnenkort rijkelijk zal bediend worden door mijn boven vernoemde bloggenoot. En als men zegt dat eigen lof stinkt, dan mag er al eens een geurtje aanzitten … vindt u niet?

Zondag, 20 mei 2012

Winter- of zomerspelen?

In de ganse wereld, en in Londen in het bijzonder, kijkt men reikhalzend uit naar de volgende editie van de Olympische Spelen die er staat aan te komen. Dergelijk evenement brengt héél wat te weeg. Zowel qua organisatie, prestige en beleving kan zoiets wel tellen. Persoonlijk prefereer ik eerder de zomerspelen boven de winterspelen, maar dit heeft waarschijnlijk vooral te maken met een beperkte kennis van de wintersporten.

Bovendien is een vorm van meeleven vaak pas mogelijk als er atleten uit eigen land of streek deelnemen en meedingen voor het hoogst haalbare. Je gaat je als het ware vereenzelvigen met deze nationale held en geniet van een overwinning als ware een eigen behaalde zege. Echt kieskeurig zijn we op zulke momenten niet en dit is één van de uitzonderlijke momenten dat we blijkbaar allemaal vloeiend Franstalig zijn. Vaak is de vermoeidheid dan ook groot als je een groot aantal uren vanuit je luie zetel actief hebt zitten meeleven, mee duwen, mee stoempen tijdens bijvoorbeeld de olympische wegrit. Of we dit jaar een Belgische zege mogen verwachten, dat zal volgens mij afhangen van een kleine pitbull van de Isle of Man.

Zomer-spelen of winter-spelen? Dat is eigenlijk een goeie vraag, waar we misschien even moeten bij stilstaan. In onze spellenwereld is het eigenlijk op dit moment een klein beetje windstil. Geruchten, aankondigingen, verrassingen op termijn zijn er genoeg, maar de zomermaanden zijn traditiegetrouw zeker niet de spannendste. De die-hard-gamer kijkt vol ongeduld uit naar het najaar, de maanden oktober en november brengen elke veelspeler in vervoering, dan kan het echt niet meer op. Sinterklaas komt voor hen vaak enkele weken vroeger. Maar hoe zit het eigenlijk met de gelegenheidsspelers?  Zij liggen er ongetwijfeld niet van wakker, maar wanneer is het het perfecte moment om een spel op tafel te leggen?

Vanuit mijn persoonlijke ervaringen in de spellenclub moet ik toegeven dat de zomermaanden over het algemeen rustiger zijn, alhoewel we vorig jaar in juli één van onze drukste spellenavonden hadden. Juni daarentegen was zonder meer één van de laagtepunten uit onze carrière. Bij enige rondvraag antwoorden veel mensen ook dat het te mooi weer is om een spel te spelen. Dat vind ik een rare, doch interessante respons op een vraag die mij steeds als muziek in de oren klinkt : “Willen we vandaag eens een spel op tafel leggen?”

Voor vele mensen is een bordspel spelen blijkbaar iets dat vasthangt aan druilerig, koud, nat weer, pakken sneeuw en/ of ijzel. Volledig klopt deze stelling echter niet, want dan zouden wij in ons Belgenland zéér goed bedeeld geweest zijn. Zelfs in deze maand mei zou het dan bijna elke dag wel een festijn zijn. Een andere stelling die er leeft, is dat spellen echt wel in het najaar in de planning geplaatst moeten worden. Waarom? Dat weet ik echt niet, het hoort blijkbaar gewoon zo te zijn? Wat vaak wel uit het oog wordt verloren, is het feit dat héél wat uitgeverijen XL-versies van spellen op de markt brengen om buiten te spelen en dat deze spellen op dit ogenblik hot zijn (bv. kubb, molkky, …) en dat in elke reiskoffer waarschijnlijk wel een Machiavelli, Boonanza, UNO, Regenwormen of Kolonisten dobbelspel zit.

Er is uiteindelijk toch niets gezelliger dan tijdens de zomervakantie op een zwoele avond, met een glaasje wijn, samen met je geliefden of vrienden rond tafel te zitten en een spel te spelen. Ik durf zelfs te stellen dat bij de gelegenheidsspelers er in de zomer meer zal worden gespeeld dan over de rest van het jaar. Er is plots tijd om die (oh zo moeilijke) spelregels wel eens te lezen, zodat het spel blijkbaar toch wel leuk blijkt te zijn. ’s Avonds spelen mama en papa eerst een testrondje, om het de dag nadien haarfijn aan de kinderen uit te leggen. Op vakantie aan de Belgische kust? Dan neemt u zeker best een spelletje mee, want het zou wel eens enkele dagen “minder” goed weer kunnen zijn.

Dus liefste gelegenheidsspeler, denk hier misschien eens even over na en voel gewoon het gevoel van een goed spel bij mooi weer op een picknicktafel ergens buiten in de bossen. Geef het misschien eens een kans en wie weet wordt u wel een zomerspeler. Bij deze zie ik jullie dan ook graag op één van onze volgende spellenavonden. Tot dan !

Zondag, 27 mei 2012

Euro-kitsch en andere baboesjka’s

Ontsteltenis alom gisterenavond tijdens de Eurosongfinale, een dance-liedje wint de “grootste” (de koningin Elisabeth-wedstrijd die op hetzelfde moment z’n ontknoping kende, laten we maar buiten beschouwing) muziekwedstrijd van Europa. Misschien komen de Lage Landen dus weer een stapje te laat, maar wij kunnen ook Milk inc., Sylver en andere Tiësto’s sturen. Altijd zijn we maar op zoek naar perfect Eurosonglied met de nodige toeters en bellen. Zou het niet beter zijn als we gewoon iets sturen waar we goed in zijn? Wij sturen een braaf prutske van 17 jaar, een goede stem, maar een scheet groot. Nederland stuurt in vredesnaam een indiaan, dan is het al ver gekomen. Het zou hoogstwaarschijnlijk weinig zoden aan de dijk brengen, want de politiek getinte stemming zou nooit echt in ons voordeel uitdraaien, maar dan maken we er tenminste een feestje van. Geef mij maar een goed up-tempo-nummer, een deftige act met supervette moves (dan zijn al die So you think you can dance-wedstrijden toch niet voor niets) en een supergrave lichtshow en dito podiumopbouw. Laat dit alles nu net hetgeen zijn waarvoor wij (Belgen) wereldwijd bekend zijn. We zijn er nog nooit opgekomen om zoiets te sturen.

Een Marokkaanse madam die voor Zweden het songfestival wint, het kan zo maar in één keer. Pas op, verdiend, zonder meer. Euphoria had het meest opzwepende ritme van alle deelnemers, het podium werd volledig ingenomen door één zangeres en ze liet het bij God sneeuwen in de zomer. Over de kwaliteit van dansbewegingen ga ik niet uitwijden aangezien ik zelf niet echt een fantastisch danser ben. De grote favoriet maakt z’n favorietenrol waar, dat kunnen uiteindelijk alleen de echte groten, proficiat.

Nog belangrijker dan de overwinnaar is het bont allegaartje deelnemers dat jaarlijks onze beeldbuis teistert. Het moet gezegd, ik heb me kostelijk geamuseerd met de “kritische” bedenkingen van Peter Van de Veire, je was op voorhand al getipt over wat je mocht verwachten. Lachen geblazen, zeker als diezelfde kerel dan nog onze Belgische punten mag uitreiken. “Nice dresses from den Aldi”, het symboliseert inderdaad wel een beetje het niveau van Eurosong sinds Oost-Europa zich inschrijft met 30 deelnemers. Ons kent ons, dus wij zijn er altijd bij in de finale, ook al staan we met 6 oude dementerende bomma’s op het podium  (met alle respect overigens, je moet het maar doen). Het zorgt voor héél wat wrevel en irritatie in West-Europa. Dit in het midden gelaten, je weet dat je daar voor staat. Je moet gewoon op de proppen komen met een nummer dat sterk genoeg is om mee te doen voor de overwinning. Een nummer zoals Sanomi dat was, zelfs een beetje My guitar en gisteren zonder enige twijfel de oorwurm van Loreen.

We zagen het gisteren weer allemaal, een stel ADHD-ers in de hoogste graad, een krasse opa met reeds een gigantische carrière die even komt afgaan, sluiers die door windkanonnen tot aan de nok van de zaal worden geblazen, korte rokken, lelijke rokken, lange kleedjes, kleedjes van den Aldi, oma’s die koekjes bakken, voetenshuffles, zatte Turken op een boot en zangeressen die ze serieus in de poep aan het knijpen zijn tijdens de hoge uithalen. Ach ja, dat maakt toch gewoon deel uit van Eurosong.

We moeten bekennen dat héél deze Eurosongtrend zich ook doorzet in onze spellenwereld. Show en looks bepalen vaak een waardering. We merken dat Oost-Europa ook hier een serieuze inhaalbeweging aan het maken is en let op mijn voorspelling, het zal niet lang duren of ze steken ons netjes voorbij. Duitsland is altijd het spellenland bij uitstek geweest, maar wie verschijnt er nu ten tonele? Polen, Tsjechië en sinds kort ook Rusland. Voorlopig doen ze het af en toe nog met louche kopieën van bestaande spellen, ze nemen zelfs de moeite niet om de doos te veranderen, ze plakken er gewoon een andere naam op. Copyright telt waarschijnlijk niet in het oosten. Laat ze maar doen zou ik zeggen, er zou wel eens prima materiaal kunnen komen overgewaaid. ’t Is dan wel te hopen dat er een Engelstalige vertaling van de spelregels bij stoppen, want onderstaande is niet echt bij kennis en machte om zich door dat Russisch te slaan. Ik kijk er alvast naar uit om op één van de volgende spellenavonden een Matroesjka op tafel te leggen. U ook?

Zondag, 10 juni 2012

Erg mooi … zo lang het duurt …

Voorbije dagen leefden onze noorderburen weer in een “oranje”-roes. Een roes waaruit ze gisterenavond toch even bruusk werden ontwaakt. Met meer dan gemiddelde belangstelling volgde ik de wedstrijd tegen Denemarken. Niet zozeer omdat ik een oranjefan ben of omdat de Denen oogstrelend voetbal zouden spelen. Maar aangezien ik me geëngageerd heb voor een project waarbij ik mezelf te koop aanbood op e-bay, net zoals 19.999 andere Belgische supporters, om voor het land naar keuze van de hoogste bieder te supporteren, dit alles ten voordele van Unicef. Uiteindelijk bood een Nederlander het hoogste bedrag, dus heb ik het Wilhelmus zo goed als mogelijk proberen mee te mummelen en zag ik tot mijn grote ontsteltenis “De Rode Duivels II” spelen. Meer balbezit, de betere kansen, een strafschopgevalletje niet gekregen, kleine frustraties, laatste pass onzuiver, meer intrinsiek talent als de tegenstrever, maar niet zo’n sterke groep en totaal geen kalmte en scherpte voor doel, zodat één dodelijke counter een ganse natie in rouw duwde.Die 6-1 overwinning tegen de B-ploeg van Noord-Ierland bleek dus niet echt een referentie, maar onze noorderburen droomden toch al luidop van de finale. Een leuk gevoel, zonder meer, maar het is maar mooi … zolang het duurt.

Hoe zwart de avond gisteren dan wel was, zo mooi was vrijdagavond. Niet op voetbalgebied, want landen als Griekenland, Polen en andere Tsjechiës maken me ook niet echt warm. Over Rusland houd ik me nog op de vlakte, want dit zou wel eens een verrassing kunnen worden. Neen, ik had geen tijd om me zorgen te maken over voetbal, want er stond een spellenavond van SpinLi op het programma. Als organisator is het toch elke keer weer spannend of er weinig of veel bezoekers langskomen. Daar de examens van start gaan, het EK op de buis is, het plaatselijke kampioenenbal werd georganiseerd, hield ik mijn hart dan ook stevig vast. Het was dan ook een fijn gevoel om héél wat mensen te mogen ontvangen … en het opmerkelijkste van al, was dat dit héél wat nieuwkomers waren. Hopelijk heeft iedereen er van genoten en komt mijn voorspelling omtrent de zomerspelen uit een vorig artikel uit. Het zou fijn zijn om terug een groter aantal bezoekers te mogen verwelkomen op onze spellenavonden, na enkele rustigere maanden. De volgende spellenavond zal terug een themaatje krijgen, maar hierover vindt u meer op onze weblog van SpinLi. Erg mooi allemaal … zo lang het duurt … want ook voor 6 juli heb ik waarschijnlijk geen flauw benul of ik een rijkgevulde speelzaal zal hebben.

Zondag, 24 juni 2012

You’ll never walk alone

(verwittiging : in dit stukje tekst vindt u niets spellengerelateerd)

“When you walk through the storm, hold your head up high.
And don’t be afraid of the dark. At the end of the storm,
there’s a golden sky and the sweet silver song of the lark.”

Het is weeral bijna zo ver, het einde van het schooljaar nadert met rasse schreden. Voor alle leerlingen en het onderwijzend personeel een mooi vooruitzicht, maar vooraleer het effectief van start kan gaan, moet er toch nog het één en ander afgehandeld worden. In dit schrijven tracht ik u even duidelijk te maken dat zo’n afscheid niet altijd evident is en dat er hier en daar toch wel eens een traantje durft te vloeien.
Als leerkracht van het zesde leerjaar is de maand juni toch wel wat speciaal. Je moet de krawaatjes (inwoners van Lille) die je van hun 3 jaar stilaan naar de hoogste klas hebt zien groeien voor “altijd” lossen nu. Maar voor we dat moment ter sprake brengen, neem ik u even mee in deze laatste week.

Maandag is het nog te vroeg om al te beginnen met al het opruimen, poetsen en andere bezigheden, dus gaan we proberen, zo goed en zo kwaad als mogelijk, nog les te geven. Een herhaling van wiskunde en Frans dringt zich op,want ook al laat je geregeld vallen dat het geen kwaad kan om dit alles eens te herhalen tijdens de vakantie, de overgrote meerderheid (lees niemand) zal dit waarschijnlijk effectief doen. In de namiddag nog wat knutsel-, inoefen- en zangwerk voor onze receptie die we op woensdagavond verzorgen.

Dinsdag is de dag waarnaar de kinderen van de ganse school uitkijken, want dan gaan we het bosspel spelen. De leerlingen van mijn klas verzorgen de ganse activiteit, zijnde sport en spel allerhande op de voetbalterreinen en nadien een groot verstoppertje in een bos. De kinderen van de andere leerjaren gaan hun oudste collega’s zoeken. Deze zijn verkleed in een bepaald thema, het is aan de kleinsten om te raden in wie of wat ze verkleed zijn. Dit kan gaan van smurfen tot Astrid Bryan en de Spice girls. Heel dit evenement is zo eenvoudig en simplistisch als maar zijn kan, maar toch kijken onze kids er enorm hard naar uit. Hopelijk zijn de weergoden ons nog goedgezind.

“Walk on, through the wind. Walk on through the rain. 
Though your dream be tossed and blown. Walk on, walk on,
with hope in your heart. And you’ll never walk alone. You’ll never walk alone.”

Woensdag is zonder meer de drukste dag van de week, zij het dat het maar een halve “lesdag” is. We moeten onze turnzaal omtoveren tot feestzaal voor de receptie. Een generale repetitie dringt zich op, de kledij testen, de muziek doorspelen, de drank koel zetten, alles klaarleggen, de tafels en stoelen plaatsen, … U kent het fenomeen ongetwijfeld, ’s namiddags naar huis rijden en nog aan 1001 dingen tegelijk denken, maar er geen enkel een plaats kunnen geven, maar bon … alles komt goed. Om half acht beginnen we er dan aan : de receptie, een plechtig moment voor kinderen en ouders. Na een ludieke (en emotionele) opening door de kinderen volgt er een officieel gedeelte met het uitdelen van het rapport en getuigschrift om af te sluiten met een spetterende receptie. Moest het u interesseren, het thema dat de leerlingen dit jaar kozen, was faute partie, dus ik heb mijn feestplunje al klaargelegd.

Na zo’n dag kan je niets anders verwachten dan een moment van decompressie op donderdag. Op de planning staat dan ook niet veel meer dan uitdelen van werkboeken, werkjes, tekeningen, … en het poetsen van banken, stoelen en voor diegene die zin hebben de rest van de klas (ondergetekende zal u dankbaar zijn). Nadien is een filmpje op het grote bord misschien wel op z’n plaats. Maar niet vooraleer we de viering van vrijdag nog eens hebben overlopen, het materiaal klaargelegd en de liedjes doorgezongen. Om af te sluiten vieren we ook nog de jarigen van de maanden juni, juli en augustus.

Walk on, walk on, with hope in your heart.
And you’ll never walk alone. You’ll never walk alone.”

Vrijdag is het dé dag, de allerlaatste dag van het schooljaar, de dag van het definitieve afscheid. Om negen uur wordt de ganse school in de kerk verwacht, want de leerlingen van 6A zetten nog een laatste keer hun beste beentje voor om er een mooie viering van te maken. We sluiten af met een traditioneel spetterend afscheidslied en keren al een beetje peinzend terug naar school. Een verrassing voor alle kinderen zal er ongetwijfeld ook zijn op de speelplaats en een grote slotdans met alle kinderen van de lagere school. Maar dan komt het moeilijkste moment, dat laatste kwartiertje voor de bel gaat … we staan daar dan samen … in die lege klas. Geen tekeningen meer aan de muren, geen balpennen en kleurtjes meer in de aanslag, het voelt allemaal zo onwezenlijk. Ik moet bekennen dat ik zelden momenten heb waarop ik niets zinnigs kan uitkramen, maar dit moment nijpt de keel toch wel netjes dicht. Ik heb er al enkele jaren over gedacht om eens een speech te schrijven om op dat moment toch iets nuttigs te kunnen zeggen, maar het komt er toch niet van. Misschien laat ik ze gewoon dit stukje tekst lezen zodat ze weten dat ik ze het allerbeste toewens in het middelbaar en de rest van hun leven, dat het ook bij mij pijn doet om afscheid te moeten nemen en dat ik hen gewoon ook graag zie … ook al ben ik maar de meester. Fijne vakantie iedereen !

Woensdag, 11 juli 2012

Den Vlaamschen Feestdag

Op 11 juli 1302 vond de Slag der Gulden Sporen plaats op het Groeningheslagveld nabij Kortrijk. Een hevige strijd tussen milities van het graafschap Vlaanderen en het leger van de Franse koning. De slag was in militair opzicht opmerkelijk, omdat keuterboeren met rieken en hooivorken en enkele boogschutters in staat bleken te zijn een ridderleger te bedwingen. In historiografisch opzicht is de slag van belang door de rol die deze vanaf de negentiende eeuw speelde in de Vlaamse bewustwording en de groei van de Vlaamse Beweging. Een belangrijke bijdrage tot de collectieve bewustwording van deze gebeurtenis in Vlaanderen werd ook geleverd door Hendrik Conscience’s roman De leeuw van Vlaanderen (1838), die een geromantiseerd beeld van deze strijd biedt.

Het kleine Vlaanderen besefte ineens dat het toch wel wat kon betekenen. Hedentendage is de bewustwording nog steeds aan de gang. Vlaanderen staat ondertussen gekend als economisch krachtige, innovatieve en technologisch sterk uitgebouwde regio. Het politieke plaatje gaan we vandaag zeker niet aanraken, want dat zou ons dan weer te ver leiden. Spellenderwijs moet ik dan toch weer eerlijk bekennen dat het wat magertjes uitvalt. Binnen deze wereld hinken we toch enorm ver achterop naar mijn bescheiden mening. U mag me corrigeren (en ik hoop dan ook héél wat reacties te krijgen op dit bericht), maar ik kan bijzonder weinig Vlaamse uitgevers en spelauteurs uit mijn mouw schudden. Bijzonder pijnlijk blijkt dan ook telkens weer, dat wanneer er een Belgisch product op de markt verschijnt van onze Waalse collega’s er geen Nederlandstalige spelregels zijn voorzien. Wij tellen nog steeds niet mee mijn beste vrienden!

Ik zie voorlopig ook niet onmiddellijk een nieuwe Pieter De Koninck of Jan Breydel ten tonele verschijnen in Vlaanderen, want als kleine speler doe je niet meer mee in deze steeds maar groeiende business. Of is dit toch weer onze valse bescheidenheid die de kop opsteekt? Waarom lukt het onze “slimme” noorderburen dan wel om succesvolle ondernemingen op te starten. Zij kijken verder dan hun neus lang is en brengen internationale versies van spellen uit. Een goed businessplan, een hypemachine, slim vertaalwerk, … het draagt allemaal bij tot het succes van deze uitgeverijen. Ik kan er hen enkel een pluim voor geven, ook al moet ik af en toe de wenkbrauwen fronsen bij bepaalde spellen de er al dan niet verschijnen. Tot mijn spijt gaat de kwaliteit wel een beetje achteruit ten opzichte van de kwantiteit, maar op die manier moet je ook proberen te overleven en deze steeds groter wordende jungle.

Misschien moeten we toch terug meer gaan geloven in onze eigen kracht en op deze Vlaamse feestdag eens stilstaan bij deze strijd die zich al ver afspeelde voor België nog maar bestond. Misschien is het toeval dat ik voor het schrijven van dit artikel om vier uur ’s nachts uit mijn bed ben gekomen. Ik lag toch wakker en als er dan een ideetje komt, dan begin je te schrijven. Niet dat er aan mijn deur werd geklopt en ik “Scilt ende vrient” niet mocht uitkramen. Misschien was het gewoon tijd om een signaal te geven om strijdvaardig te zijn, te geloven in onze eigen taal en ons eigen kunnen en hier trots op te zijn.

Zaterdag, 28 juli 2012

Meedoen is belangrijker dan …

Met deze olympische slogan in gedachten start over enkele ogenblikken het grote olympische circus in Londen. Of we al dan niet eremetaal zullen meebrengen zal hoogstwaarschijnlijk van details afhangen. Kanshebbers hebben we zeker, maar op het moment van de waarheid is talent, kracht, uithouding en techniek niet altijd voldoende. Een nodige dosis geluk zal mee bepalen of we onze, toch-al-te-vaak-weggedrongen, vaderlandsliefde boven halen dezer dagen. Ik kijk alvast met argusogen naar de prestaties van onze atleten, die zich op dit evenement tot een heldenstatus kunnen opwerken.

Dat de beste niet altijd wint, is een interessante gedachte om eens mee te nemen naar spellenland. Hoe win je een spel? Speel je altijd om te winnen en is het dan je kunde, talent, inzicht of tactisch vernuft dat het verschil maakt? Het doel van een spel is uiteraard winnen, maar het is niet het winnen dat belangrijk is, maar het doel op zich. Een poëtisch doordenker die niet uit mijn bescheiden brein tevoorschijn wordt getoverd. Grootmeester-spelauteur Reiner Knizia vat in deze one-liner eigenlijk de essentie van héél dit artikel samen.

De olympische “speel”gedachte is natuurlijk maar wat ze is. Laat ons duidelijk zijn dat iedereen een spel aanvat om als overwinnaar uit de bus te komen. Doe je dit niet dan kunnen we hier nog oeverloze discussies gaan opstarten over begrippen als “spelbreker”, “kingmaker” en andere “valsspelers”. Pure tactiek en strategie mag in mijn ogen ook niet volledig bepalend zijn om een spel te winnen. Begrijp me niet verkeerd, een spel zonder geluksfactor is voor mij persoonlijk wel zéér interessant, maar een spel dat door middel van een bepaalde strategie altijd winnend wordt afgesloten, is de moeite niet waard om op tafel te leggen. Dan kan je je beter achter een excel-sheet zetten op je pc en op die rijen, kolommen en cijfertjes kicken.

Een atleet gaat altijd voor persoonlijk succes en dan is fatsoen soms ver te zoeken, maar het doel heiligt de middelen en enkel op die manier kan je een echt kampioen worden. Spellen met een pestfactor kunnen fantastisch leuk zijn, maar anderzijds ook zo mateloos irritant. Heb je niet de juiste speelgenoten dan kan een pestspelletje al gauw uitdraaien op een grommel links of rechts, een scheldtirade over en weer de tafel en in het slechtste geval een interruptie of volledige annulatie van de speelbeurt … en dat mag natuurlijk niet de bedoeling zijn. Fairplay is en blijft het het sleutelwoord, maar enige vorm van incasseringsvermogen in dit type spellen is een must.

Als spellenliefhebber is het vaak moeilijk om je te specialiseren in één disciplines. Er is een overaanbod aan leuke spellen en dat brengt met zich mee dat meervoudige speelbeurten, en de daaraan gekoppelde gewenning en diepere inzichten in het spel, vaak uitblijven. Een spel wordt dan eerder gespeeld om te spelen, om aan te voelen hoe het speelt, of het mechanisme draait. Van alles wat en niets concreet genoeg is dan ook een patstelling waar we als veelspeler vaak in terecht komen. Gezien mijn fysieke bouw en uithoudingsvermogen op dit ogenblik ga ik daar zeker niet te zwaar aan tillen en laat ik het grote werk liever aan anderen over … dus bij deze zullen we ons maar in de fauteuil gooien, beentjes omhoog en vol passie meeleven met de bovenmenselijke prestaties die geleverd zullen worden. Dan doe ik dat de volgende avonden wel fijntjes over door een hoopje karton en hout op tafel te leggen!

Dinsdag, 31 juli 2012

Mag het ietsje meer zijn ?

We zijn ondertussen al aan dag vier van de Olympische Spelen en het resultaat voor ons Belgen is vooralsnog redelijk mager. Een bronzen medaille is mooi, enkele persoonlijke records en hier en daar een puike prestatie, maar het mag voor ons gerust ietsje meer zijn. We kijken natuurlijk nog uit naar enkele toppers die nog in titelkoers zijn of nog aan de bak moeten komen later deze (of volgende) week. Uiteindelijk zijn we als klein landje redelijk verwend op sportgebied de laatste jaren, enkel op de Olympische Spelen worden we vaak met de neus op de feiten gedrukt. De sporten waarin we overheersen zijn niet al te vaak de grote sporten of sporten die op zo’n groot toneel worden opgevoerd. We moeten ook niet beginnen zweven en overdrijven, bescheiden blijven, want dat is onze grootste troef en tegelijk ons zwaarste beperking … laat ons dus toch maar stellen dat het gerust een béétje meer mag zijn.

Altijd maar meer willen is des mensens, we streven altijd naar het hoogst haalbare en zelfs dan nog wordt er snel gerelativeerd en overgegaan naar de orde van de dag. We vergeten al te vaak dat ook iets erg mooi kan zijn in z’n eenvoud. Ik haal dan ook graag even het vaatje met de abstracte spellen boven hier op de blog. Schaken, dammen, go en andere gipf-reeksen zijn zonder meer pareltjes als het op spelontwerp aan komt. Persoonlijk vind ik dat deze spellen in ieders persoonlijke top 10 zouden moeten staan, maar de realiteit toont ons iets anders. We worden hedentendage meer en meer overstelpt met coole artwork, honderden fiches in een kartonnen doos, een halve boom aan houten blokjes en meeples en prachtige plastic figuurtjes. Enkele jaren geleden hadden we Kris Burm, ontwerper van de gipf-reeks bij onze spellenclub op bezoek en die formuleerde het fenomeen als volgt : “Als je een peuter laat kiezen tussen een droge vitabis (koek) of een dinosauruskoek met chocolade, dan is de keuze snel gemaakt.” Dit doet helemaal niets af aan de smaak en de kwaliteit van de vitabis, die ongetwijfeld veel gezonder zal zijn, maar het is nu eenmaal een ongelijke strijd. Het mag hier dus in meeste gevallen ook gerust ietsje meer zijn.

Misschien is het dan ook de hoogste tijd om in deze tijden van crisis te pleiten voor net dat ietsje minder. Goed zijn in je eenvoud, kwantiteit beperken en kwaliteit verhogen, het is iets waarnaar we moeten streven. Het is niet altijd makkelijk uiteraard want langs alle kanten worden we bestookt met al dat lekkers. Spiel staat stilaan terug voor de deur weet u wel. Het is als een moderne wortel die men voor een hongerig paard houdt … wel liefste lezers, ik beloof dat ik mijn best ga doen om achter deze wortel te lopen, maar niet als een hongerig paard, eerder als een koppige ezel. Ons budget en onze nu al te kleine spellenkast zullen me ongetwijfeld dankbaar zijn. Het mag dus gerust een keertje ietsje minder zijn.

Zondag, 26 augustus 2012

Ratio inflatio

Het leven wordt duurder … elke dag komen er onheilspellende berichten over de stijgende prijzen. De graanprijs, wegens slechte oogst, hieruit voortvloeiend een hogere broodprijs en op termijn hoogstwaarschijnlijk een stevige vleesprijs. Ook de prijs van diesel stond nog nooit zo hoog, mazout, benzine, aardgas en andere oliën doen het al niet veel beter. We zullen het moeten inzien, de broeksriem zal stondig moeten worden aangetrokken. Als het voor levensnoodzakelijke middelen al lastig wordt, wat moet er dan gedacht worden van alle soorten luxe? Kan u uw luxe laten varen? Wat is luxe? Is uw hobby luxe? Of enkel als het een dure hobby is? Golf staat bekend als zijnde een “duurdere” hobby … wat als ik, voorvechter van het betere spel, nu het nieuws moet brengen dat we stilaan op de “golfsche” weg zijn met de bord- en kaartspellen???

Ik neem u alvast even mee naar het volgende grote spellenevenement dat ons te wachten staat (de spellenavonden van SpinLi buiten beschouwing gelaten), Spiel in Essen. We moeten uiteraard de 170 km enkel gaan afleggen en dienen hiervoor de nodige grondstoffen te verbruiken. Daarnaast zullen we niet kunnen passeren aan de talloze eetkraampjes zonder één keer te stoppen. De prijs van een hot-dog, hamburger of andere lekkernij zal percentueel waarschijnlijk niet meer hetzelfde zijn als die van vorige edities, dank je wel brood- en vleesprijs. Dan maar iets vegetarisch? Neen, die mensen worden al jaren lang afgeperst onder het voorwendsel dat gezond eten sowieso duurder betaald dient te worden. We zullen onze eigenste picknick maar meenemen, een droog boterhammetje kan er misschien nog van af.

Waar ik eigenlijk met mijn belachelijke intro naar toe wil, want geef toe beste lezer, wij gaan met z’n allen geen boterhammetje minder eten, geen hamburger afslaan of op geen kilometertje meer of minder zien als het erop aan komt. De inflatie die onze hobby wel naar een hoger (lees : duurder) niveau tilt, zijn de prijzen die men heden ten dage op de spellen plakt. In de afgelopen jaren heb ik deze prijs zienderogen zien groeien. U moet weten dat men in Essen erg goed is in het afronden van de verkoopprijs. Er zal telkens op een veelvoud van vijf eurootjes worden afgerond, dit telt lekker makkelijk en je zit niet met dat kleine geld om weer te geven. (ik vraag me eigenlijk af of ze daar eurocentjes aannemen, misschien eens proberen dit jaar) Toen ik enkele jaren geleden mijn eerste bezoekje bracht aan de beurs was dit afronden ook al het geval. Maar toen was de standaardprijs voor een nieuw spel op zo’n € 30 gesteld. Nu, vandaag de dag verschijnen er onheilspellende prijzen die om en bij de € 40 – € 50 schommelen. Kijk ik naar de prijzen van de plaatselijke spellenboer, dan gaan deze al naar de € 50 à € 60 voor de Amerikaanse spellen (logisch dat ze iets prijziger zijn gezien de verzending, maar trop is te veel).

Uiteraard willen wij zo veel mogelijk de markt blijven volgen, uiteraard willen we zo veel mogelijk nieuwigheden een kans geven, een keertje op tafel leggen, ze demonstreren op onze spellenavonden en ze toevoegen aan onze mooie collectie … maar we gaan erg selectief moeten worden. Ook de uitgevers zijn niet meer zo happig om aan jan-en-alleman een recensie-exemplaar te schenken, waar ik mij zonder moeite kan bij neerleggen, maar de spellen aan een redelijke prijs kunnen aanschaffen is het minste wat wij kunnen en  naar mijn bescheiden mening, mogen vragen. Een kleine tegemoetkoming kan al voldoende vertrouwen in de schaal werpen om een stevige en goede samenwerking op te bouwen. Want zeg nu zelf, als we met z’n allen morgen geen brood meer kopen … zou die broodprijs dan werkelijk zakken?

Schrijfsels uit 2013
Woensdag, 9 januari 2013

Schoonheidsslaapje

Allereerst wil ik aan de trouwe lezers van deze blog mij excuseren voor de langdurige afwezigheid. Een schoonheidsslaapje was in mijn ogen tijdens de drukke herfstperiode de enige juiste beslissing die ik kon (en moest) nemen. U heeft misschien onze indrukwekkende Essen-reeks gevolgd, een ongelooflijke lijst van aankondigingen, besprekingen en impressens van de allernieuwste spellen.

Dat de trip naar Essen de nodige voorbereidingen vereist, dat las u reeds op deze blog, maar elk jaar opnieuw wordt deze taak ingewikkelder en vooral omvangrijker. Niet enkel het aantal nieuwe spellen stijgt elk jaar onrustwekkend (voor onze portemonnee toch), ook de kwaliteit van het materiaal was dit jaar, naar mijn bescheiden mening, van een ongeziene hoogte in vergelijking met de vorige jaren. Dit brengt het nodige werk (of zoals ik het zou moeten noemen “hobby”) met zich mee.

Naast die voorbereidingen en besprekingen mochten we ook niet de essentie van onze passie uit het oog verliezen, het spelen van de spellen, toch nog altijd bedoeling van al dat karton, hout en plastic. Als goede voornemen voor dit komende speeljaar heb ik me dan ook als doel gesteld om vooral veel te spelen, met héél wat verschillende medespelers. Meer hierover vond je al op de SpinLi-blog en binnenkort ongetwijfeld ook hier.

Ook deze blog zou ik graag terug wat willen aanzwengelen, maar goed materiaal komt niet uit de lucht vallen. Ik verkies op dit nietig blogje nog steeds voor kwaliteit boven kwantiteit en dat eerste ga ik u dan ook terug proberen te brengen. Hopelijk geniet u er dan ook weer van, ik ben in ieder geval erg blij mee dat ik nu op de oranje “publiceer”knop hierboven mag gaan drukken. Tot lees !

Donderdag, 10 januari 2013

Spelen is geen kinderspel

Met de bovenstaande, op het eerste zicht contradictorische, titel wil ik even een probleem in spellenland uit de wereld helpen. Maar al te vaak krijgen wij, de spelende medemens, nog rare blikken, gniffelende achter-de-handjes en spontane ha-ha’s à la Nelson van de Simpsons.

Het spelen van spellen is allerminst kinderachtig en een hobby zoals elke andere, met dat voordeel dat er ook nog eens een enorme sociale meerwaarde mee gepaard gaat. Met dit schrijven wil ik zeker niet overkomen als de hautaine, zelfingenomen véélspeler die denkt dat het spellenuniversum rondom zijn (hoogstwaarschijnlijk) te dikke achterste draait. Moest dit wel het geval zijn, of als het zo zou overkomen, zou ik het ten stelligste appreciëren mocht mij dit op een subtiele en goed onderbouwde manier worden duidelijk gemaakt. Ik geniet zonder meer van het betere familiespel en durf me zelfs af en toe wagen aan de eerder “kinderachtige” deductie, memory en reactiesnelheid-spellen, zij het met wisselend succes.

Spellen spelen moet voor mij in de eerste plaats plezant zijn, een nuttig en vooral fijn tijdverdrijf. Als je daarenboven ook nog dat beetje grijze massa, dat in je schedelpan zit, aan het werk weet te zetten, dan is dat enkel mooi meegenomen. Al te vaak nog volgt er na het uitspreken van de magische woorden “ik speel graag spelletjes” onbegrip en fronsende blikken.

Onwetendheid is in mijn ogen de boosdoener. Ik ben er dan ook heilig van overtuigd dat, na het nemen van die aartsmoeilijke drempel (blijkbaar), er héél wat mensen warm te krijgen zijn voor onze passie. Ik kan me zeker voorstellen dat de stap naar een spellenclub dat net ietsje te groot is voor vele mensen en dat is op zich erg jammer, want er zou ongetwijfeld een nieuwe wereld voor hen opengaan.

Na jaren ervaring in het “vak” en heel wat wetenschappelijk onderzoek heb ik ondervonden dat vele mensen toch al hun weg vonden naar de betere (of beter gezegd nieuwere generatie) bord- en kaartspellen. Ze ontdekten de winkelrekken naast die van de reclame hits à la Monopoly, Levensweg en andere Stratego’s in de speelgoedwinkel … en sommigen botsten misschien al wel eens op een online speciaalzaak. Er wordt meer dan ooit gespeeld in de Vlaamse en Nederlandse huiskamer, misschien ook wel bij u, maar toch is het zo moeilijk om eens buiten die huiselijke kring te geraken.

Vandaar mijn initiatief om dit jaar met zoveel mogelijk verschillende speelpartners mijn ding te doen. Monogamie staat niet in het speelwoordenboek en verandering van spijs doet, inzake spellen spelen, zeker meer en herhaaldelijk eten. Vaak voel ik een zekere terughoudendheid, ik weet niet goed waarom. Ik heb de indruk dat mensen schrik hebben van de “game master”, de man met een eigen spellenclub, dat is toch onmogelijk om daartegen te strijden.

Laat me daarover kort en duidelijk zijn lieve lezer. Indien u graag een spel wint, dan bent u bij mij aan het juiste adres. Mijn taak blijft vaak beperkt tot het aanbieden van het spel, het lezen van de spelregels, het uitleggen ervan en het geven van tactische hints aan andere spelers, zodat zij het als  erg leuk ervaren… en meestal ook met de overwinning gaan lopen. Daarnaast ervaar ik vaak een spontaan ontstane coalitie bij mijn speelpartners, zelfs in die mate dat mijn ondersteuning door hen in twijfel wordt getrokken of volledig in de wind geslagen.

Hopelijk bereikt dit bericht een groot publiek en geven ze spellen eens een kans. Ik zou ook op veel reactie willen rekenen omtrent mijn oproep, kom een keertje langs of nodig mij uit om te komen spelen (kwestie van de stap klein te houden). Smijt jezelf en je vrienden eens in het diepe, ik weet dat dit geen kinderspel is, en misschien vind je het wel een erg leuke ervaring. Ik heb er in ieder geval het volste vertrouwen in. Want zeg nu zelf : hoe lang is het al niet geleden dat u kon zeggen dat u bij iemand bent gaan spelen? En willen we ons niet allemaal graag terug een beetje kind voelen?

Maandag, 28 januari 2013

Grabbelpollen en worstenvingers

Dat artwork en speelmateriaal heden ten dage alsmaar belangrijker wordt, dat hoef ik u waarschijnlijk niet te vertellen. Het uitzicht van een spel bepaalt in grote mate toch ook het succes van de verkoop en nog meer in het geval van Kickstarter. Op dit format vindt u geen éénvoudige, lelijk uitziende prototypes meer, maar reeds gelikte, afgewerkte producten met de nodige miniaturen en prachtige illustraties. Gooi er vooral nog een blits filmpje bovenop en als de limiet om het project te ondersteunen niet te hoog wordt gesteld, dan zou het allemaal wel moeten lukken.

Dat schoonheid en praktisch gebruik niet altijd hand in hand gaan, daar wil ik hier wel eens een boompje over opzetten. Voor de spelers onder ons met een iets minder ontwikkelde fijne motoriek of diegene die last heeft van wat wij bij ons “worstenvingers” noemen, zijn sommige van deze prachtige materialen op z’n minst frustrerend in gebruik.

Te dikke vingers zorgt voor héél wat moeilijkheden in het grijpen van, vooral, kleiner speelmateriaal. Zoals een bevriend blogger al aanhaalde in één van z’n artikels is het verzetten van de scorepionnen van Tokaido op z’n minst een uitdaging voor ons allen. In het vlooienspel is het de bedoeling dat het speelmateriaal, zij het gecontroleerd, naar alle kanten uitspringt, maar als je dit fenomeen ook bij andere spellen, maar dan ongewild, begint mee te maken, durft de frustratie al eens hoog op te lopen.

Bovendien springen wij, liefhebbers van het betere spel, erg omzichtig en voorzichtig om met al dat mooie materiaal. Het gebruik van ziplockzakjes, verdeeldoosjes en andere beschermend materiaal is standaard in onze speeldozen. Het verliezen van materiaal of onvolledig wegzetten van een spel in de kast is uit den boze. Het is dan ook een ware horrorbeleving als de diamantjes van Ubongo of Diamant tegen de vlakte kwakken. U kan het niet geloven hoe ver en in welke richtingen deze kleine pareltjes vliegen.

Eenzelfde verstikkend gevoel overvalt je als je medespelers doodleuk de prachtig geïllustreerde kaarten in hun handen beginnen te buigen en te plooien. Dan begint het bloed als vanzelf te koken en zal de onderwijzer in mezelf een vermanende vinger uitsteken en de betreffende speler een sneer uit de pan geven. Het sleeven van kaarten zou een mogelijke oplossing kunnen zijn, maar erg praktisch is dit niet en de mate waarin we ze zouden dienen te gebruiken, zou er bovendien een kostelijke zaak van maken.

Ook opruimen is een deel van het spelen van een spel. Het netjes opbergen van het materiaal zorgt voor een snellere volgende speelsessie, zodat je niet telkens alles moet sorteren vooraleer je daadwerkelijk aan de slag kan. Mijn ouders leerden mij dat je moet opruimen waar je mee speelt, maar inzake het inpakken van de spellendoos, zou ik toch willen vragen dat sommige mensen dit taakje overlaten aan de professionals, vooral dan diegene met de befaamde “grabbelpollen”.

U kent het waarschijnlijk wel, u moet 35 houten blokjes in een zo’n ziplockzakje krijgen, maar uw hand heeft slechts een capaciteit van 30 houten blokjes. Toch zijn er atleten die hun grenzen telken male willen verleggen en trachten om het ganse pakket in één keer vast te krijgen. Vaak met een tuimelperte van meer dan 50% van het goedje tot gevolg. Lukt het in een uitzonderlijk geval toch om alles netjes in hun hand te balanceren, trachten ze met hun andere hand zo’n zakje open te krijgen … en ik kan u verzekeren dames en heren dat dit de moeite is om te aanschouwen. Er wordt helemaal door het lint gegaan als, na een hoop kunst- en vliegwerk, het eindelijk geopende zakje te klein blijkt te zijn en de inhoud van twee verschillende zakjes dient te worden verwisseld.

U bent er op dat eigenste moment liever niet meer bij, want dan wordt al dat mooie materiaal zonder pardon vervloekt en op korte tijd van de speelhemel naar de karton/hout/plastic hel verwenst.

Woensdag, 6 februari 2013

Als cafeïne cocaïne wordt …

Het zal u allicht niet verbazen, maar ik durf te stellen dat mijn voornaamste hobby “bordspellen” is geworden de laatste jaren. Ik durf zelfs stellen dat het ondertussen héél wat meer is dan enkel een hobby, het is voor mij een passie. Bij mij gaat het al geruime tijd niet enkel meer over het spelen van een spel. We trachten bovendien een spellenclub te runnen, een succesvolle blog te laten draaien, de nieuwigheden zo goed en zo kwaad als mogelijk op te volgen en ook hier af en toe een schrijfsel neer te planten.

Deze bezigheden vragen uiteraard de nodige inspanningen en tijd. En die heb ik er zéér graag voor over, anders zou ik het niet meer doen. Wat we in deze drukke tijden echter niet uit het oog mogen verliezen, is de essentie, het spelen zelf. Vandaar dat ik dit jaar met het “Spelen met SpinLi”-project ben gestart. In dit project probeer ik zoveel mogelijk spellen op tafel te gooien, met zo veel mogelijk (verschillende) spelers.

Na elke speelsessie wordt er dan een fotootje genomen en netjes op onze blog gepost. Erg leuk concept en het werkt blijkbaar zéér aanstekelijk, niet bij mij in het minst. Uiteraard kan dit project enkel een succes worden als ik genoeg mensen warm krijg om hieraan deel te nemen en de speelteller niet stil te laten vallen. En dit is niet altijd zo evident, het zoeken van een goed speelmoment en het verzamelen van een groepje spelers gooit soms roet in het eten. En ik moet u eerlijk bekennen dat dit soms frustrerend kan zijn.

Als een junkie ga je op zoek naar de benodigde speelpartners, het spelen wordt stilaan een obsessie en een méér dan noodzakelijk goed. ’t Is niet zo dat er lichamelijke klachten zijn als er een weekje passeert zonder spel, maar knagen doet het wel ergens daar vanbinnen. Misschien moet er maar eens wetenschappelijk onderzoek worden verricht naar eventuele afkickverschijnselen, maar liefst niet bij mij, want dit zou willen zeggen dat ik over een langere periode mijn hobby niet zou mogen uitoefenen.

Bent u ook gebeten door het spellenvirus of wil u mij van de nodige drugs voorzien en de dealer van dienst zijn, dan raad ik u ten stelligste aan om mij een berichtje te laten, zodat we u kunnen toevoegen aan de lijst met speelmakkers die bij elke speelgelegenheid een digitale uitnodiging in z’n mailbox mag verwachten. Ik zorg voor de spellen en de koffie en ben er zeker van dat de daarin aanwezige cafeïne snel zal overgaan in het verslavende effect van de spellencocaïne.

Maandag, 4 maart 2013

Cheer you up, cheer you up, … join the spellenclub

Misschien herkent u in de titel van dit artikel wel de magische woorden van de openingstune van het soft-erotische Veronica-programma uit eind jaren 80 “De Pin Up-club”. Ik, domme-weetjes-man-bij-uitstek, vertel er u nog graag bij dat de popgroep Barbarella verantwoordelijk is voor deze oorwurm.
Jammerlijk genoeg was het programma geen al te lang leven beschoren en verdween deze vorm van entertainment ook volledig van het scherm. (ik dien me te nuanceren, het niet-betaalde deel van de kabel). Er is echter blijkbaar een revival bezig de laatste tijd, op Telenet is onze eigenste Betty Boop begonnen met een volwassenenzender. Club 41 is de digitale ontmoetingsplaats bij uitstek en werd op volgende fantastisch beschrijvende manier aangekondigd : “Eerst gaat het nog om buitenlandse spierbundels die een of andere blondine plezieren, maar binnen enkele maanden komt er ook werk van eigen bodem op de buis.”

Ik zou zeggen : we kijken erg uit naar het werk van eigen bodem, maar er duiken onmiddellijk twee onoverkomelijke problemen op. Ten eerste zijn wij geabonneerd op Belgacom en daarnaast houden wij ons in onze schaarse vrije tijd wel met andere zaken bezig. Het spelen van bordspellen en het organiseren van een eigen clubke om er enkele van te noemen.Graag had ik het met u over deze laatste bezigheid even gehad want vaak krijgen we een mailtje van ergens te lande met de vraag hoe je nu eigenlijk begint met zo’n spellenclub en wat het allemaal inhoudt. Ik durf me zeker geen kenner noemen, want mijn kennis blijft beperkt tot mijn eigen club en enkele clubs in de buurt die ik af en toe een bezoekje breng, maar ik ga mijn best doen om een persoonlijke reflectie te maken van mijn eigen gevoel.

De filosofie
Toen we zo’n goeie zeven jaar geleden het betere bordspel ontdekten tijdens een familieweekend sloeg de vonk onmiddellijk over. Ik was gebeten door dit “nieuw” genre van spellen waarvan ik het bestaan niet afwist. Nadien sprongen ook mijn vrienden-collega’s van de hoge school mee op de kar en ontdekten we samen een waaier aan spellen. Al gauw bleek deze hobby toch een kostelijke zaak, en daarnaast was er ook nood aan meer speelmomenten, met eventueel meerdere speelkameraden. Vanuit deze probleemstelling leek het ons dan ook geschikt om een club op te richten. Met in de eerste plaats de bedoeling om mensen aan te trekken die ook geïnteresseerd waren in deze hobby en op termijn een ruimere spellencollectie uit te bouwen. Erg vaak worden spellenclubs ook opgericht vanuit de overtuiging om mensen te overhalen om spellen te spelen, om zieltjes te winnen … ook wij deelden een beetje in deze utopie. Na zeven jaar in het “vak” moet ik u jammerlijk genoeg melden dat dit slecht een bijzaak is geworden. Uiteraard trek je mensen over de streep en breng je met je onvolprezen passie mensen de liefde voor het betere spel bij … maar de bezoekers moeten in de eerste plaats de stap naar de club willen zetten. En hier wringt toch nog al te vaak het schoentje. De terughoudendheid is groot en we worden nog vaak geconfronteerd met rare blikken en sceptische opmerkingen. Hiermee zul je moeten leren leven, maar het heeft alleszins toch een ietwat negatieve impact op de achterliggende filosofie van een bende spelers van totaal verschillende komaf en achtergrond die gezellig samen een spel spelen. Ik heb het gevoel dat erg veel mensen graag een spel op tafel leggen, maar dit enkel in gesloten kring … en dat is prima uiteraard. Er is echter een héél gamma aan spellen waarmee je die spelers zou willen laten kennismaken, maar dit kan je niet forceren. Voor ons lijkt het een evidentie om een nieuw spel eerst in een spellenclub te gaan testen om het daarna eventueel aan te schaffen, maar deze werkwijze wil blijkbaar toch niet overal doordringen. En dit vinden we gewoonweg jammer, we gaan er ons niet al te druk meer in maken en meer doen dan een uitnodigende houding aannemen zit er niet in, maar we doen ons best.

De opstart
De begincollectie was volledig gesponsord door de plaatselijke middenstand. Zij gaven als het ware een spel aan de collectie in ruil voor wat publiciteit, maar véél meer uit sympathie en overtuiging. Al gauw hadden we toch zo’n 30-tal spellen bij elkaar, die we op onze eerste spellenavond konden aanbieden. De website had ik samen met één van onze eerste leden uit de grond gestampt, de blog kwam pas enkele maanden later. Bij aanvang van het project waren de verwachtingen uiteraard niet al te hoog en hadden we een zaaltje in een plaatselijk café ter beschikking, niet ideaal als speelplaats, maar qua opstart ideaal (geen risico’s en geprul met drank, versnaperingen, …).Al gauw bleek deze zaal véél te klein (na één avond) en moesten we op zoek naar een deftig alternatief, dat we vonden in de cafetaria van een woon-zorgcentrum bij ons in de buurt. (Binnenkort zullen we echter noodgedwongen moeten verhuizen, maar meer hierover onderaan in het bericht). Al gauw sijpelde het nieuws van een Lilse spellenclub door bij de pers en ik kreeg de ene na de andere telefoon van radio, televisie en geschreven pers. Ook uit deze ervaringen kan je enorm veel leren, vooral hoe men in de pers te werk gaat en dat woorden altijd uit de context worden gerukt, dat er citaten verschijnen die je zelf nooit zou durven uitspreken en dat foto’s genomen voor krant A zonder enige schroom of bronvermelding tevoorschijn komen in krant B, krant C, reclameblaadje, …

De organisatie
Even een katern puur praktische zaken, ik geef u mee hoe wij onze club hebben opgericht en hebben zien groeien. Concreet begin je met een e-mailadres, je breit er een website of blog aan, maakt wat reclame in de plaatselijke winkels en legt hier en daar flyers op openbare plaatsen. Indien u ook nog wat contact onderhoudt met de pers, dan krijgt u zeker de nodige aandacht om uw projectje kenbaar te maken aan de samenleving. Ga zeker ook eens een kijkje nemen bij andere clubs, bekijk welke werking u het beste ligt en wat mogelijk is en vooral wat niet. Met alle huidige sociale media heeft u overigens een extra troef in handen die wij bij onze opstart nog niet hadden.
Daarnaast komt een zéér belangrijk punt … de locatie. Met dit staat of valt uw hele plan. Ik veronderstel dat een beginnende spellenclub niet echt kapitaalkrachtig is en daarom is het gebruik van een gratis zaal (of tegen zéér lage huurprijs) een must. Indien wij een zaal zouden moeten gaan huren, is het van vandaag op morgen onmiddellijk afgelopen, want als je laagdrempelig wil blijven werken, moeten ook de kosten laag worden gehouden. Een perfecte zaal is in mijn ogen een ruime zaal, met deftige verlichting, brede tafels en goede stoelen. Indien er zich dan ook nog iets van drankvoorziening is, is dit mooi meegenomen. Indien u zelf voor drank en versnaperingen zorgt, heeft u ongetwijfeld meer inkomsten … maar overeenkomstig ook héél wat meer werk.
Locatie is één, speelfrequentie en goede data een tweede. Speelt u op vaste dagen in de maand of gaat u voor kwantiteit en probeert u wekelijks of tweewekelijks een evenement te organiseren? Persoonlijk denk ik dat u het op lange termijn moet bekijken en zien dat u het allemaal kan volhouden. Eén keer in de maand op een vaste afspraak lijkt mij dan ook de meest logische keuze. Als ik merk hoe we soms hemel en aarde moeten verzetten om mensen op de hoogte te brengen voor een afwijking in het normale programma (en zelfs dan loopt het soms fout), dan besef je dat internet, mails en andere postduiven nog niet in alle Vlaamse huiskamers zijn doorgedrongen.
De organisatie van een spellenclub berust in de meeste gevallen op één (of twee) personen. Slechts in uitzonderlijke gevallen is er echt een volledig bestuur mee gemoeid en dit heeft allemaal z’n voor- en nadelen. Waar je rekening mee moet houden is het feit dat engagement niet zomaar te verwachten valt bij bezoekers. Wat voor jezelf als organisator als evident wordt beschouwd is dit zeker niet voor de bezoekers en omgekeerd. Uiteraard wordt er graag een handje toegestoken op de spellenavonden, maar het organiseren van evenementen buiten de club, om bijvoorbeeld geld in het laatje te brengen, dat zijn zaken die ik enkele jaren geleden al begraven heb. Vertrekkende vanuit de filosofie om een hechte vriendengroep te creëren die allerhande activiteiten samen plannen en uitvoeren, kom je hier misschien op termijn toch op terug. Jammer, maar helaas, maar we beperken ons dan ook noodgedwongen tot de spellenclub zelf.
Concreet kan je jezelf natuurlijk veel of minder veel werk op je nek halen. Voor mij persoonlijk houdt het organiseren van een spellenavond volgende zaken in : aankondigen van de spellenavond door middel van een nieuwsbrief, het vastleggen van de zaal (kan meestal ineens voor een jaar), het zorgen voor versnaperingen (de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik hier meestal hulp bij krijg), het inpakken en vervoeren van de spellen héén en terug, het uitpakken en klaarzetten van de spellen, het administratieve werk voor de avond, het financiële aspect, het schenken van drank, oplijsten ervan en betalen van de rekening een weekje later, het lezen van spelregels, voorbereiden van nieuwigheden en vooral het demonstreren en uitleggen van spellen op de avond zelf (hoewel meer en meer bezoekers zelf het heft in handen nemen ten opzichte van de beginperiode, zie hieronder voor meer). Daarnaast onderhoudt ik nog een relatief succesvolle blog die hier en daar een deur opent en pen ik hier af en toe een schrijfsel neer (maar dit doe je enkel uit goesting, niet omdat het moet natuurlijk). Een tijdje geleden was ik ook nog actief als moderator op een forum, maar daar heb ik me wijselijk (en noodgedwongen) wat meer teruggetrokken, buiten een bezoekje als lid af en toe.

De populariteit
Een hekel punt waar veel beginnende, maar ook “ervaren” spellenclubs over vallen. Hoe krijg ik bezoekers op mijn evenementen en hoe krijg ik de lokale gemeenschap warm om naar de club te komen. Kort gezegd : dit heb je totaal niet in de hand! Geluk en toeval zijn hier de codewoorden! Natuurlijk is dit op zich wel wat te kort door de bocht en kan je toch de nodige stappen ondernemen om succesvol te zijn. Een eerste bedenking die je je hierbij al wel moet maken is je verwachtingspatroon. Wat verwacht je van je club? Wil je véél gelegenheidsspelers of richt je je vooral op de veelspeler? Wat is de capaciteit van volk dat je kan ontvangen en in welke mate laat jouw collectie welke spelers toe? Maak je véél reclame of beperk je je tot een nieuwsbriefje? En hou je deze reclamecampagne de volgende jaren vol? Hou ik de instap laagdrempelig, laag entreegeld, zijn kinderen welkom, met of zonder begeleiding? Ik zou zo nog wel een tijdje kunnen doorgaan, maar ik heb uit de ervaring geleerd dat elke club deze leerprocessen moet ondergaan en zelf moet beslissen wat de draagkracht is en waar je naartoe wil. Laat me eerst al duidelijk stellen dat er geen goed of fout is. Elke club heeft z’n eigenheid en ik geniet in elke club nu net van die eigenheid. Sommige clubs richten zich op volwassen veelspelers door hun activiteiten in de week te plannen. Anderen houden het op weekenddagen of -avonden wat zorgt voor een meer gedifferentieerd publiek … en zelfs dan hangt het nog van club tot club af. Wij hebben in onze club een erg ruim publiek, volwassenen, bejaarden, kinderen, jongeren, veelspelers, mindervaliden, mensen die begeleid wonen en een spel komen spelen, … en ik ben daar zéér gelukkig mee. Desalniettemin besef ik dat de veelspeler in onze club wat ondervertegenwoordigd is de laatste tijd en ik begrijp op zich niet goed waarom, want het aanbod dat we bieden qua spellen is toch enorm op deze doelgroep gericht. (Indien u hierop wenst te reageren als “véélspeler”, dan is uw mening van harte welkom)

Het gevoel
Het oprichten van de spellenclub is voor mij persoonlijk een succeservaring en een verrijking geweest. Ik heb er enorm veel van geleerd, zowel op sociaal als commercieel gebied, alsook de wondere wereld van de informatica, webdesign en blogs. Maar daarnaast heb ik  vooral erg veel nieuwe mensen leren kennen, van allerlei allooi. Uitgevers, auteurs, spelers, … en met enkele van deze heb ik een zeer innige vriendschapsband die hopelijk nog erg lang stand mag houden. Eigenlijk ben ik dus grotendeels in mijn opzet geslaagd, ik heb héél wat mensen leren kennen die de hobby en passie met mij willen delen en daar ben ik erg dankbaar voor. Materieel is het ons ook zeker voor de wind gegaan, een enorme spellencollectie waaruit we telkens kunnen kiezen … wat niet altijd makkelijk is (maar dat is een luxeprobleem). Een stapje terugzetten is niet makkelijk en is voorlopig ook nog niet aan de orde, we zijn content met de manier waarop alles verloopt en binnen de perken van het haalbare blijft. De overstap naar een nieuwe locatie binnen enkele maanden zal echter voor de nodige spanning zorgen, niet zozeer organisatorisch want op dat vlak zijn we ondertussen wel wat meer gewoon, maar hopelijk krijgt onze spellenclub geen terugval, maar eerder een nieuwe boost, zodat ook wij weer voor een tijdje gelanceerd zijn.
Toch denk ik niet dat iedereen nu zo maar een spellenclub moet oprichten, maak gerust gebruik van de clubs die er zijn. Ze zijn de laatste tijd als paddenstoelen uit de grond gerezen. Dit is enerzijds een goede zaak want de spelers kunnen nu kiezen waar en wanneer ze langs gaan. Je kan in mijn nabije omgeving elke week wel ergens terecht (want we zijn zo collegiaal geweest om allen een andere dag te kiezen). Langs de andere kant zijn héél wat liefhebbers nu bezig met hun “eigen” club en komt het er niet van om telkens bij de anderen langs te gaan, ook ik maak mij daar “schuldig” aan. Ook de steun van uitgeverijen wordt steeds moeilijker en moeilijker aangezien er meer en meer clubs natuurlijk een beroep op hen willen doen. Er wordt telkens meer en meer in ruil verwacht, maar meer bieden dan we nu op het ogenblik doen, is volgens mij niet mogelijk. Daarenboven probeer ik nu ook veel meer thuis te spelen, het materiaal is aanwezig, de accommodatie is dat ook zeker en vast (we zijn trots op onze spellenzolder) en we zijn altijd op zoek naar spelers die graag eens langskomen, dus bij deze bent u ook van harte uitgenodigd.

Zondag, 17 maart 2013

Is het dat wel waard?

Op regelmatige basis zie ik oeverloze discussies verschijnen op diverse fora omtrent het al dan niet te duur zijn van sommige bord- en/of kaartspellen. Maar wat is nu de juiste prijs voor een spel? Waar vind ik een spel voor een correcte prijs? Waarop moet ik letten als ik een spel aanschaf?

Laat me beginnen met het feit dat dit schrijfsel stoelt op een persoonlijke mening en dat u, beste lezer, er uiteraard een andere op mag nahouden. Om een beetje vat te krijgen op de economische situatie van het betere bordspel geef ik u nog graag mee, dat ondanks de crisis het bordspel niet aan populariteit heeft ingeboet. Verre van zelfs, onze portemonnee is het slachtoffer geworden van het succes van het bordspel. Ik heb de prijzen de laatste jaren aanzienlijk de hoogte in zien gaan, want ook dit is een keiharde business waar de prijzen worden bepaald naargelang vraag en aanbod. En vraag is er méér dan genoeg de laatste tijd.

Als u mij vraagt wat de prijzen vandaag de dag concreet zijn, spreken we voor een kaartspel over prijzen rond de 15 à 20 euro en de prijzen van de bordspellen schommelen zo rond de 35 à 40 euro. Er zijn echter ook wel uitzonderingen. De Amerikaanse spellen zal je bij ons in Europa logischerwijs ietsje duurder betalen en hiervoor mag je al gauw 50 à 60 van uw zuurverdiende eurootjes neertellen. Natuurlijk zijn dit allen enkel richtprijzen en zo lang het hier bij blijft, is er weinig discussie in spellenland. Er verschijnen de laatste tijd echter meer en meer witte, “dure” raven die uit de band springen wat de prijs betreft.

Als u mij vraagt waar u best uw spellen koopt, dan kan ik u volgende tips geven. Indien u op zoek gaat naar de goedkoopste versie van uw spel, dan dient u wel wat opzoekings- en rekenwerk te verrichten. Enerzijds is de gemiddelde webshop steeds goedkoper qua basisprijs dan de fysieke winkels, maar u mag zeker niet vergeten om eventuele verzendings- en inklaringskosten (indien u bestelt bij exotische winkels) bij te rekenen. Daarnaast houdt u misschien ook rekening met service, eventuele aankoopbegeleiding e.d. en dan is jouw plaatselijke spellenboer misschien wel de best geplaatste om dat te doen. Hopelijk betaalt u die paar extra eurootjes er dan graag bij. Zo was er recentelijk een discussie op BGG van iemand die de spellen in z’n plaatselijke spellenwinkel ging testen om ze nadien doodleuk goedkoper via internet te bestellen. Verboden is het uiteraard niet, maar echt ethisch correct is het ook niet te noemen. Dan kan ik u beter aanraden om het spel te gaan testen bij een spellenclub, die hebben doorgaans geen commerciële belangen, zodat het geen gewetenskwestie wordt.

Als u mij vraagt welke prijs een spel waard is, dan kan ik u minder van dienst zijn. Er zijn verschillende parameters waarmee u dient rekening te houden. Parameters die voor iedereen op hun beurt weer anders zijn, of waar de éne méér of minder van belang is dan de andere. Enerzijds wordt er vaak teruggevallen op de kwaliteit en kwantiteit van het materiaal, iets dat steeds meer aan belangrijkheid wint. Een kaartspel à la Dominion en 7 Wonders wordt op online fora door sommigen  als te duur ervaren omdat het draait om een “kaart”spel. Ik deel deze mening persoonlijk niet echt en vind de soort van materiaal ondergeschikt. Er zijn zoveel spellen die geen speelbord hebben, enkel tegels, met of zonder houten speelstukken, plastic miniaturen, hopen kaartjes, … Het gekozen materiaal moet vooral kwalitatief in orde zijn en op z’n plaats voor het type spel dat u op tafel gooit.

Persoonlijk vind ik de parameter “speelplezier” inzake de prijs een enorm belangrijke. Een spel dat u in de solden tegen dumpingprijs kan aanschaffen, maar dat slechts één keer (of misschien wel nooit) op tafel komt, is een duur spel. Een spel waar u uren plezier aan heeft beleefd samen met uw geliefden, familie en vrienden … dat mag gerust een beetje meer kosten. U moet alles een beetje in verhouding bekijken en u bent ongetwijfeld oud en wijs genoeg om dan zelf een beslissing te nemen.

Dinsdag, 16 april 2013

We have to go back in time …

Het laatste trimester van het schooljaar is gestart onder een stralend zonnetje, een zonnetje waarop we de ganse Paasvakantie hebben zitten wachten, maar bon. Deze laatste rechte lijn staat altijd garant voor een erg drukke periode, vol met afscheid nemen, toetsen, interdiocesane examens en natuurlijk ook voor de nodige buitenschoolse activiteiten. Zo staan er onder andere een netbaltornooi, een schoolreis, een bosspel, een receptie en een eindviering op ons te wachten. En wat we zeker niet mogen vergeten is het jaarlijkse schoolfeest, wat toch telkens een hoogdag is voor onze school. Hopelijk is het weer ons die dag ook gunstig gezind en schijnt de zon dan volop. Dit jaar staat het schoolfeest ingepland op zaterdag 1 juni, nog een dikke maand van ons verwijderd dus, toch begint het stilaan te spannen, want we dienen een liedje en dito dansje voor te bereiden, eventuele attributen te knutselen, kledij te bespreken, … en dat is allemaal niet direct mijn sterkste punt moet ik u eerlijk bekennen. Daarom heb ik vandaag toch al de knoop doorgehakt omtrent de nummerkeuze. Niet makkelijk als u weet dat het thema dit jaar “tijdreizen” is en dat onze zesdeklassers niet onmiddellijk staan te springen voor een oubollig liedje zonder vette beat onder. Oplossing voor het probleem, een recent nummer waarin we blijkbaar terug in de tijd moeten gaan, waarbij de ouders een vleugje nostalgische “Dirty Dancing” krijgen voorgeschoteld en waarop de kids total loss kunnen gaan. Merci mijnheer Pitbull!

Ook in het spellenleven is het af en toe niet slechter om eens terug in de tijd te gaan. Niet zozeer om een foute zet uit te wissen die je glansrijke overwinning naar de Filistijnen had geholpen, maar om spellen vanonder het stof te halen. In de huidige spellenkast vangt een spel al stof na, laat ons zeggen, een maand of zes, bij sommigen (lees : bij ons) misschien nog wel sneller. Het tempo waarop de spellen tegenwoordig verschijnen is niet meer bij te benen. U heeft een serieuze spreadsheet nodig om alles heden ten dage op te kunnen lijsten. Een lijstje “onbetaalbare” Kickstarters die in de loop van het jaar zullen verschijnen, de Essen aankondigingen (voor oktober !!!) beginnen ook al binnen te rollen, de nieuwigheden van Nürnberg bestormen ons en ook tussendoor verschijnen er héél wat titels, waar we vroeger nu toch in een doodse periode waren aanbeland. Het gaat allemaal zo snel en we zitten vaak zo kort op de bal dat we vergeten om te genieten van een “ouder spel”, vandaar dat ik er een gewoonte van heb gemaakt om te proberen tijdens elke speelsessie minstens zo’n spel uit de rekken te halen.

En ik moet bekennen dat het de laatste tijd redelijk goed lukt. In de afgelopen weken speelden we terug een Trajan, een Hanzesteden, Bedriegers bedrogen, Lemming Maffia, R-eco, King of Tokyo, Tsuro, Discworld, Rosenkönig, Poison, Yellowstone park, … Niet zo’n oude spellen hoor ik u denken, neen dat klopt, maar als u onze parameters hanteert, zijn deze al bijna bejaard. Daarnaast zien we de trend dat ook uitgeverijen teruggrijpen naar vroeger. Een spel dat z’n waarde bewezen heeft, wordt in een herwerkte versie uitgebracht. We hebben hier een dubbel gevoel bij moet ik u bekennen. Enerzijds kan je het enkel toejuichen als een goed spel in een nieuw jasje wordt gestopt, want dat maakt het allemaal toch wat aangenamer om te spelen en toegankelijker voor het grote (en nieuwere) publiek. Anderzijds krijgen we enkel meer van hetzelfde, vaak met dat ietsje extra (uitgevers zijn ook niet dom), zodat je toch wordt overhaalt om het product aan te schaffen. Aan deze praktijken heb ik vooralsnog niet toegegeven, maar voor hoe lang nog?

De ene make-over is ook al meer geslaagd dan de andere. Veel hangt hier af van persoonlijke smaak natuurlijk. Als voorbeelden haal ik graag enkele spellen aan. McMulti van Pegasusspiele bijvoorbeeld ziet er mijns inziens nog steeds hetzelfde uit als 30 jaar geleden, het materiaal is nog identiek en het speelbord nog steeds in die muffe kleuren. Op zich niet erg, want het straalt ook wel iets retro-achtig uit, maar bij de inspanning van de uitgeverij ga je je dan wel vragen stellen. Langs de andere kant heb je Pandemic, het spel dat slechts enkele jaren geleden bij ons verscheen. Er komt nu een nieuwe versie, met gepimpte materialen, enkelen nieuwe karakters en het ziet er best wel oké uit (wat ik van de vorige versie trouwens ook vond). U krijgt nu van die mooie kleurrijke blokjes bijvoorbeeld. Erg fijn allemaal, ware het niet dat u natuurlijk ook de nieuwe uitbreiding apart zal moeten aanschaffen, want de oudere versie is niet compatibel met de nieuwe. Het doet me allemaal een beetje denken aan de pc-configuraties van de jaren ’90. Geldslagerij of niet? Dat maakt u zelf maar uit, van mij mag het gerust ooit in onze schoot geworpen worden, maar tot die tijd leg ik gewoon met plezier mijn oude versie nog wel eens op tafel!

Woensdag, 29 mei 2013

Gezocht en gevonden : M/V om mee te spelen

Ik neem aan dat bovenstaande titel toch voor de nodige verwarring kan zorgen, dus bij deze misschien eerst en vooral een verduidelijking. Ik, als veelspeler zijnde, ben constant op zoek naar lotgenoten, spelverslaafden of sympathisanten die er ook wel het nodige plezier in vinden om op regelmatige basis een spel op tafel te leggen.

Daar ik  al van straat ben, maar mijn eega niet tot één van bovenstaande categorieën behoort, is het vaak uitermate frustrerend om zo’n schat aan kwaliteitsvolle spellen voor mijn ogen te zien passeren als ik over de spellenzolder loop, zonder dat er een effectieve speelsessie aan vast hangt.  Natuurlijk kan je voor een zoveelste maal een doosje openen, het materiaal op pavloviaanse wijze onder kwijlen en de spelregels nog maar eens doornemen om tot de conclusie te komen dat je toch oh zo veel zin hebt om deze parel van naderbij te ontdekken.

Dit alles was dan ook de voornaamste reden waarom ik met het “Spelen met SpinLi”-project ben gestart bij aanvang van dit speeljaar. Ondertussen zijn we toch al ettelijke speelsessies en hartverwarmende speeldagen verder, zoals u misschien wel heeft kunnen op dat andere blogje van mij. Wat vooral erg leuk is, is de hoeveelheid en verscheidenheid aan spelers en spellen die respectievelijk rond en op de tafel terecht kwamen.

De mailinglijst van potentiële partners-in-crime wordt nog steeds langer en ook de datumprikkers zorgen meestal voor een geslaagde rondvraag. Daarnaast worden we ook op regelmatige basis bij deze mensen terug uitgenodigd en ook dit neveneffect van het projectje is uiterst aangenaam te noemen.

Uiteraard wordt de spelkeuze op zo’n speelmomenten bepaald door het aanwezige publiek, persoonlijke voorkeuren en de goestingskes van het moment, maar ook voorbereide sessies komen stilaan méér en méér aan bod. Zo komen we er ook toe om de stofvangende doosjes op tafel te gooien. En ik moet eerlijk bekennen dat dit een erg positieve conclusie is.

Door deze stroming kom je ook te weten hoe je in de hobby gegroeid bent doorheen de jaren. Wat indertijd een erg moeilijk en complex spel was, blijkt nu helemaal niet meer zo ingewikkeld te zijn. Je merkt bovendien een duidelijke tendens dat er meer spellen op de markt komen waarbij er toch véél meer kleine regeltjes dienen in het oog te worden gehouden.Om dit te compenseren is het materiaal nu wel veel mooier (in de meeste gevallen) en is er (meestal) ook een handig overzichtje voorzien zodat de extra geheugenbelasting aan regels vlotjes wordt opgevangen.

Ook in de komende weken gaan we zeker proberen om deze momenten van ontspanning in te lassen, maar dat zal niet evident zijn. Aangezien er binnen enkele weken een nieuwe M/V ons gezin zal vervoegen, durf ik weinig zaken te beloven. Eén ding is wel al zeker, binnen enkele jaren hebben we weer een speelkameraadje bij rond de tafel … en daar kijk ik dan weer erg naar uit!

Maandag, 10 juni 2013

The ones that changed my life … part 1

Zoals de titel al aangeeft, is dit artikeltje slechts de start van een reeksje. Maar al te vaak krijg ik de vraag welk spel ik persoonlijk naar voor zou willen schuiven als zijnde het beste spel dat ik ooit speelde. Nooit kan ik hierop een éénduidig antwoord geven aangezien er gewoonweg te veel parameters in acht dienen te worden genomen. Bovendien zijn deze parameters variabel, zodat ook de favoriete titel niet kan achterhaald worden, zelfs niet met een perfect uitgewerkte determinatietabel. U weet wel, zo’n ding dat u tijdens de biologielessen in het secundair onderwijs meermaals vervloekt heeft.

In deze serie geef ik dan ook graag in het kort weer welke spellen een impact hebben gehad op mijn hobby en passie, zijnde de bordspellen. Ik geef alvast mee dat het hier gaat over een persoonlijke mening en aanvoelen, en dat u geenszins deze akkoord hoeft te gaan met mijn zéér bescheiden mening. Maar ik zal trachten om vooral te duiden waarom het bewuste spel me zo aanspreekt en waarom het daarom misschien wel in uw (beginnende) collectie thuishoort.

The one that changed my life … part 1 : Elfenland

Zo’n zeven jaar geleden leerde ik op een familieweekend het “betere” of “nieuwere” bordspel kennen, ’t is al eender hoe u het wil noemen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet echt een spellenfan was, een potje Risk bij wijl en stond kon er nog wel in, maar sinds die bewuste zaterdag is er een vonk overgeslagen die nu toch in lichterlaaie staat.

Elfenland was het eerste spel dat ik speelde, dus misschien is deze titel vooral vanuit nostalgisch oogpunt gekozen. Toch wil ik deze uitspraak al direct nuanceren. Elfenland is wat het is, een steengoed spel waar u zonder enige twijfel plezier aan zal beleven, zeker als u nog geen die-hard, doorwinterde boardgamer bent, die een gans repertoire aan ander materiaal achter de kiezen heeft.

In Elfenland gaat u met behulp van kaarten doorheen het land der elfen proberen te reizen. U tracht van zoveel mogelijke steden te bezoeken en het pionnetje in uw kleur op te pikken. Dit spel beperkt zich dan ook tot de “pick up” van een “pick-up-and-deliver” spel. Elke ronde krijgt u acht extra handkaarten die de diverse reismiddelen weergeven (fiets, kar, draak, wolk, vlot). Daarnaast neemt u een aantal transportfiches die de spelers beurtelings op het speelbord plaatsen tussen de diverse locaties. U kan enkel reizen vanuit de ene naar de andere locatie als er in de eerste plaats zo’n transportfiche ligt EN u ook nog eens de transportkosten kan betalen met uw handkaarten. U dient natuurlijk de overéénkomstige handkaarten te hebben afhankelijk van het geplaatste transportfiche.

Opportuniteiten zijn, durven afwijken van je originele plan, een goeddoordachte opoffering van enkele handkaarten als joker of vooral durven een rondje passen, zullen je succes bepalen.  Het unieke aan dit roadtrip-spelletje is dat u op kosten van uw medespelers zal moeten meereizen. Gaat u zielig en alleen een kant op op het speelbord, dan gaat u nooit zo ver in één beurt geraken als diegene die dezelfde richting uitmoeten. Het uitstippelen van een gezamenlijke route is erg spannend en tactischer dan u op het eerste zicht zou denken. Bovendien is er nog een kleine pestfactor in het spel verwerkt waarbij u een omgevallen boomstam op een traject kan uitspelen. Dit zorgt voor hogere transportkosten, zodat u tegen betaling toch de tactiek in uw gedachten kan volgen.

De speler die het meeste steden kan aandoen en alzo het meeste pionnen weet op te pikken zal dit leuke spel winnen. Speelt u met de variant moet u bovendien nog proberen om in de laatste ronde zo dicht mogelijk bij een getrokken (en geheime voor de andere spelers) eindbestemming te geraken.

Conclusie : Is dit het beste spel uit deze nieuwe reeks? Neen, zeker niet, misschien zelfs één van de minste, maar dat zal op het einde van de reis zeker geen schande blijken. Indien u de kans krijgt om deze titel ooit op tafel te krijgen, twijfel dan zeker niet.

Dinsdag, 11 juni 2013

The ones that changed my life … part 2

Misschien had u het niet zo snel verwacht, maar hier zijn we al met het tweede deel van de reeks. Ik heb hier zeker mijn redenen voor. Ten eerste heb ik een grote dosis enthousiasme en inspiratie gevonden om deze, in mijn ogen, leuke reeks te publiceren, anderzijds leerde ik het bewuste spel exact een kwartier na mijn eerste ervaring, die ik gisteren al beschreef met Elfenland, kennen. En waar Elfenland nog een redelijk licht familiespel is, is de hoofdrolspeler van dit schrijfsel dat allerminst … mijn eerste kennismaking met de echte euro.

The one that changed my life … part 2 : El Grande

Voor een overzichtje van de spelregels stuur ik u graag naar mijn andere blog (http://www.bloggen.be/speleninlille/archief.php?ID=667012). Ik wil het er met u vandaag vooral over hebben waarom dit spel zo veel veranderde in mijn kijk op spellen.

Waar Elfenland mijn interesse aanwakkerde, mag ik toch wel stellen dat El Grande mij vanaf minuut één intrigeerde, dat ik méér wilde ontdekken van deze wondere, verborgen wereld aan speelpareltjes. En dat is als buitenstaander, moest één van u dit lezen, misschien moeilijk te begrijpen. Ik raad u dan ook aan om het gewoon eens een kans te geven, misschien bent u dan ook wel in de ban van het spel.
Ik vertelde u eerder al dat onze spellenkennis beperkt bleef tot de klassiekers en vooral Risk nam daarin een belangrijke plaats. In die zin was El Grande misschien een beetje thuiskomen, ook hier een bord dat onderverdeeld is in gebieden waarin je de macht probeert te grijpen.

El Grande heeft echter één belangrijk voordeel ten opzichte van z’n bekende concurrent en dat is dat er niet zozeer de overhand dient worden genomen, u moet uw tegenstand niet van het bord gaan vegen. Je speelt dit spel beter als een keizer … verdeel en heers … dat is de boodschap. Beter overal een tweede plaats, dan onnodige slachtoffers brengen om in één belangrijke provincie de bovenhand te nemen. Punten sprokkelen tijdens het spel, dat was voor mij een totaal nieuw gegeven … en het bleek me nog enorm te liggen ook. Nu, na al die jaren, lijkt het wel of er totaal niets anders meer bestaat dan overwinningspunten die u probeert te verzamelen in een scorespoor rond het bord, in fiches van verschillende waarden, bij tussen- en eindtellingen.

Wat me echter vooral aanspreekt in dit spel is de manier waarop u tactische en strategische keuzes gaat moeten maken. U dient te beschikken over de nodige legers, die u moet recruteren door het uitspelen van biedkaarten. Maar indien u kiest voor véél legers, dan moet u een kaart van lage waarde spelen, zodat je pas later aan de beurt komt om je beurt te spelen en misschien de iets minder sterke actiekaarten kan selecteren. Elke beslissing die je neemt in El Grande gaat invloed hebben op het spel. Ook het gadget van “El castillo”, een toren op het speelbord waarin je troepen kan gooien, die pas later op het bord komen en alles overhoop kunnen gooien is een fantastisch speelelement.

Het spel ademt in mijn ogen ook nog steeds klasse uit, het speelbord en materiaal past gewoonweg bij het thematische oude Spanje. In deze tijden van flitsend artwork, blijft dit spel in mijn ogen nog steeds z’n mannetje staan. En zeker wat speelplezier betreft, gaat deze titel al een hele tijd mee en zie ik hem niet uit mijn persoonlijke favorieten tuimelen.

Moest u dit spel graag in het Nederlands aan uw collectie willen toevoegen, dan raad ik u aan om snel op zoek te gaan. Het is niet zo dat u er geen meer zal vinden, maar erg dik bezaaid zijn ze ook niet meer en ik vrees dat weinig spelliefhebbers hun exemplaartje zomaar van de hand zullen doen.

Dinsdag, 18 juni 2013

The ones that changed my life … part 3

Bekentenis : mijn vader werkt als elektricien voor de Belgische Spoorwegen. Velen onder u zullen misschien een raar gezicht trekken, gezien de reputatie van deze staatsonderneming, maar eigenlijk heb ik het altijd een eer gevonden. Als kind kon je gebruikmaken van de gratis couponnetjes die je per jaar kreeg als gezin van een NMBS-er. In mijn puberjaren kregen we zelfs een upgrade naar eerste klasse! Voor diegene die niet weten wat dit is, in deze coupés mocht je je luie gat neerploffen in vieze stoffen zeteltjes in plaats van de ongetwijfeld véél hygiënischere plastic zeteltjes voor het plebs van tweede klasse. Enige voordelen waren dat je steeds plaats had, dat je plaats kon nemen tussen andere NMBS-ers of hoogwaardigheidsbekleders (uhem) en dat je derrière bij warm weer niet bleef plakken aan de zeteltjes. Kortom, treinen hebben in mijn leven altijd een speciale plaats gehad. Blijkbaar is dit ook een fantastisch thema om een spel over te maken, gezien het aantal treinspellen dat er de afgelopen jaren op de markt zijn verschenen. Eén van deze spellen heeft mijn hart, en dat van vele anderen gestolen en verdient dan ook zonder weerga een plaatsje in deze reeks.

The one that changed my life …part 3 : Ticket to ride (Europe)

Zoals u aan bovenstaande titel merkt heb ik onmiddellijk “Europe” toegevoegd. Er zijn héél wat versies van dit spel op de markt en jaarlijks verschijnen er nog wel extra speelborden met andere locaties. Er staat zelfs een Belgische versie online, gemaakt door een fan. Het kost u wel enig print-, knip- en plakwerk om dit in elkaar te flansen, maar het resultaat mag er zijn. Ik kies bewust voor de Europe-versie van het spel omwille van twee belangrijke zaken. Ten eerste speelt het veel makkelijker als je de meeste locaties blindelings weet liggen. Pas op, op de kaarten staat netjes aangegeven met een bolletje waar de verschillende locaties zich bevinden op het speelbord, maar gevoelsmatig komt de kaart van Europa natuurlijk bekender en gekender over. Daarnaast heeft deze tweede versie (de originele is die van Amerika) een extraatje in de vorm van stationnetjes. Deze stations laten je toe om een route van een tegenspeler te gebruiken om op een eindlocatie te geraken. Waar je in de originele versie je hele plan gedwarsboomd kon zien door een zet van een tegenstander heb je nu nog een uitweg. Een klein ander spelregeltje in deze versie zijn de tunnels en veerponden waarbij je in spanning moet afwachten of je een route al dan niet kan claimen.

Ticket to ride is het ultieme familiespel in mijn ogen. En met familiespel bedoel ik voor alle spelers, jong of oud, beginnende speler of doorwinterde die-hard-gamer, iedereen gaat z’n gading vinden in dit spel. Ook ik zal een potje zelden of nooit afslaan, gewoon omdat het zo leuk is. Het principe van het spel is erg simpel. U verzamelt gekleurde treinkaartjes, legt deze af om een route te claimen en probeert ticketjes (opdrachten) te vervullen waarbij u van locatie A naar locatie B tracht te geraken. Net doordat het spel zo toegankelijk is, zo vlot speelt en bovendien er erg mooi uitziet, hoort dit spel in elke huiskamer terecht te komen.

Recentelijk stond er een prijsvraag in “de Zondag”, een gratis (reclame)krantje dat je op zondag bij je bakker kan vinden. Er was een Facebookwedstrijd waarbij je je favoriete spel moest omschrijven. Wel, ik heb dit spel als inspiratiebron gebruikt en de wedstrijd gewonnen (een exemplaartje van de Poorters van Nieuwstad was mijn prijs). Aan alle mensen die mij vragen bij welk spel ze waar voor hun geld krijgen, laat ik zeker deze naam vallen. U gaat zelfs de verstokte niet-spelers aan de speeltafel krijgen en ze gaan bovendien ook nog eens een leuke tijd hebben beleefd.

De kwaliteit van het materiaal is van een hoog niveau, zoals we wel gewend zijn van Days of Wonder, de uitgeverij van dit en nog enkele leuke spellen (zoals u later hier nog wel zal merken). Ook zeker te vermelden is dat men rekening heeft gehouden met mensen die aan kleurenblindheid lijden door de kaarten en het speelbord te voorzien van symbolen, die perfect zijn geïntegreerd in de artwork. Een dikke pluim hiervoor.
Dus wil u uw zuurverdiende eurootjes goed gebruiken, haal dan zeker deze klepper in huis. Toet toet !!!

Vrijdag, 28 juni 2013

The ones that changed my life … part 4

Beroepshalve ben ik onderwijzer, in mijn ogen nog steeds een nobel en dankbaar beroep. En aan deze vooravond van de “grote” vakantie is het dan ook de hoogste tijd om een balans op te maken van het voorbije schooljaar, de aanvang van de welverdiende rustperiode en onmiddellijk de blik op de toekomst gericht. Elk jaar weer ervaar je een rollercoaster aan emoties en is het dansen op een slappe koord, zoekend naar gemoedsrust en evenwicht. Waarschijnlijk is dit voor niet-onderwijzende lezers erg moeilijk te begrijpen en wil u stante pede verwijten naar mijn hoofd beginnen slingeren in de trant van “je hebt nog geen vakantie genoeg zekers!”, “zo’n dikke pré voor maar tien maanden werken”, “een uur duurt op school maar vijftig minuten” en “om vier uur hebben ze al gedaan mijnheer”. Wel, ik heb daar geen passende repliek op, maar kan u enkel vriendelijk uitnodigen om ook in onze wonderbaarlijke wereld te stappen, zodat u ook van deze voordelen kan genieten.

Moest u dit overwegen en zouden dit uw enige drijfveren zijn, dan wil ik u toch ogenblikkelijk waarschuwen. U gaat bedrogen uitkomen als u niet de liefde en passie in u meedraagt die u onherroepelijk nodig zal hebben. Dit brengt me ineens tot mijn grootste bekommernis en tegelijkertijd aanklacht tegen het huidige onderwijs. Dankzij mijnheer Smet en de zijnen, de machtige heren in hun ivoren torens verliest ons onderwijs zienderogen aan kwaliteit en wordt er steeds meer naar eenheidsworst gestreefd. Onder het mum van “in het voordeel van elke leerling” worden besparingen doorgevoerd, ondersteund met flauwe excuses en drogredenen die enkel en alleen, als een donkere schaduw, de landelijke schatkist ten goede zullen komen. Of ze dit alles bespreken aan een ronde tafel, dat weet ik niet, maar ik weet wel dat de kinderen geen enkel kennis of notie meer hebben van de verhalen, legenden en sagen omtrent de bijhorende ridders. Koning Arthur, Camelot en Lancelot laten niet in het minst een belletje rinkelen bij de doorsnee studentengemeenschap en die gedachte alleen al doet mij huiveren.

The one that changed my life … part 4 : Shadows over Camelot

Shadows over Camelot was één van de eerste spellen die in onze collectie terecht kwamen, en zonder meer het eerste coöperatieve spel. In één van voorgaande artikeltjes vertelde ik u al wat meer over dit fenomeen (lees ook : coöp op kop) in spellenland. Samen met je medespelers bind je de heroïsche strijd aan tegen het kwaad en onheil die als een dreigende schaduw over Camelot komt nedergedaald. U gaat op verschillende queestes worden uitgestuurd. De heilige graal veroveren, de uitrusting van Lancelot zoeken, strijden tegen de zwarte ridder, een machtige draak bevechten en dit alles onder de constante dreiging van de Saxons en de Picten en een belegering van de stad Camelot zelf. U hoort het al, geen spel voor doetjes, zeker niet als u de variant speelt waarbij er ook nog eens één verrader in uw midden vertoeft.

Shadows over Camelot is zeker niet het beste spel in z’n categorie, maar wel één van de meest thematische en wederom met het prachtige materiaal dat we van Days of Wonder gewend zijn (lees ook : the ones that changed my life … part 3). Maar ik herhaal nog graag even dat ik in deze reeks geen persoonlijke top wil nalaten, maar de spellen een plaatsje geven die iets concreets betekend hebben. Voor ons was dat in dit geval het samen op pad gaan, het samen vechten voor een gemeenschappelijk doel, samen de strijd aangaan tegen een hoop karton, papier, hout en plastic miniaturen. Qua teambuilding zou dit best wel eens op het programma mogen staan bij de heren in de ivoren torens. Ik ben in ieder geval benieuwd wie de mol in het gezelschap zou zijn.

Daarnaast verdient dit spel ook een speciaal plekje hier op de blog omwille van de winkel waar we het spel aankochten. Uiteraard heeft dit niets, maar dan ook niets met het spel zelf te maken, maar op deze manier kan ik u een beetje mee op stap nemen in de wereld waarin we terecht zijn gekomen toen we met deze hobby begonnen. Verder dan de plaatselijke speelgoedwinkel (die zoals zo velen ondertussen al ten ziele is gegaan) waren we nog nooit geraakt, maar na enig opzoekingswerk kwamen we in de grootstad Antwerpen terecht. De Celtic cross was (ook deze winkel is jammerlijk genoeg niet meer) een klein, gezellig winkeltje in de schaduw van het bombastische stadhuis. Zij konden mij overtuigen om dit spel aan te schaffen en, meer nog, nodigden ons uit om zeker ooit eens naar Spiel Essen af te zakken. En sinds we die raad hebben opgevolgd, is alles nog meer in een stroomversnelling terecht gekomen, met het gekende resultaat.

We zullen dus blijven strijden, wij het onderwijzend personeel, de echte ridders van de ronde tafel (of rechthoekige bureau), met z’n allen, met de beperkte middelen die we toegestopt krijgen en de steeds groter wordende dreiging van de, in onze ogen te-dun-geschreven eindtermen en leerplandoelen, om in het belang van het kind, hen zo goed mogelijk voor te bereiden op de echte wereld, met de nodige portie fictie en fantasie.

Maandag, 8 juli 2013

De wondere wereld van Viktor

Anderhalf jaar geleden verscheen hier op de blog één van mijn beste artikels “De wondere wereld van Kamiel”. In die periode deden we een aanwinst die de rest van ons leven zou bepalen en veranderen. Ik ben hier vandaag terug om u te melden dat deze aanwinst zeker geen stof heeft gevangen in onze spellenkast en dat hij ons al enorm veel plezier heeft bezorgd. Elke dag opnieuw was één groot avontuur. Aangezien we zo overtuigd zijn van de kwaliteit en het speelplezier, presenteren we u nu graag het nieuwste materiaal van dezelfde auteurs en uitgeverij : “De wondere wereld van Viktor”.

Traditiegetrouw bestaat ook dit product uit erg kwalitatief en mooi materiaal. Alle uitbreidingen, stretchgoals en kickstarterextra’s zitten er standaard bij, dus daarvoor hoeft u zeker niet te sukkelen. Je merkt aan alles dat deze nieuwe aanwinst van hetzelfde productiehuis komt, maar toch is het wéér iets unieks geworden. Ook hieraan zullen we ongetwijfeld erg veel plezier beleven. Het wordt nu vooral zaak om onze aandacht, tijd en inzet over beiden te verdelen, maar ik ben ervan overtuigd dat dit zeker wel zal lukken.

Ook nu weer werd er gekozen voor een testosteronversie, (blijkbaar heb je dat tijdens het ontwikkelingsproces niet echt in de hand) maar we zijn daar héél erg blij mee. De productie verliep erg vlot en zonder noemenswaardige problemen, zodat het voor iedereen een erg aangename ervaring werd. Ondertussen hebben hem ook al op onze spellenzolder kunnen stallen en hij misstaat daar allerminst. Dus voor diegenen die graag eens een keertje een kijkje komen nemen, horen we het graag.

Voor de mathematici onder u geef ik nog graag de cijfertjes mee. Releasedatum was 28 juni 2013, grootte van de verpakking zo’n 53 cm x 12 cm x 10 cm en een gewicht van 3520 gram, dus de verzendingskosten zouden wel wat kunnen oplopen mocht u dit online bestellen.

Titel : Viktor
Auteurs : Annelies & Arne
Uitgeverij : De Cnodder-Van Dyck productions
Speelduur : levenslang
Aantal spelers : 3 (mama, papa, grote broer) – … (oma, opa, moeke, vake, tantes, nonkels, meters, …)

Zaterdag, 17 augustus 2013

2013 … het jaar van de uitbreiding !

“Uitbreiding” is blijkbaar het woord van 2013, zoals u hier in ons vorig artikel kon lezen was eind juni onze gezinsuitbreiding een feit. Het gegeven dat dit ook ineens het laatste berichtje was dat hier gepost is, zegt misschien ook al wel wat over de drukte dat dit alles met zich meebrengt. Al bij al moet ik wel zeggen dat het erg goed meevalt zo met twee kleine patatjes … en later als ze groot zijn … dan zit mijn speeltafel altijd vol (hoop ik).

“Uitbreiding” is blijkbaar het woord van 2013, speel/verkoop/demonstratie/stand-ruimte vergroten! Binnen twee maanden is het weeral zo ver, dan zakken we met z’n allen af naar de hallen in Essen. Dit jaar overigens in andere hallen, wegens verbouwingen in het traditionele deel van de Messe. Op zich een positief gegeven volgens mij aangezien de grotere hallen 1, 2 en 3 gebruikt zullen worden, met als gevolg grotere standen, meer (adem)ruimte en een nieuw gegeven om naar uit te kijken voor de doorwinterde Spielbezoeker.

“Uitbreiding” is blijkbaar het woord van 2013,  zeker als we naar de release-lijst voor Spiel kijken.
Voor vele uitgeverijen lijkt consolideren in het businessplan te zijn opgenomen. Vorig jaar vond ik een vet jaar voor de spellen die in Essen tevoorschijn kwamen. Opvallend is dan ook de overvloed aan uitbreidingen die dit jaar op de markt worden gegooid. Van ordinaire geldklopperij tot welgekomen aanvullingen die van een al goed spel een fantastisch spel kunnen maken. Ik som een klein deeltje graag even voor u op.

– Snowdonia, één van de beste workerplacements van vorig jaar wordt aangevuld met nieuwe kaarten, plastic miniaturen die de houten pionnetjes vervangen (tegen meerprijs weliswaar) en een nieuw trekzakje, wat echt wel een must is. U kon dit ongetwijfeld al in vele recensies en onze imprESSEN lezen dat dit echt wel de grootste speelfrustratie van 2012-2013 is.
– Czech Games Edition, de uitgeverij van toppers Last Will, Tzolkin, Dungeon Petz, Galaxy Trucker, … gooien voor al deze titels een uitbreiding naar onze kop. Er is voorlopig nog erg weinig info hieromtrent, maar het valt op.
– Terra mystica, het spel dat de BGG-lijst met rasse schreden aan het veroveren is, zal ook een uitbreiding krijgen, zij het dat die in Essen waarschijnlijk enkel nog maar in prototype te spelen zal zijn, maar ook hierover nog geen bevestiging.
– White Goblin Games brengen de honderdmiljoenste uitbreiding van Rattus, Rattus Cartus, Revolver en van het tegellegspel Voluspa mee naar Duitsland.
– Fleet arctic bounty zal Essen sowieso niet halen, die staat gepland voor december, maar we hebben er ons toch al aan schuldig gemaakt om het spel te Kickstarteren (als dit een goed woord is), wegens een topspel dat ongetwijfeld nog beter wordt met deze aanvulling.
– Daarnaast uitbreidingen voor Among the stars, Suburbia, Dungeon fighter, Battlestar galactica, Tokaido, Keyflower (die de Agricola-weg inslaat), Hive (met nieuw ongedierte, dit keer een pissebed), Legenden van Andor, Dixit, Agricola, Wrong chemistry, The manhattan project, Ginkgopolis, Mage wars, Thunderstone, Mice & mystics, Summoner wars, Robinson Crusoe, Fresco, Kingdom builder, 7 Wonders, Evolution, Qwirkle, Mage knight, …

“Uitbreiding” is blijkbaar het woord van 2013, het jaar waarin onze spellencollectie verhuisde van kinderkamer 2 naar onze zolder. Het jaar waarin Ikea erg veel aan mij verdiend heeft aan kastjes voor onze spellen netjes te sorteren. Het moet gezegd, de spellenzolder heeft succes, veel speelsessies, veel oehs en ahs bij het aanschouwen van de collectie en het keuzeprobleem dat steeds groter wordt. Maar het allerbelangrijkste : er is nog steeds plaats voor … uitbreiding!

Dinsdag, 22 oktober 2013

The ones that changed my life … part 5

Ruim zeven jaren zit ik nu in de spellenwereld, erg actief, nog steeds enorm gepassioneerd en dat viert dezer tijden hoogdagen, gezien het feit dat Spiel Essen echt vlak voor de deur staat. (meer hierover op onze SpinLi-blog = aanrader!) Enorm veel zaken heb ik mogen leren, zowel op technisch, economisch, sociaal, politiek en vooral menselijk vlak.
Als er één ding is dat ik echt geleerd heb, dan is het de enorme verscheidenheid aan mensen die bezig zijn met deze hobby. En of het nu om bordspellen gaat of eender welke andere vorm van verenigingsleven, sport, muziek, … succes zit onlosmakelijk verbonden met de kern van mensen die rondom de vereniging leeft, meeleeft en diezelfde passie deelt. Neem dit alles weg en er blijft bijzonder weinig over van datgene dat je dacht dat toch iets waard was!

Ik heb het “onmenselijke”, wijze geluk gehad dat ik enorm toffe mensen heb mogen leren kennen (en ik gebruik bewust zo veel werkwoorden) en ik hoop dat de reis hier nog niet ten einde is. Het project dat we “Spelen met SpinLi” doopten, blijkt een enorm leuk tijdverdrijf, zowel voor gasten als gastheer en daar kan ik enkel enorm gelukkig om zijn. Woorden van dank heb ik al vaak rondgestrooid, maar dit kan je echter niet genoeg doen. Lieve medespelers, jullie zorgen er elk op jullie manier voor dat ik dit zo’n toffe hobby vind. Elke medespeler is tegelijkertijd ook een tegenstrever, elk met z’n speelstijl, z’n ruwe kantjes en schitterende humor. De één hanteert een eerder droge Geubelshumor, de ander moet het dan weer hebben van de betere “’t is geel en het zit in de boom”-mopjes. Dank je wel om mij aan het lachen te brengen op een moment dat mijn grijze hersencellen aan het kraken zijn, bij het overpeinzen van die ene belangrijke tactische zet, waarin ik sowieso al niet al te sterk ben. Zonder dat ik namen hoef neer te typen, want ik ben ervan overtuigd dat de juiste personen zich wel aangesproken zullen voelen, een dikke merci voor alles. Merci voor je aanwezigheid, merci voor je lach, traan en hilarisch gegrom en gevloek. Jullie zijn zonder meer vrienden voor het leven geworden, ook buiten het speelse gegeven.
Dat mensen verschillend zijn en niet altijd even makkelijk in te schatten, is nou net dat aspect dat van cruciaal belang is in het spel dat ik graag als vijfde in deze reeks stop.

The ones that changed my life – part 5 : Battlestar Galactica

Met het schaamrood op mijn wangen geef ik grif toe dat ik nog nooit van de televisieserie had gehoord toen ik dit spel leerde kennen. Gelukkig brachten enkele vrienden mij op de hoogte van dit fantastische mind-fucking spel dat een ongelooflijke vertaling is van de sfeer die er heerst in het Battlestar Galactica universum. Na één speelbeurt heb ik de ganse serie tijdens een vakantie non-stop doorgekeken en raakte ik nog meer overtuigd van de kwaliteiten van het bordspel.

U moet er wel even u tijd voor nemen om dit spel op tafel te leggen en heeft liefst ook een volle speeltafel, dan komt de kern van dit spel nog meer tot z’n recht. En vooraleer u op het thematische ruimtethema afknapt, zou ik u toch willen aanraden om even door te zetten. Desnoods probeert u zich even volledig los te rukken van het intergalactische gegeven (dat ook mij niet echt ligt) en ontdekt u iets waar u al lang naar op zoek was, een spel waar hoogverraad en verborgen identiteit echt hoogtij viert. Vergeet voor één keer die weerwolven, met dat makke gedoe altijd, waar diegene met de grootste mond altijd geviseerd wordt. Hij zou bij god moeten beloond worden om de animo erin te houden. Dat gaat hier niet nodig zijn, het spel op zich en de gebeurtenissen zorgen er wel voor dat u, met uw onweerstaanbare overlevingsdrang, zal proberen om de aarde te bereiken. Of misschien net niet … wie zal het zeggen? Welke kant kies je eigenlijk? Of is er misschien een kansje dat je halverwege het spel van gedachten veranderd?

Het is moeilijk om met woorden te vatten wat een potje Battlestar Galactica kan teweegbrengen, alleszins uren nabespreking en maanden, misschien wel jaren sterke en stoere anekdotes van dat éne memorabele potje waarin dat stille water plots wel erg diepe gronden bleek te hebben. Om de tuin geleid door die altijd fijne, lieve medespeler, diegene die met de glimlach een nederlaag aanvaard. Of net het tegenovergestelde, een heroïsche overwinning met een megalomane heerser die zowel de presidents- als admiraaltitel naar zich toe weet te trekken door iedereen om de tuin te leiden en ze nadien als marionetten in z’n circus te gebruiken. Eén ding is zeker, dit spel laat niemand onberoerd. En neen, ik zal dit spel niet elke dag op tafel leggen, daarvoor is het te goed (en ook een beetje te langdurig). U moet wachten op dat moment waarop z’n echte waarde naar boven kan komen en als u daar in slaagt, dan ontdekt u deze parel in al z’n schoonheid en misschien nog wel véél meer, u leert u speeltafelgenoten kennen.